INFORMATIE
Door de vertraging van de boosterverwarming aan te
passen aan de maximale bedrijfstijd, kan een
optioneel evenwicht tussen energie-efficiëntie en
verwarmingstijd worden gevonden.
Als de vertragingstijd van de boosterverwarming te
hoog wordt ingesteld, kan het lang duren voordat het
warm water voor huishoudelijk gebruik de ingestelde
temperatuur bereikt na een vraag om warm water
voor huishoudelijk gebruik.
De bedoeling van [8-03] is de boosterverwarming te
vertragen voor wat betreft de bedrijfstijd van de
warmtepomp in de stand verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik.
Instelling [8-03] is alleen van belang als instelling
[4-03]=1.
Instelling
boosterverwarming automatisch voor wat betreft de
bedrijfstijd
van
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
Zorg ervoor dat [8-03] altijd in verband staat met de
maximale bedrijfstijd [8-01].
Voorbeeld: [4-03]=1
Instellingen
energiebesparing
[8-01]
20~60 min
[8-03]
[8-01]+20 min
[8-04] Extra bedrijfstijd bij [4-02]/[F-01]: bepaalt de extra
bedrijfstijd bovenop de maximale bedrijfstijd bij buiten-
temperatuur [4-02] of [F-01]. Zie onderstaande afbeelding.
Verwarmen
t
[8-01]+
[8-04]
[8-02]
[8-01]
0
[5-03]
[4-02]
t Tijd
T
Omgevings(buiten)temperatuur
A
Antipendeltijd
Maximaal opgenomen amperage
INFORMATIE
Enkel voor EKHW*: Het voordeel van [8-04] wordt volledig
benut als instelling [4-03] niet 1 is.
Montagehandleiding
43
[4-03]=0/2/3/4
beperkt
de
warmtepomp
in
de
Instellingen snel
verwarmen (standaard)
30 min
20 min
Koelen
t
[8-01]+
[8-04]
[8-02]
[8-01]
0
[F-01]
35°C
T
A
[9] Bereiken instelpunten verwarmen en koelen
Deze lokale instelling is bedoeld om te voorkomen dat de gebruiker
een verkeerde temperatuur voor het uitlaatwater selecteert (nl. te
warm of te koud). Daartoe kunnen het instelbereik van de
verwarmingstemperatuur en het instelbereik van de koeltemperatuur
beschikbaar voor de gebruiker worden geconfigureerd.
VOORZICHTIG
Bij een toepassing met vloerverwarming is het
belangrijk om de maximale uitlaatwatertemperatuur
bij
specificaties van de vloerverwarmingsinstallatie.
Bij een toepassing met vloerkoeling is het belangrijk
om de minimale uitlaatwatertemperatuur bij het
koelen (lokale instelling van parameter [9-03]) te
beperken tot 16~18°C om condensatie op de vloer te
de
voorkomen.
stand
[9-00] Bovenste limiet verwarmingsinstelpunt: maximale
uitlaatwatertemperatuur voor verwarmingswerking.
[9-01] Onderste limiet verwarmingsinstelpunt: minimale
uitlaatwatertemperatuur voor verwarmingswerking.
[9-02] Bovenste limiet koelinstelpunt: maximale uitlaatwater-
temperatuur voor koelwerking.
[9-03] Onderste limiet koelinstelpunt: minimale uitlaatwater-
temperatuur voor koelwerking.
[9-04] Instelling overregeling: bepaalt hoeveel de water-
temperatuur boven het instelpunt mag stijgen voordat de
compressor stopt. Deze functie is alleen van toepassing in
de verwarmingsstand.
Automatische terugstelfunctie
De terugstelfunctie biedt de mogelijkheid om de watertemperatuur te
verlagen tijdens het verwarmen van ruimten. De terugstelfunctie kan
bijvoorbeeld 's nachts worden geactiveerd omdat de temperatuur-
vereisten 's nachts en overdag niet dezelfde zijn.
INFORMATIE
Merk op dat het symbool b knippert tijdens de
terugstelwerking.
terugstellen uitlaatwater wordt niet getoond tijdens
het terugstellen.
T
De terugstelfunctie is standaard gedeactiveerd.
A
De terugstelfunctie kan worden gecombineerd met de
werking met automatisch weersafhankelijke instelpunt.
De terugstelfunctie is een functie die automatisch
dagelijks gepland wordt.
De terugstelfunctie kan worden gecombineerd met de
weektimer. Als de terugstelfunctie is geactiveerd
wordt het geplande instelpunt verwarming van
ruimten verlaagd met de [9-08] terugstelwaarde
uittredend water.
[9-05] Bepaalt of de terugstelfunctie AAN (1) of UIT (0) staat
[9-06] Starttijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestart
[9-07] Stoptijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestopt
[9-08] Terugstelwaarde uittredend water
T
A
55°C
2°C [9-08]
B
53°C
A Normaal instelpunt temperatuur uittredend water of
B Berekend instelpunt terugsteltemperatuur uittredend water
t Tijd
T Temperatuur
het
verwarmen
te
beperken
Het
berekende
[9-06]
[9-07]
berekend weersafhankelijk instelpunt
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
volgens
de
instelpunt
t
E(D/B)(H/L)Q011~016BB
4PW67904-3 – 01.2011