WAARSCHUWING!
Bij warmwatertemperaturen boven 60°C bestaat
gevaar voor brandwonden. Dit kan optreden bij zonne-
energie, bij een aangesloten externe verwarming,
wanneer de legionella-beveiliging is geactiveerd, of
als de ingestelde temperatuur van het warme water op
hoger dan 60°C staat.
Bescherming tegen brandwonden (warmwater-
menginrichting bijv. VTA32,
inbouwen.
4.6.3 Condensafvoerleiding aansluiten
Het bij de afkoeling van de verbrandingsgassen in de ketel en in
het afgassysteem ontstane condensaat wordt via de
conden-saatbuisleiding in het buffervat geleid, daarin door
middel van langdurig werkende neutralisatievulling geneutrali-
seerd en vervolgens via de veiligheids-overloopaansluiting
(afb. 4-19) in de riolering afgevoerd.
Condensaatafvoerslang (niet bij de levering inbegrepen) met
constant niveauverschil en met vrije inlaat naar de riolerings-
aansluiting leiden.
De volledige afvoer mag niet afsluitbaar zijn en moet het
condensaat evenals bij schadegeval het uitstromende
medium (drink-, buffer - of verwarmingswater) veilig en
herkenbaar naar buiten afvoeren (bijv. slangaansluiting op
bodemafloop of transparante afvoerslang).
Ter vermijding van een opstopping erop letten dat een
eventueel aanwezige buigzame condensafvoerslang tot aan
de aansluiting op de afvalwaterleiding geen zwanenhals
vormt.
Condensafvoerleidingen op lekken controleren.
FA ROTEX GCU compact -
4.7 Aansluiting regeling en elektriciteit
4.7.1 Instructies voor de elektrische aansluiting
15 60 16)
Alle elektronische regel- en beveiligingsvoorzieningen van de
ROTEX GCU compact zijn gebruiksklaar aangesloten en getest.
Onbevoegde ingrepen in de elektrische installatie zijn gevaarlijk
en niet toegestaan. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk
voor eventuele schade.
Netaansluiting, de buitentemperatuursensor en andere optionele
toebehoren (bijv. boilertemperatuursensor, circulatiepomp)
moeten nog op het bedieningspaneel van de ketel worden aan-
gesloten.
4
x
Montage en installatie
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk
letsel en brandwonden veroorzaken.
Alvorens met de werkzaamheden aan onder
stroom staande onderdelen te beginnen deze van
de stroomtoevoer afhalen (zekering en hoofdscha-
kelaar uitschakelen) en tegen onbedoeld opnieuw
inschakelen beveiligen.
Opnieuw aansluiten op de elektriciteit mag alleen
door bevoegde elektrotechnici met inachtneming
van de van kracht zijnde normen en richtlijnen,
zowel als van de instructies van het energiebedrijf.
23