GEVAAR: LEIDINGEN EN INTERNE ONDERDELEN
NIET AANRAKEN
Raak tijdens of direct na bedrijf geen koelleidingen,
waterleidingen of interne onderdelen aan. De leidingen en
de interne onderdelen kunnen heet of koud zijn afhankelijk
van de bedrijfsomstandigheid van de unit.
Uw handen kunnen brandwonden of bevriezingswonden
oplopen als u leidingen of interne onderdelen aanraakt.
Laat om letsel te voorkomen leidingen en interne
onderdelen weer op normale temperatuur komen of draag
veiligheidshandschoenen als het zich niet laat vermijden
om ze aan te raken.
WAARSCHUWING
Raak ongewenste vloeistoflekken nooit rechtstreeks
aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door
bevriezing.
Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en
onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of
koud kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het
koelmiddel in de koelmiddelleidingen, de compressor
en andere onderdelen van de koelmiddelcyclus.
U kunt uw handen verbranden of bevriezen als u de
koelmiddelleidingen aanraakt. Laat de leidingen een
tijdje afkoelen tot hun normale temperatuur of, als
u ze toch meteen moet aanraken, draag dan gepaste
handschoenen om letsels te voorkomen.
VOORZICHTIG
Spoel de unit niet af. Dit kan kortsluiting of brand
veroorzaken.
3.
I
NLEIDING
3.1. Algemene informatie
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product.
Deze unit wordt gebruikt zowel voor toepassingen met verwarmen
als met koelen. De unit kan worden gecombineerd met ventilator-
convectoren van Daikin, vloerverwarmingstoepassingen, radiatoren
op lage watertemperaturen, een tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik (optie) en een Daikin zonnekit (optie).
Een afstandsbediening wordt standaard met de unit meegeleverd om
uw installatie te bedienen.
Units voor verwarmen/koelen en units voor alleen verwarmen
De unitreeks bestaat uit twee hoofdversies: een versie voor
verwarmen/koelen (EB) en een versie voor alleen verwarmen (ED).
Scandinavische units
De EDL- en EBL-units bevatten speciale uitrustingen (isolatie,
verwarmingsmantel,...) om deze units goed te laten werken in
gebieden waar de omgevingstemperatuur laag kan worden, terwijl
gelijktijdig de luchtvochtigheid hoog kan zijn. In dergelijke
omstandigheden kunnen de EDH- en EBH-modellen problemen
ondervinden door teveel ijsvorming op de luchtgekoelde spoel. Indien
dergelijke omstandigheden voorzien worden, dienen de EDL- en
EBL-modellen in plaats te worden gemonteerd. Deze modellen zijn
voorzien (isolatie, verwarmingsmantel,...) om niet te bevriezen.
Mogelijke opties
Verwarmingsmantel
EDLQ, EBLQ
Standaard
EDHQ, EBHQ
Optionele kit
(a) Beide opties mogen niet gecombineerd worden.
Montagehandleiding
3
Afvoerdop
Mag niet gebruikt worden
(a)
(a)
Optionele kit
De units worden geleverd met een ingebouwde backupverwarming
voor extra verwarmingscapaciteit bij lage buitentemperaturen. De
backupverwarming dient ook als back-up ingeval de unit gestoord is
als beveiliging tegen vorst voor de waterleiding buiten in de winter.
De af fabriek ingestelde capaciteit van de backupverwarming is 6 kW,
maar afhankelijk van de installatie kan de installateur de
backupverwarmingscapaciteit beperken tot 3 kW/2 kW. De bepaling
van de backupverwarmingscapaciteit is een modus die gebaseerd is
op de evenwichtstemperatuur, zie onderstaand schema.
P
H
3
1 Capaciteit van de warmtepomp
2 Vereiste verwarmingscapaciteit (plaatsafhankelijk)
3 Bijkomende verwarmingscapaciteit geleverd door de
backupverwarming
4 Evenwichtstemperatuur (kan worden ingesteld via de
gebruikersinterface, zie
pagina
33)
T
Omgevings(buiten)temperatuur
A
P
Verwarmingscapaciteit
H
Werkingsgebied
Stand Verwarmen
A
°C DB
35
0
–15
–20
–25
5
15
25
40
A
Buitentemperatuur
B
Temperatuur uittredend water
Warmtepomp niet actief, enkel backupverwarming
(V3- en W1-modellen)
Warmtepomp niet actief, enkel backupverwarming
(enkel voor V3-modellen)
Werking mogelijk, echter zonder waarborg voor de capaciteit
(enkel voor W1-modellen)
(*)
- De E(D/B)L*-units bevatten speciale uitrustingen (isolatie,
verwarmingsmantel,...) om deze units goed te laten werken in
gebieden waar de omgevingstemperaturen laag kunnen worden,
terwijl gelijktijdig de luchtvochtigheid hoog kan zijn. In dergelijke
omstandigheden kunnen de E(D/B)H*-modellen problemen
ondervinden door teveel ijsvorming op de luchtgekoelde spoel.
Indien dergelijke omstandigheden voorzien worden, dienen de E(D/
B)L*-modellen in plaats te worden gemonteerd.
- Zowel de E(D/B)L*- als de E(D/B)H*-units beschikken over een
bevriezingspreventie waarbij de pomp en de backupverwarming
gebruikt worden om ervoor te zorgen dat de waterkring niet
bevriest. Indien de kans bestaat dat de spanning per ongeluk
of bedoeld uitvalt, adviseren wij om glycol te gebruiken.
(**)
Enkel voor E(D/B)L*-units
4
1
2
T
A
"10.10. Lokale instellingen" op
Stand Koelen
A
°C DB
46
10
(
)
*
°C
5
22
(
)
**
B
°C
55
E(D/B)(H/L)Q011~016BB
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW67904-3 – 01.2011
B