Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Eigenschappen; Voorbeeld Bedrading En Het Instellen Van De Afstandsbediening - Daikin VRV FXZQ15A2VEB Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische eigenschappen

Model
Hz
FXZQ15~50
50/60
elektrische voeding
Model
MCA
FXZQ15~25
0,3
FXZQ32
0,4
FXZQ40
0,4
FXZQ50
0,6
MCA: min. circuit amp (A)
MFA: max. zekering amp (A)
KW: nominaal vermogen ventilatormotor (kW)
FLA: vollast amp (A)
OPMERKING
Zie "Elektrische gegevens" voor bijzonderheden.
Specificaties voor op locatie aanwezige zekeringen en draden
Lokale
Model
zekeringen
FXZQ15~50
16 A
Model
FXZQ15~50
Ommanteld draad (2)
Voor informatie, zie
OPMERKING
pagina
8.
Toegelaten lengte transmissiebedrading tussen
binnen- en buitenunits en tussen de binnenunit en
de afstandsbediening is als volgt:
Buitenunit - binnenunit: max. 1000 m
(lengte complete bedrading: 2000 m)
Binnenunit - afstandsbediening: max. 500 m
Voorbeeld bedrading en het instellen van de
afstandsbediening
De bedrading aansluiten
(Zie afbeelding 9)
Bedrading voeding
Verwijder deksel (1) van de stuurkast, sluit de draden aan op de
klemmenstrook van de voeding aan de binnenkant (L, N) en sluit de
aardleiding aan op het aardcontact. Trek, terwijl u dit doet, de draden
naar binnen door de opening in de behuizing en klem de draden samen
met andere draden met gebruik van een klem, zoals op de afbeelding
wordt getoond.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7
Volt
Spanningsbereik
min. 198-max. 264/
220-240/220
min. 198 - max. 242
Ventilatormotor
MFA
KW
16 A
0,043
16 A
0,045
16 A
0,059
16 A
0,092
Bedrading voeding
Draad
Draaddikte
Lokale
H05VV-U3G
voorschriften
Transmissiebedrading
Draad
Draaddikte
0,75–1,25 mm
"Voorbeeld bedrading" op
Transmissiebedrading
afstandsbediening
Verwijder deksel (1) van de stuurkast, trek de draden door de opening in
de behuizing naar binnen en verbind deze op de klemmenstrook voor de
transmissiebedrading (F1, F2) van de unit en de bedrading van de
afstandsbediening (P1, P2). Bevestig de bedrading stevig met gebruik
van een klem, zoals op de afbeelding wordt weergegeven.
Na aansluiting
Bevestig de kleine pakking (meegeleverd met de unit) rondom de kabels
om binnendringing van water vanaf de buitkant in de unit te voorkomen.
Als er twee of meer kabels worden gebruikt, verdeel de kleine pakking
dan in het vereiste aantal stukken en wikkel deze rondom alle kabels.
Bevestig het deksel van de stuurkast.
Voorzorgsmaatregelen
1
Houd onderstaande richtlijnen aan bij het aansluiten van bedrading op de
klemmenstrook van de voedingsbedrading.
-
Gebruik een krimpachtige aansluitklem om de mof te isoleren voor
aansluiting op de klemmenstrook voor het bedraden van de units.
FLA
Volg onderstaande instructies, wanneer er geen beschikbaar zijn.
0,2
0,3
1
2
0,3
0,5
-
Sluit geen draden met een verschillende dikte aan op dezelfde
voedingsterminal. (Loszittende aansluitingen kunnen oververhitting
veroorzaken.)
-
Gebruik de klemmen (meegeleverd met de unit) om te voorkomen dat
druk van buitenaf wordt uitgeoefend op de bedradingsaansluitingen,
wanneer u de bedrading vastklemt. Bevestig deze stevig. Wanneer u
met de bedrading bezig bent, zorg er dan voor dat de bedrading
netjes is en dat hierdoor de stuurkast niet uitsteekt. Sluit het deksel
stevig.
-
Sluit draden met dezelfde dikte aan volgens de afbeelding.
Gebruik de voorgeschreven draad. Sluit de draad veilig aan op de
terminal. Schroef de draad vast zonder overdreven kracht uit te oefenen
op de terminal. Gebruik aanhaalmomenten volgens onderstaande tabel.
2
Klemmenstrook voor unittransmissie
en afstandsbediening
Klemmenstrook voor voeding
-
Zorg dat u geen draden beknelt bij het bevestigen van het deksel van
de stuurkast.
-
Als alle bedrading is aangesloten, vul dan de gaten in de
bedradingsopeningen van de behuizing op met stopverf of
isolatiemateriaal (meegeleverd met de unit) om te voorkomen dat
klein ongedierte of vuil van buitenaf in de unit terechtkomt en
kortsluitingen in de stuurkast veroorzaakt.
2
Houd de totale stroom van kruisende bedrading tussen de binnenunits op
minder dan 12 A. Tak de leiding buiten de klemmenstrook van de unit af
in overeenstemming met de normen voor elektrische apparatuur,
wanneer u twee stroomdraden gebruikt met een kaliber groter dan 2 mm
(Ø1,6).
De aansluiting moet worden beschermd om een gelijke of hogere mate
van isolatie te creëren als/dan de voedingsbedrading zelf.
3
Sluit geen draden met een verschillende dikte aan op dezelfde
aardingsterminal.
verzwakken.
4
De bedrading van de afstandsbediening en de unittransmissie dient op
een afstand van ten minste 50 mm uit de buurt van de
voedingsbedrading te worden geplaatst. Wanneer deze richtlijn niet wordt
opgevolgd, kan dit defecten veroorzaken als gevolg van elektrische
storing.
van
de
unit
en
3
1
Ronde spanklem
2
Bevestig de isolatiemof
3
Bedrading
Aanhaalmoment (N·m)
Een
losse
aansluiting
kan
bedrading
van
de
0,79~0,97
1,18~1,44
2
de
bescherming
FXZQ15~50A2VEB
VRV-airconditioningsysteem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave