2. Selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de keuzelijst en klik op de knop Basic
Settings (Basisinstellingen).
3. Selecteer het tabblad Advanced (Geavanceerd) en geef de gewenste instellingen op. Klik op de
knop
voor informatie over de instellingen.
4. Klik op de knop Color Settings (Kleurinstellingen) en geef de gewenste instellingen op. Klik
op de knop
Voor gebruikers van Mac OS X 10.4 en lager
1. Open het afdrukvenster.
2. Selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de keuzelijst en selecteer het tabblad Basic
Settings (Basisinstellingen).
3. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en klik op More Settings (Meer instellingen).
4. Geef de gewenste instellingen op. Klik op de knop
5. Klik op OK.
Instellingen opslaan
U kunt uw aangepaste instellingen opslaan.
Opmerking:
❏ Voor de aangepaste instellingen kunt u niet de naam van een voorgedefinieerde instelling gebruiken.
❏ De opgeslagen aangepaste instellingen kunnen alleen worden gebruikt met de printerdriver
waarvoor u ze hebt opgeslagen. Zelfs als er meerdere printernamen zijn opgegeven voor een
printerdriver, kunnen de instellingen alleen worden gebruikt voor de printernaam die in gebruik
was toen u de instellingen opsloeg.
❏ U kunt voorgedefinieerde instellingen niet verwijderen.
Voor gebruikers van Windows
Opmerking:
Wanneer u de printer deelt in een netwerk, wordt Save Settings (Bewaar instellingen) grijs weergegeven
en kunt u geen aangepaste instelling opgeven op de client.
1. Klik op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen).
voor informatie over de instellingen.
EPSON AcuLaser C9200 Series
voor informatie over de instellingen.
Gebruikershandleiding
Afdruktaken
53