4 - ELEKTRISCHE AANSLUITING
IWP type
Regelkast type
Zekering in de hoofdverdeling:
compressorregelaar
Aanhaalmoment, klemschroef
Voedingskabel, compressorregelaar
4.4 - Zekering en kabeldiameters
De individuele aders van de voedingskabel moeten worden
voorzien van adereindhulzen.
De kabeldoorsneden zoals gespecificeerd in tabel 2 gelden voor
een kabellengte tot 50 m en een omgevingstemperatuur van
maximaal 30 °C. De verantwoordelijke elektrotechnicus moet de
correcte dimensionering bepalen.
De voedingskabels moeten gebruikt worden om een rechtsdraaiend
veld te realiseren. Controleer de aanwezigheid van een
rechtsdraaiend veld voor de inbedrijfstelling.
Let op!
Bedrijf met een verkeerde draairichting zal
schade aan de compressor veroorzaken.
Let op!
Alleen de klantenservice van CARRIER mag de
warmtepomp de eerste keer starten!
Tabel 2: zekeringbeveiliging en kabelselectie
61CG-A030
61CG-A040
20A
25A
C32A/3
C40A/3
C16A
C16A
Veeruitvoering Veeruitvoering Veeruitvoering Veeruitvoering Veeruitvoering Veeruitvoering
4 x 10 mm²
4 x 10 mm²
3 x 2,5 mm²
3 x 2,5 mm²
61CG-A060
61CG-A080
32A
40A
C50A/3
C80A/3
C16A
C16A
4 x 16 mm²
4 x 25 mm²
3 x 2,5 mm²
3 x 2,5 mm²
4.5 - Sensorbedrading
Activeer nooit spanning op de sensoraansluitklemmen!
Dit veroorzaakt onherstelbare schade aan de
regelaar .
De temperatuursensor van de regelaar van het type NTC10K
worden geleverd met een kabellengte van 6,0 m. Wanneer dit niet
voldoende is kunnen de kabels worden verlengd tot de gewenste
maat. Gebruik 2 x 1,0 mm² flexibele kabel
Waarborg bij de installatie van de sensorkabel, dat de kabel niet
parallel wordt geïnstalleerd met AC-voedingskabels > 230 V AC.
Buitensensor TA
De buitensensor voor de regelaar moet worden geïnstalleerd op
een hoogte van circa 2,5 m op een buitenmuur van het gebouw
(noordwestelijke zijde). Waarborg dat de buitensensor niet wordt
blootgesteld aan direct zonlicht of wind, omdat dit de
regelkarakteristiek zal beïnvloeden. Vermijd ook plaatsing dicht
bij de verdamper. Er bestaat een risico dat de regeling wordt
beïnvloed.
Buffersensor TPO/TPM
Wanneer een hydraulisch scheidingsbuffervat wordt gebruikt,
moeten 2 sensoren in het buffervat worden geïnstalleerd. Let op
een verschillende positionering van de sensoren voor:
■ Buffervat voor verwarming
■ Buffervat voor verwarming of koeling
Zie voor de positionering de informatie in de hydraulische
schema's.
4.6 - Pompen, aandrijvingen 230 V AC
Pompen (warmtepompcircuits, warmwaterlaadpompen) en
aandrijvingen (mengkleppen, enz.) kunnen worden aangesloten
in de regelkast van de warmtepomp. De uitgangen naar een
bronpomp of verbruiksenergiepomp zijn uitgerust met
motoroverbelastingsrelais en beveiligd tegen overbelasting en
kortsluiting.
Een testrun mag alleen worden uitgevoerd op een systeem dat is
voorbereid voor de inbedrijfstelling! De regelaar heeft een
handbedieningsmodus voor het monitoren van de relevante
uitgangen (aandrijvingen).
61CG-A100
61CG-A130
63A
80A
C100A/3
C125A/3
C16A
C16A
2 x 25 mm²
2 x 35 mm²
3 x 2,5 mm²
3 x 2,5 mm²
9