LET OP
Zorg ervoor dat DIP-schakelaar SS2-3 op de printplaat
van de schakelkast van de E(D/B)* juist geconfigureerd is.
Zie
"10.2. Configuratie
kamerthermostaat" op pagina
Voor configuratie B: Voer de lokale instellingen [C-02, C-03
en C-04] goed uit. Zie
LET OP
Zorg ervoor dat de temperatuur van het water dat naar
de E(D/B)*-warmtewisselaar terugkeert nooit hoger is
dan 55°C.
Stel de doeltemperatuur van het uittredend water daarom
nooit in op meer dan 55°C op de controller van de ketel en
monteer een Aquastat
van de E(D/B)*-unit.
Controleer of de terugslagkleppen (ter plaatse te voorzien)
juist in het systeem geïnstalleerd zijn.
Controleer of de kamerthermostaat EKRTR of EKRTW niet
voortdurend AAN/UIT wordt geschakeld.
Daikin is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat wanneer dit voorschrift niet wordt nageleefd.
(a) De Aquastat-klep moet ingesteld zijn op 55°C en moet de retourwaterstroming
naar de unit afsluiten wanneer de gemeten temperatuur meer dan 55°C
bedraagt. Wanneer de temperatuur zakt, moet de Aquastat-klep de
retourwaterstroming naar de E(D/B)*-unit weer herstellen.
INFORMATIE
Handmatige toelating naar de E(D/B)*-unit op de ketel.
In het geval alleen dat E(D/B)*-unit mag werken in de
stand verwarmen van ruimten, schakelt u de bivalente
werking uit aan de hand van instelling [C-02].
In het geval alleen de ketel mag werken in de stand
verwarmen van ruimten, verhoogt u de bivalente
inschakeltemperatuur [C-03] tot 25°C.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in
"Toepassing 2" op pagina
Montagehandleiding
9
van
de
installatie
van
31.
"Bivalente werking" op pagina
(a)
-klep in de retourwaterstroming
5.
Toepassing 6
Verwarmen van ruimten met kamerthermostaattoepassing via
vloerverwarmingslussen
de
verwarmingslussen
verschillende watertemperatuur.
De vloerverwarmingslussen vereisen in de verwarmingsstand een
44.
lagere watertemperatuur dan de ventilatorconvectoren. Om deze
twee instelpunten mogelijk te maken, wordt een mengstation gebruikt
dat de watertemperatuur aanpast aan de vereisten van de
vloerverwarmingslussen. De ventilatorconvectoren zijn rechtstreeks
aangesloten op het watercircuit van de unit en de vloerverwarmings-
lussen zijn aangesloten na het mengstation. De unit bestuurt dit
mengstation niet.
De werking en configuratie van het lokale watercircuit behoort tot de
verantwoordelijkheid van de installateur.
Daikin biedt alleen een besturingsfunctie met dubbele instelpunten.
Deze functie maakt twee instelpunten mogelijk. Afhankelijk van de
vereiste watertemperatuur (vloerverwarmingslussen en/of ventilator-
convectoren zijn vereist), kan het eerste of het tweede instelpunt
worden geactiveerd.
1
2
3
1 Unit
2 Warmtewisselaar
3 Backupverwarming
4 Pomp
5 Afsluiter
6 Verdeelstuk zone A (ter plaatse te voorzien)
7 Verdeelstuk zone B (ter plaatse te voorzien)
8 Mengstation (ter plaatse te voorzien)
T1 Kamerthermostaat voor zone A (optie)
T2 Kamerthermostaat voor zone B (optie)
FCU1...3 Ventilatorconvector (optie)
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
INFORMATIE
Het voordeel van besturing met dubbel instelpunt is
dat de warmtepomp zal/kan werken met de laagste
vereiste temperatuur van uittredend water wanneer
alleen vloerverwarming vereist is. Een hogere
temperatuur van het uittredend water wordt alleen
vereist in het geval de ventilatorconvectoren werken.
Dit levert betere prestaties van de warmtepomp op.
Het hydraulisch evenwicht is zeer belangrijk. (unit –
mengstation – FCU1...3)
en
ventilatorconvectoren.
en
ventilatorconvectoren
T1
B
T2
4
5
A
8
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
De
vloer-
vereisen
een
7
FCU1
FCU2
FCU3
6
FHL1
FHL2
FHL3
E(D/B)(H/L)Q011~016BB
4PW67904-3 – 01.2011