4. INBEDRIJFSTELLING
- Sluit de voedingskabel van de aandrijving aan (Fig. 14A).
- Haal de schroeven aan (Fig. 14A).
4.1. REGELING VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM TEGEN
INKLEMMING
Het automatische systeem 400 heeft een beveiliging tegen
inklemming die de kracht van de aandrijving beperkt als er zich een
obstakel op de weg van de poort bevindt. Om de inschakellimiet
van het beveiligingssysteem tegen inklemming te regelen, moet de
ontgrendelgroep tijdelijk worden geopend.
- Til de beschermdop (Fig. 13, ref.
sleutel in het slot (Fig. 13, ref.
- Draai de sleutel 90° met de klok mee om de afdekking te openen.
- Til de afdekking op (Fig. 14).
- Haal de schroef (Fig. 14, ref.
en haal de knop zelf weg (Fig. 14, ref.
- Draai aan de regelschroeven van de kracht (overdruk) (Fig. 14, ref.
en
) die op de aandrijving zitten.
- Schroef OPEN (groen opschrift) : openingsrichting van de poort.
- Schroef CLOSE (rood opschrift) : sluitingsrichting van de poort.
- Om het koppel te verkleinen moeten de schroeven tegen de klok
in worden gedraaid.
- Om het koppel te vergroten moeten de schroeven met de klok
mee worden gedraaid.
- Na de regeling moet de knop weer worden teruggeplaatst (Fig. 14,
ref.
), door de schroef vast te draaien (Fig. 14, ref.
- Sluit de afdekking en blokkeer hem door de sleutel tegen de klok in
te draaien.
Voor de regeling van de koppelbegrenzers, zie de normen EN 12453
en EN 12445 in de lidstaten van de Europese Gemeenschap; of de
geldende voorschriften in de andere staten.
5. LAATSTE HANDELINGEN
Beëindig de montage als volgt:
- Sluit de afdekking van het ontgrendelmechanisme met de sleutel.
- Haal de ontluchtingsschroef weg (Fig. 12, ref.
Fig. 11
) op en steek de meegeleverde
).
) waarmee de knop is vastgezet los,
).
).
).
Fig. 12
Fig. 13
46
Fig. 14
Fig. 14A