Inhoudsopgave
Advertenties
5
Voor de bedrading van de afstandsbediening, raadpleeg de
"Installatiehandleiding van de afstandsbediening" die is meegeleverd met
de afstandsbediening.
OPMERKING
De
klant
afstandsbediening selecteren.
6
Sluit de voedingsbedrading nooit eerder op de klemmenstrook aan dan
de transmissiebedrading. Door deze fout kan het complete systeem
beschadigd raken.
7
Gebruik alleen gespecificeerde draden en bevestig de draden stevig aan
de aansluitklemmen. Wees daarbij voorzichtig dat de draden geen extra
kracht op de aansluitklemmen uitoefenen. Leid de draden netjes en
voorkom dat de draden in de weg zitten van andere apparatuur, bijv. dat
het onderhoudsluik niet meer kan worden geopend. Zorg dat het deksel
stevig sluit. Slechte aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken en,
in het ergste geval, elektrische schok of brand.
Voorbeeld bedrading
Bevestig de voedingsbedrading van elke unit met een schakelaar en zekering,
zoals op
afbeelding 16
wordt getoond.
1
Elektrische voeding
2
Hoofdschakelaar
3
Bedrading voeding
4
Transmissiebedrading unit
5
Schakelaar
6
Zekering
7
BS-unit (alleen REYQ)
8
Binnenunit
9
Afstandsbediening
Voorbeeld compleet systeem (3 systemen)
Zie afbeeldingen 12,
13
en 14.
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Afstandsbediening (optionele accessoires)
4
Meest stroomafwaartse binnenunit
5
Voor gebruik met 2 afstandsbedieningen
6
BS-unit
Bij gebruik van 1 afstandsbediening voor 1 binnenunit. (Normale
werking)
(Zie afbeelding
12).
Voor groepsbediening of gebruik met 2 afstandsbedieningen
afbeelding
13).
Bij het integreren van een BS-unit
OPMERKING
Het is niet nodig om een binnenunitadres toe te wijzen
bij gebruik van de groepsbediening. Het adres wordt
automatisch ingesteld wanneer de stroom wordt
aangezet.
Voorzorgsmaatregelen
1.
Er kan een enkele schakelaar worden gebruikt voor het voeden van de
units op hetzelfde systeem. Schakelaars en stroomverbrekers voor
aftakkingen moeten echter zorgvuldig worden geselecteerd.
2.
Gebruik bij een groepsbediening de afstandsbediening voor de
binnenunit met de meeste mogelijkheden.
3.
Sluit de aardingsdraad niet aan op gas- of waterleidingen,
bliksemafleiders of de aardedraad van een telefooninstallatie. Verkeerde
aarding kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
FXZQ15~50A2VEB
VRV-airconditioningsysteem
kan
de
thermistor
van
(Zie
(Zie afbeelding
14).
Het sierpaneel monteren
Raadpleeg de montagehandleiding die meegeleverd is met het sierpaneel.
Zorg er na montage van het sierpaneel voor dat er geen ruimte zit tussen het
de
unitlichaam en het sierpaneel. Anders kan lucht de opening binnendringen en
dauwvorming veroorzaken.
Lokale instelling
De veldinstelling dient met behulp van de afstandsbediening te worden aan de
hand van de installatieomstandigheden.
Instellingen kunnen worden uitgevoerd door "Modusnr.", "Eerste codenr."
en "Tweede codenr." te wijzigen.
Zie "Veldinstelling" van de montagehandleiding van de afstandsbediening
voor details over de instelling en werking.
Samenvatting veldinstellingen
Modusnr.
(Opmer-
Eerste
king 1)
codenr. Beschrijving van instelling
Filtervervuiling -
ernstig/licht
= instelling om de tijd
te definiëren tussen 2
displayaanduidingen
voor filterreiniging.
0
(Wanneer de vervuiling
ernstig is, kan de
instelling naar de helft
van de tijd worden
gewijzigd tussen de 2
displayaanduidingen
voor filterreiniging.)
2
Selectie thermostaatsensor
10 (20)
Instelling om de tijd
weer te geven tussen
3
2 displayaanduidingen
voor filterreiniging
Informatie naar I-manager,
5
I-touch-regelaar
Thermostaatsensor in de
6
groepsregeling
Uitgangssignaal X1-X2 van de
0
optionele KRP1B printplaatkit
AAN/UIT-invoer van buitenaf
(T1/T2-invoer) = instelling voor
1
wanneer Geforceerde AAN/UIT
van buitenaf wordt gebruikt.
Thermostaat differentieel
omschakelen = instelling voor
2
wanneer de externe sensor wordt
12 (22)
gebruikt.
Ventilatorinstelling tijdens
3
Thermostaat UIT bij
verwarmingswerking
Differentiaal automatische
4
omschakeling
Automatisch opnieuw opstarten
5
na stroomstoring
Tweede codenr. (opmerking 2)
01
02
Filter
met
–
lange
±2500 uur
±1250 uur
levens-
duur
Gebruik zowel
de unitsensor
Gebruik alleen
(of de externe
Gebruik alleen
de unitsensor
sensor, indien
de sensor van
(of externe
gemonteerd)
de afstands-
sensor, indien
ALS de sensor
bediening.
gemonteerd).
van de afstands-
(Zie opmerkin-
(Zie opmerkin-
bediening.
gen 5+6)
gen 5+6)
(Zie opmerkin-
gen 5+6)
Display
Niet gebruiken —
Alleen de unit-
Sensor-
sensorwaarde
waarden, zoals
(of externe
ingesteld door
—
sensorwaarde,
10-2-0X of
indien
10-6-0X.
gemonteerd).
Gebruik zowel
de unitsensor
Gebruik alleen
(of de externe
de unitsensor
sensor, indien
(of externe
gemonteerd)
sensor, indien
ALS de sensor
—
gemonteerd).
van de
(Zie opmer-
afstands-
king 6)
bediening. (Zie
opmerkingen
4+5+6)
Thermostaat-aan
+ compressor
—
Bediening
werkt
AAN/UIT
Gedwongen UIT
—
bediening
1°C
0,5°C
—
UIT
Ingestelde
LL
(Zie opmer-
snelheid
king 3)
0°C
1°C
2°C
Uitgeschakeld
Ingeschakeld —
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
03
04
–
—
—
—
—
Storing
—
—
—
3°C
(Zie
opmer-
king 7)
—
8
Advertenties
Inhoudsopgave
