De printer staat aan, maar er wordt niets afgedrukt
Oorzaak
Het indicatorlampje
De bovenklep is niet goed gesloten.
Het indicatorlampje
In het uitleesvenster van de printer verschijnt
[KLEUR] TONER OP
Een ander printerbericht dan
op het bedieningspaneel van de printer.
Uw parallelle poort heeft mogelijk een DOS-
timeoutfout.
De PS (PostScript-emulatie)-personality is niet
geselecteerd.
In uw softwareprogramma of
printerstuurprogramma is het juiste
stuurprogramma niet geselecteerd.
De printer is niet goed geconfigureerd.
De computerpoort is niet geconfigureerd of
werkt niet goed.
De printer is niet juist benoemd voor uw
netwerk of een Macintosh-computer.
198 Problemen met de printer oplossen
KLAAR
brandt niet.
G
knippert.
EGEVENS
.
KLAAR
verschijnt
Oplossing
Druk op
S
om de printer weer in de stand
TART
KLAAR
te zetten.
Zorg dat de bovenklep stevig is gesloten en
controleer of de klep goed is vergrendeld.
De printer ontvangt waarschijnlijk nog
gegevens. Wacht tot het indicatorlampje
G
stopt met knipperen.
EGEVENS
Vervang de in het uitleesvenster
gespecificeerde tonercassette.
Zie
Hoofdstuk 8
voor een verklaring van
berichten op het bedieningspaneel van de
printer.
Voeg een MODE-opdracht toe aan uw
AUTOEXEC.BAT-bestand. Zie uw DOS-
handleiding voor aanvullende informatie.
PS
AUTO
Selecteer
of
Hoofdstuk
2).
Selecteer in uw softwareprogramma of
printerstuurprogramma het stuurprogramma
voor PostScript-emulatie.
Zie
Hoofdstuk 6
voor configuratie-informatie.
Sluit een ander randapparaat aan op deze
poort om te controleren of de poort goed
werkt.
Gebruik het juiste hulpprogramma om de
printer te benoemen op het netwerk. Bij
Macintosh-computers dient u de printer vanuit
het menu Kiezer te benoemen.
voor de printertaal (zie
DU