Een batterij opladen
Een batterij opladen met de batterijlader:
1. Sluit de voeding aan op het stopcontact en op de stroomaansluiting van de
batterijlader.
2. Plaats de batterij in een lege opening van de batterijlader.
De batterijlader detecteert de batterij automatisch en begint de batterij op
te laden.
De batterijstatus kan worden afgelezen van de indicatorlampjes.
Het laadniveau van de batterij wordt bewaakt en wordt op het
maximumniveau gehouden tot de batterij uit de batterijlader wordt
genomen.
3. Haal de opgeladen batterij uit de batterijlader.
Bijbehorende links
Veiligheidsaanwijzingen
Batterijlader van DR-detector
De batterij opladen met gebruikmaking van de DR-
detectorkabel
Sluit de DR-detectorkabel aan om de batterij op te laden die is aangesloten op
de DR-detector. U kunt de batterijstatus lezen op de schakelaar voor DR-
detectors op het NX-werkstation.
De DR-detector kan tijdens het laden worden gebruikt. Als de DR-detector
wordt gebruikt terwijl de DR-detectorkabel is aangesloten, zorg er dan voor
dat er altijd een batterij is aangesloten.
Bijbehorende links
Schakelaar voor DR-detectors op het NX-werkstation
DR-detectorkabel
DX-D 40C, DX-D 40G | Geavanceerde werking | 93
op bladzijde 68
op bladzijde 22
op bladzijde 19
op bladzijde 25
0290B NL 20190401 1627