Beknopte installatiegids
00825-0111-4661, Rev AA
januari 2004
Bedraad de transmitter volgens de plaatselijke elektriciteitsvoor-
schriften. Aard de transmitterbehuizing via de voedingskabel (zie
afbeelding 2). Sluit voor wisselstroomtoepassingen de neutrale pool van
de wisselstroom aan op de aansluitklem N en sluit de actieve pool van
de wisselstroomvoeding aan op aansluitklem L1. Zorg bij gelijkstroom-
toepassingen dat u de juiste polen aansluit op de positieve en negatieve
aansluitklem. Units die werken op een voeding van 12–42 V dc kunnen
tot 1 ampère stroom trekken. Volg ook de voedingsdraad- en uitschakel-
vereisten hieronder:
Figure 4. Voedingsstroom
Vereisten voedingsdraad
Gebruik draad van 12 tot 18 AWG, geschikt voor gebruik bij de ver-
wachte temperaturen. Gebruik voor aansluitingen in een omgeving-
stemperatuur van meer dan 60°C (140°F) een draad die gespecificeerd
is voor tenminste 80°C (176°F). Gebruik voor omgevingstemperatuur
van meer dan 80°C (176°F) een draad die gespecificeerd is voor ten-
minste 110°C (230°F).
1.0
1,0
0.8
0,8
0.6
0,6
0.4
0,4
0.2
0,2
0
0
0
0
10
10
voedingsspanning (volt)
8712D / 8700 serie
20
30
40
40
20
30
Rosemount
50
50