3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
3.1. VOORBEREIDENDE CONTROLES
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de
constructie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan de
volgende eisen voldoen:
•
de maximumlengte van de vleugels moet overeenstemmen met
de afmetingen van Tab. 1.
•
de constructie van de vleugels moet stevig en stijf zijn.
•
de vleugels moeten zich regelmatig en gelijkmatig bewegen,
zonder onregelmatige wrijving over de hele slag.
•
bestaande scharnieren moeten in goede staat zijn.
•
er moeten mechanische eindaanslagen aanwezig zijn.
Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit te
voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd wordt.
De staat van de constructie is direct van invloed op de
betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem.
3.2. INSTALLATIEMATEN
Tabel A: Aanbevolen maten voor standaard aandrijvingen
a
O
p
e
n
n i
g
h s
o
e
k
(
m
m
)
1
3
0
9
° 0
1
0
0
1
1
° 5
9
0
1
2
° 5
(*) nuttige slag van de steel. (**) maximumafmeting
Tabel B: Aanbevolen maten voor lange aandrijvingen
a
O
p
e
n
n i
g
h s
o
e
k
(
m
m
)
9
° 0
2
0
0
1
7
0
1
1
° 5
1
3
0
1
2
° 5
(*) nuttige slag van de steel. (**) maximumafmeting
c = De nuttige slag van de steel is kleiner dan de maximale slag,
om te voorkomen dat de zuiger aan de binnenzijde zijn uiterste
positie bereikt komt tijdens de opening en de sluiting.
maten in mm.
y Standaard 75 mm.
y
lang
100
b
( c
) *
d
* (
) *
(
m
m
)
(
m
m
)
(
m
m
)
1
3
0
2
6
0
8
0
1
2
0
2
6
0
5
0
1
2
0
2
6
0
4
0
b
( c
) *
d
* (
) *
(
m
m
)
(
m
m
)
(
m
m
)
1
6
0
3
8
0
1
5
0
1
6
0
3
8
0
1
1
0
1
7
0
3
8
0
8
0
3.2.1 ALGEMENE REGELS VOOR HET BEPALEN VAN DE
Als het niet mogelijk is de maten aan te houden die worden vermeld
in tabel A of B, dient u het volgende in aanmerking te nemen bij het
bepalen van andere maten:
-
voor openingen van de vleugel met 90°: a + b = c.
-
voor openingen van de vleugel van meer dan 90°: a + b < c.
-
kleinere maten a en b veroorzaken hogere snelheden. Het wordt
geadviseerd de geldende voorschriften in acht te nemen;
-
houd het verschil tussen de maten a en b binnen 40 mm: grotere
verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid tijdens de
openende en sluitende beweging;
-
met het oog op het ruimtebeslag van de aandrijving is de maat
Z minimaal 50 mm (fig. 4)
-
als het vanwege de afmetingen van de pilaster of de positie
van de scharnier (maat d) niet mogelijk is de maat a binnen de
gewenste afmeting te houden, moet er een nis in de pilaster
worden gemaakt zoals op fig. 5;
-
de maat a moet altijd groter zijn dan de maat E.
Fig. 4
Voor installaties met opening naar buiten, zie paragraaf 9.1.
mm.
S < 0
S = 0
S > 0
(1) Lengte maat "a" - 50 mm.
s
(2) Lengte maat "b" + 100 mm.
(
m
m
)
2
0
2
0
3.3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVINGEN
0
1)
Zet de achterste bevestiging op de pilaster vast volgens de
aanwijzingen van de Tabellen A/B. Wijzig indien nodig de
lengte van de meegeleverde bevestiging.
Let op: om een goede werking van de aandrijving te
verzekeren wordt het geadviseerd de aangegeven maten
aan te houden.
s
• In het geval van ijzeren pilasters moet de achterste
(
m
m
)
bevestiging (ref.
2
0
pilaster worden gelast.
2
0
• In het geval van gemetselde pilasters dient een van de
volgende oplossingen te worden gekozen:
2
0
A) metsel een plaat in en las daar vervolgens de
B) bevestig de plaat van de achterste bevestiging (ref.
44
INSTALLATIEMATEN
, Fig. 6) nauwkeurig rechtstreeks op de
achterste bevestiging op.
, Fig. 6) aan de pilaster met schroeven en pluggen,
en las daarna de achterste bevestiging zorgvuldig op
de plaat, zoals op Fig. 6.
Fig. 5