7
Boosterverwarming tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik
Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik
Het wordt aanbevolen kalkaanslag op de boosterverwarming te
verwijderen om zo de levensduur van de verwarming te
verlengen, en dit vooral in streken met hard water. Laat hiervoor
de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik leeglopen,
verwijder de boosterverwarming uit de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik en dompel ze 24 uur onder in een
emmer (of dergelijke) met een ontkalkproduct.
8
De schakelkast van de unit
Voer een grondige visuele controle uit van de schakelkast en
zoek naar voor de hand liggende gebreken zoals losse
aansluitingen of foute bedrading.
Controleer
met
behulp
schakelcontacten K1M, K3M, K5M (alleen toepassingen met
tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik) en K4M
goed werken. Alle contacten van deze schakelcontacten
moeten open staan.
9
Bij gebruik van glycol
(Zie
Opgelet: "Er wordt glycol gebruikt" op pagina
Registreer de glycolconcentratie en de pH-waarde in het
systeem minstens een keer per jaar.
Een pH-waarde onder 8,0 wijst erop dat een aanzienlijk deel
van de inhibitor is verdwenen en dat er meer van moet
worden toegevoegd.
Wanneer de pH-waarde lager is dan 7,0, heeft er zich
oxidatie van de glycol voorgedaan. Het systeem moet in dat
geval worden afgelaten en grondig gespoeld om ernstige
schade te voorkomen.
Zorg dat de verwijdering van de glycoloplossing gebeurt volgens
de toepasselijke wetgeving.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger of een gelijkaardige bevoegde personen
het vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
INFORMATIE
Zie de handleiding voor onderhoud en herstellingen voor
de werking in onderhoudsmodus.
(1) Enkel van toepassing voor een tank met ingebouwde elektrische
boosterverwarming (EKHW*).
Montagehandleiding
55
(1)
.
van
een
ohmmeter
of
20)
13. O
PSPOREN EN VERHELPEN VAN
STORINGEN
In dit onderdeel wordt nuttige informatie gegeven over het opsporen
en oplossen van bepaalde storingen die in de unit kunnen
voorkomen.
Dit opsporen van problemen en de eraan verbonden correctieve
acties mogen alleen door uw installateur worden uitgevoerd.
13.1. Algemene richtlijnen
Voer altijd eerst een grondige visuele controle uit van de unit en zoek
naar voor de hand liggende gebreken zoals losse aansluitingen of
foute bedrading vooraleer te beginnen met de procedure voor het
opsporen en verhelpen van storingen.
de
GEVAAR
Schakel steeds de hoofdschakelaar van de unit uit
vooraleer u het voedingspaneel of de schakelkast
controleert.
Als een beveiliging geactiveerd is, moet u de unit uitschakelen en
nagaan waarom de beveiliging is geactiveerd vooraleer ze te
resetten. De beveiligingen mogen onder geen beding worden
overbrugd of op een andere waarde worden ingesteld dan deze van
de fabrieksinstelling. Raadpleeg uw plaatselijke verdeler als u de
oorzaak van de storing niet kunt vinden
Als de drukveiligheidsklep niet goed werkt en moet worden
vervangen, moet u de slang van de drukveiligheidsklep altijd weer
aansluiten om te voorkomen dat water uit de unit druppelt!
LET OP
Voor problemen i.v.m. de optionele zonnekit voor
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik, zie het
hoofdstuk opsporen en oplossen van problemen in de
montagehandleiding van die kit.
13.2. Algemene symptomen
Symptoom 1: De unit is ingeschakeld (y-led brandt) maar de
unit verwarmt of koelt niet zoals het hoort
M
OGELIJKE OORZAKEN
De temperatuurinstelling is niet
correct.
Er is te weinig waterstroming.
Het watervolume in de installatie is
te laag.
.
W
AT TE DOEN
Controleer het instelpunt van de
controller.
• Controleer of alle afsluiters van
het watercircuit helemaal
openstaan.
• Controleer of het waterfilter moet
gereinigd worden.
• Controleer of er geen lucht in het
systeem zit (ontlucht).
• Controleer op de manometer of er
voldoende waterdruk is. De
>
waterdruk moet
1 bar (water
is koud) bedragen
• Controleer of de pompsnelheid
in de hoogste stand staat.
• Controleer of het expansievat niet
defect is.
• Controleer of de weerstand in het
watercircuit niet te hoog is voor de
pomp (zie
"10.8. Pompsnelheid
instellen" op pagina
33).
Controleer of het watervolume in
de installatie boven de minimaal
vereiste waarde ligt (zie
"Controle
van het watervolume en de voordruk
in het expansievat" op pagina
E(D/B)(H/L)Q011~016BB
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW67904-3 – 01.2011
19).