1 - ALGEMEEN
Functies voor het beveiligen van de warmtepomp
kunnen worden ingeschakeld met behulp van de
regelaar. Echter, omdat de regelaar niet is
gecertificeerd als veiligheidsapparaat, moeten de
veiligheidsmaatregelen in geval van storing of schade
aan de warmtepomp (bijv. aanvullende externe
schakeling van actieve beveiligingsapparatuur)
voldoen aan de locale regelgeving.
Staan of klimmen op de warmtepomp kan een aantal
componenten beschadigen en is niet toegestaan.
De koelleidingen en de warmtepompcomponenten mogen op
geen enkele manier beschadigd zijn.
De isolatie van de warmtepompleidingen en warmtewisselaar
met daarbij de behuizing, mogen niet worden verwijderd of zijn
beschadigd.
Bedien nooit de kleppen op de machine!
Om het bedoeld gebruik te waarborgen, mogen temperatuursensoren,
druksensoren of kabels niet worden verwijderd of beschadigd.
Neem in geval van schade contact op met CARRIER.
Steek nooit voorwerpen in onderdelen van de warmtepomp.
Houd de informatie in de meegeleverde veiligheidsspecificatiebladen
aan!
Stop het bedrijf onmiddellijk wanneer lekkage optreedt en neem
contact op met CARRIER.
Tijdens bedrijf en tussentijdse stops, zijn de
aansluitingen van de warmtepomp heet. Gevaar
voor brandwonden bij contact met aansluitingen van
de warmtepomp!
Houd de veiligheids- en milieuvoorschriften aan
(zie bijvoorbeeld EN 378).
1.6 - Niet geautoriseerde modificaties
Niet geautoriseerde modificaties en gebruik van niet originele
reserveonderdelen brengen de veiligheid van het systeem/personeel
in gevaar en doen de conformiteitsverklaring van de fabrikant komen
te vervallen. Modificaties van het product zijn alleen toegestaan na
overleg met de fabrikant. Neem voor reserveonderdelen contact op
met CARRIER. Gebruik van andere onderdelen doet elke vorm van
aansprakelijkheid komen te vervallen.
5