Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Montagetips; Plaatsingsvoorwaarden - Siemens OWGX Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6.

Montage

De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen!
6.1

Algemene montagetips

Alle geconserveerde flensoppervlakken dienen met een geschikt oplosmiddel te worden afgewassen.
Bepalingen inzake de milieubescherming moeten in acht worden genomen
Worden verbindingspijpleidingen niet meegeleverd, dienen buizen van tenminste P 235 TR 2
conform DIN 2391 c (hydraulische buis, kwaliteitsgraad C) normaliserend blankgegloeid (NBK)
naadloos getrokken, te worden toegepast.
De aansluitvlakken dienen van overeenkomstige flensen of schroefaansluitingen te worden voorzien.
Bij verbindingspijpleidingen raden wij ter isolering tegen vibraties en ter compensatie van uitzetting in
de lengte aan, compensatoren toe te passen.
Ter plaatse dienen bij het leggen van pijpleidingen pijpbevestigingen (plastic buisklemmen) te worden
gebruikt. De afstand tussen 2 pijpklemmen dient kleiner te zijn dan 2 m / 78.7 ".
Er moet op worden gelet, dat pijpleidingen niet onder spanning staan.
Gelaste buizen dienen vóór de installatie te worden gebeitst.
Na de installatie van de leidingen dienen de leidingen te worden gespoeld.
Electrische aansluiting van de motoren en regelingsinrichtingen dienen overeenkomstig
aansluittekeningen, lijsten met de apparaten en volgens de voorschriften te worden uitgevoerd.
Spanning en schakelingen controleren.
Voor het aansluiten van de water­oliekoeler de aansluitmoffen van de koelwateraansluiting
verwijderen en de water­oliekoeler doorspoelen om eventuele verontreinigingen te verwijderen.
Koelwatertoe­ en ­afvoerleidingen installeren. Hierbij moeten de doorstroomrichting van het koelwater
en de plaats van de aansluitingen in de tekening met afmetingen worden nagezien.
De sluitdoppen en flensafdekkingen moeten worden verwijderd en los meegeleverde appendages
moeten conform smeerschema en tekeningen (zie hoofdstuk 8 "Bedrijf") in de bijlage worden
gemonteerd.
Los meegeleverde onderdelen met schroefdraadaansluiting moeten na grondige reiniging met
LOCTITE 128068 te worden afgedicht.
6.1.1

Plaatsingsvoorwaarden

Bij de ruimtelijke planning (bijv. uitvoering van de planning door de klant) moet erop worden gelet, dat
rondom de olietoevoerinstallatie voldoende plaats ter beschikking is, zodat montage­ en
reparatiewerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
Het draagvermogen van geïnstalleerde hefwerktuigen moet voldoende zijn.
(Voor gegevens over de olietoevoerinstallatie, zie hoofdstuk 1, "Technische
gegevens".)
Het plaatsen van de olietoevoerinstallatie moet op een vlak, veilig en stabiel fundament of
fundamentframe te geschieden. Er dient op te worden gelet, dat de olie kan worden afgetapt en dat
voldoende toevoer van lucht voor de motoren beschikbaar is. De appendages en sluitdelen moeten goed
toegankelijk zijn en kunnen worden gecontroleerd.
De toegestane afwijking van de standplaats van de olietoevoerinstallatie van het horizontale vlak
bedraagt 2 mm / 1 m (0.08 "/40 "); indien nodig dienen onderlegplaten te worden gebruikt.
BA 9733 nl 02/2013
15 / 31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave