INFORMATIE
Wanneer het programma wordt onderbroken door een
fout, een bedrijfuitschakeling of een stroomstoring,
dan wordt de U3-storingscode weergegeven.
Voor het verhelpen van storingscodes op te lossen,
zie
"13.3. Storingscodes" op pagina
In
dit
geval
actienummer) de laatste actie die is uitgevoerd.
[F-08]
Het
vloerverwarming ingeschakeld (1)/uitgeschakeld (0)"
is altijd ingesteld op 0 (uitgeschakeld) als er eenmaal
een programma is gestart. Dit houdt in dat wanneer
een tweede keer het droogprogramma voor dekvloer
vloerverwarming moet worden opgestart, dat [F-08]
opnieuw moet worden ingesteld.
12. O
NDERHOUD EN SERVICE
Om een optimale werking van de unit te verzekeren moet u op
geregelde tijdstippen de unit en de lokale bedrading controleren.
Dit onderhoud dient door een installateur of een service-agent
uitgevoerd te worden.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren
moet u steeds de hoofdschakelaar op het voedings-
paneel uitschakelen, de zekeringen verwijderen (of de
stroomonderbrekers uitschakelen) of de beveiligingen
van de unit openen.
Controleer of de stroomvoorziening van de unit ook is
uitgeschakeld voordat u begint met onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden.
Raak onderdelen die onder stroom staan minstens
10 minuten na het uitschakelen van de voeding niet
aan wegens het risico op hoogspanning.
De verwarming van de compressor kan zelfs in de
stopmodus nog werken.
Vergeet niet dat sommige delen van de elektronische
componentenkast heel heet zijn.
Nadat u de residuele spanning hebt gemeten, trek de
stekker van de ventilator uit.
Zorg dat u geen geleidend deel aanraakt.
De ventilator kan door een sterke windvlaag beginnen
draaien, waardoor de condensator oplaadt. Wat op
zijn beurt elektrische schokken kan veroorzaken.
Spoel de unit niet af. Dit kan kortsluiting of brand
veroorzaken.
Wanneer de servicepanelen zijn verwijderd, kunt u
gemakkelijk in aanraking komen met onderdelen die
onder stroom staan.
Laat de unit nooit alleen achter tijdens de installatie of
service wanneer het servicepaneel is verwijderd.
Vergeet niet om na het uitvoeren van de onderhoudswerken
de stekker van de ventilator terug in te steken. Anders kan
de unit onherstelbaar beschadigd raken.
Zie
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
op pagina
2.
LET OP
Raak vóór het onderhoud een metalen deel aan met de
hand (bijvoorbeeld de afsluiter) om de statische elektriciteit
van uw lichaam te ontladen, en zo de printkaart te
beschermen.
E(D/B)(H/L)Q011~016BB
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW67904-3 – 01.2011
57.
bevat
[F-09]
(laatst
uitgevoerde
"Droogprogramma
voor
GEVAAR
Raak de waterleidingen niet aan tijdens en onmiddellijk na
gebruik aangezien zij dan warm kunnen zijn. U kunt uw
handen verbranden. Laat de leidingen een tijdje afkoelen
tot hun normale temperatuur of draag gepaste hand-
schoenen om letsels te voorkomen.
GEVAAR
dekvloer
Zie
op pagina
De beschreven controles moeten minstens één keer per jaar worden
uitgevoerd.
1
Waterdruk
Controleer of de waterdruk meer dan 1 bar bedraagt. Vul water
bij indien nodig.
2
Waterfilter
Maak het waterfilter schoon.
3
Waterdrukveiligheidsklep
Controleer de goede werking van de drukveiligheidsklep door de
rode knop op de klep linksom te draaien:
Hoort u geen klakkend geluid, neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
Als het water uit de unit blijft vloeien, dient u de afsluiters van
zowel de waterinlaat als -uitlaat eerst te sluiten en dan
contact met uw plaatselijke verdeler op te nemen.
4
Slang drukveiligheidsklep
Controleer of de slang van de drukveiligheidsklep goed ligt om
het water af te laten.
5
Isolatiedeksel vat backupverwarming
Controleer of het isolatiedeksel van het vat van de backup-
verwarming goed vast rond het vat van de backupverwarming is
bevestigd.
6
Drukveiligheidsklep tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik (lokale levering)
Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik.
Controleer of de drukveiligheidsklep op de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik goed werkt.
Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en
onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of
koud kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het
koelmiddel in de koelmiddelleidingen, de compressor
en andere onderdelen van de koelmiddelcyclus.
U kunt uw handen verbranden of bevriezen als u de
koelmiddelleidingen aanraakt. Laat de leidingen een
tijdje afkoelen tot hun normale temperatuur of, als
u ze toch meteen moet aanraken, draag dan gepaste
handschoenen om letsels te voorkomen.
Raak de interne delen (pomp, backupverwarming,
enz.) nooit aan gedurende en onmiddellijk na de
werking.
U kunt uw handen verbranden als u de interne delen
aanraakt. Laat de interne delen een tijdje afkoelen tot
hun normale temperatuur of, als u ze toch meteen
moet aanraken, draag dan gepaste handschoenen
om letsels te voorkomen.
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
2.
Montagehandleiding
54