16
Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel
Klant/gebruiker van de installatie:
Naam, voornaam
Telfoon/fax
Fabrikant installatie:
Opdrachtnummer:
Keteltype:
Serienummer:
Datum van de inbedrijfstelling:
Enkele ketel | Cascade, aantal ketels: ......
Kelder | Zolder | Overige:
Opstellingsruimte:
Ventilatieopeningen: Aantal: ......, grootte: ca.
Dubbel buissysteem | LAS | Schacht | Afzonderlijke buizen
Rookgasafvoer:
Kunststof | Aluminium | RVS
Totale lengte: ca. ...... m | Bocht 90°: ...... stuks | Bocht 15 - 45°: ...... stuks
Controle van de dichtheid van de rookgasafvoerbuis bij tegenstroom: ja | nee
CO
-waarde in de verbrandingslucht bij maximale nominale warmtevermogen:
2
O
-waarde in de verbrandingslucht bij maximale nominale warmtevermogen:
2
Opmerkingen omtreint onder- of overdrukbedrijf:
Gasinstelling en rookgasmeting:
Ingestelde gassoort: Aardgas E (G20) | Aardgas L (G25) | Propaan
Dynamische gasdruk:
Ingesteld maximaal nominaal warmtevermogen:
Gasdebiet bij maximaal nominaal warmtevermogen:
Calorische waarde H
:
iB
CO
bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
O
bij maximaal nominaal warmtevermogen:
2
CO bij maximaal nominaal warmtevermogen:
Rookgastemperatuur bij maximaal nominaal warmtevermo-
gen:
Gemeten maximale aanvoertemperatuur:
Installatiehydraulica:
Evenwichtsfles, type:
CV-pomp:
Installatiehydraulica gecontroleerd, opmerking:
CerapurAcu-Smart
Straat, nr.
Postcode, plaats
(voor iedere ketel een eigen protocol invullen!)
mbar
Statische gasdruk:
kW
Ingesteld maximaal nominaal warmtevermogen:
l/min
Gasdebiet bij minimale nominale warmtevermogen:
3
kWh/m
%
CO
bij minimale nominale warmtevermogen:
2
%
O
bij minimale nominale warmtevermogen:
2
mg/kWh
CO bij minimaal nominaal warmtevermogen:
°C
Rookgastemperatuur bij minimale nominale warmtevermo-
gen:
°C
Gemeten minimale aanvoertemperatuur:
Extra expansievat
Grootte/voordruk:
Automatische ontluchter aanwezig?
ja | nee
Inbedrijfstellingsprotocol voor de ketel | 47
6 720 802 078 (2020/03)
2
cm
%
%
mbar
kW
l/min
%
%
mg/kWh
°C
°C