Syntaxis van PCL-printeropdrachten
Voordat u de printeropdrachten gaat gebruiken, dient u eerst de
volgende tekens te vergelijken:
kleine letter L:
Cijfer één:
Opmerking
Voor elke PCL-opdracht moet u de exacte juiste letter (hoofdletter of
kleine letter) gebruiken.
Veel printeropdrachten maken gebruik van de kleine letter L (l) en
het cijfer één (1) of de hoofdletter O (O) en het cijfer nul (0). Deze
tekens verschijnen wellicht niet op uw beeldscherm zoals hier
getoond.
Afbeelding B-1 toont de elementen van een gewone printeropdracht
(in dit voorbeeld een opdracht voor de pagina-oriëntatie).
Afbeelding B-1
Elementen van printeropdrachten
1
2
3
4
DU
l
1
Escape-teken (hiermee begint elke escape-reeks)
waardeveld (bevat zowel letters als cijfers)
Opdrachtcategorie
Hoofdletter (einde van elke escape-reeks)
Hoofdletter O:
O
0
Cijfer nul:
Bijlage B 233