Installeren van leidingwerk
(Zie afbeelding 6)
1
Plafondtegel
2
Ophangbeugel
3
Verstelbaar bereik
4
Verhogende afvoerleiding (nominale diameter van
de vinylleiding = 25 mm)
5
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
6
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
-
Sluit de afvoerslang aan op de verhogende afvoerleidingen en isoleer
deze.
-
Sluit de afvoerslang aan op de afvoeruitgang op de binnenunit en
bevestig deze met de klem.
Voorzorgsmaatregelen
-
Installeer de verhogende afvoerleidingen op een hoogte van minder
dan H2.
-
Installeer de verhogende afvoerleidingen in de juiste hoek ten
opzichte van de binnenunit en op niet meer dan 300 mm van de unit
vandaan.
-
Installeer de afvoerslang waterpas of licht omhoog gekanteld (≤
75 mm) om luchtbellen te voorkomen.
-
De afvoerpomp die in deze unit is gemonteerd, heeft een hoge
opvoerhoogte. Het kenmerk van deze pomp is dat hoe hoger de
pomp is, des te lager het afvoergeluid wordt. Om die reden wordt een
afvoerpomphoogte van 300 mm geadviseerd.
Sierpaneel
BYFQ60C
BYFQ60B
OPMERKING
De helling van de bevestigde afvoerslang dient
75 mm of minder te zijn, zodat de afvoermof
geen extra kracht dient te weerstaan.
Monteer ophangbeugels elke 1 tot 1,5 m om
een afwaartse helling van 1:100 te verzekeren.
Bij het bundelen van meerdere afvoerleidingen
moeten de leidingen worden geïnstalleerd,
zoals afgebeeld in
samenlopende afvoerleidingen waarvan het
kaliber geschikt is voor de bedrijfscapaciteit
van de unit.
1
Samenlopende afvoerleidingen met T-
verbinding
Afvoerleidingen testen
Controleer nadat het leidingwerk is voltooid, of het afvoeren vlot verloopt.
Voeg langzaam ongeveer 1 l water toe via de uitblaasopening.
Methode om water toe te voegen
1
Plastic waterkan (buis moet een lengte van ongeveer
100 mm hebben)
2
Reparatieafvoeruitlaat (met rubber stop) (Gebruik deze
uitlaat om water uit de afvoerbak te laten lopen)
3
Locatie condenswaterpomp
4
Afvoerleiding
5
Afvoermof (aanzicht debiet)
Controleer de afvoerstroom.
Indien het elektrisch bedradingswerk is voltooid
Controleer afvoerstroom tijdens het KOELEN, uitgelegd in
"Testfunctie" op pagina
9.
Indien het elektrisch bedradingswerk niet is voltooid
-
Verwijder het deksel van de stuurkast via twee schroeven. Sluit de
enkelfasige
voeding
aansluitingen nr. 1 en 2 op de klemmenstrook van de bedrading
tussen de units en sluit de aardingskabel stevig aan (zie
afbeelding
9).
-
Bevestig het deksel van de stuurkast opnieuw en schakel de
stroom in.
FXZQ15~50A2VEB
VRV-airconditioningsysteem
H2
645 mm
630 mm
afbeelding
8. Selecteer
(Zie afbeelding 10)
(230V/50Hz,
220V/60Hz)
aan
-
Raak de condenswaterpomp niet aan. Deze personen lopen zo
het risico elektrische schokken te krijgen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Klemmenstrook voor voeding (4)
N
L
-
Controleer de afvoerwerking door naar de afvoermof te kijken.
-
Zet na het controleren van de afvoerstroom de stroom uit,
verwijder het deksel van de stuurkast en koppel de eenfasige
voeding opnieuw los van de klemmenstrook van de bedrading
tussen de units. Bevestig het deksel van de stuurkast zoals
eerder.
Elektrische bedrading aanleggen
Algemene informatie
De bedrading ter plaatse en de montage van de componenten moeten
worden uitgevoerd door een erkend elektricien en in overeenstemming
zijn met de geldende Europese en nationale reglementeringen.
Gebruik alleen koperdraad.
Volg het "Bedradingsschema" dat aan de unit is bevestigd om de
buitenunit, binnenunits en de afstandsbediening te bedraden. Raadpleeg
de "Montagehandleiding van de afstandsbediening" voor bijzonderheden
over het koppelen van de afstandsbediening.
Laat de aanleg van de elektrische bedrading uitsluitend door erkende
elektriciens uitvoeren.
Een hoofdschakelaar of een andere manier om te onderbreken, met een
contactscheiding in alle polen, moet voorzien zijn in de vaste bedrading in
overeenstemming met de toepasselijke lokale en nationale wetgeving.
Let erop dat de werking automatisch opnieuw start, als de hoofdvoeding
wordt uitgeschakeld en daarna weer wordt ingeschakeld.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit voor informatie
over de draaddikte van de stroomkabel naar de buitenunit, de capaciteit
van de aardlekschakelaar en de zekering, en instructies voor het
aanleggen van de bedrading.
Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
Sluit de aardleiding niet aan op:
-
Gasleidingen: dit leidt mogelijk tot ontploffingen of brand als er gas
lekt.
-
Aardingsleidingen van telefoons of bliksemafleiders: dit kan een
abnormaal hoog elektrisch potentieel in de aarding veroorzaken
tijdens onweer.
-
Waterleidingen: geen aardingseffect als harde vinylleidingen worden
gebruikt.
Zorg ervoor dat de vorm van de stroomkabel en elke andere kabel eruit
ziet zoals op deze afbeelding wordt getoond, voordat deze in de unit
worden binnengegaan.
op
Gebruik een stroomonderbreker die alle polen samen onderbreekt, een
onderbreker met minstens 3 mm tussen de tussenruimten tussen de
contactpunten.
Deksel stuurkast
Bedrading tussen units
Aardingskabel
Klemmenstrook voor voeding
Klem
Transmissiebedrading
Klemmenstrook voor transmissiebedrading
Opening voor kabels
Label bedradingsschema
(aan de achterkant van het deksel van de stuurkast)
Bedrading voor afstandsbediening
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6