Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 140.
■ Sportieve vering: Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties aandrijflijn:
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.
■ Sportieve besturing: De stuurbe‐
krachtiging werkt minder goed.
■ Andere kleur verlichting
hoofdinstr.: Instrumentenverlich‐
ting verandert van kleur.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 71.
Radio-instellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding bij het
Infotainmentsysteem
Instrumenten en bedieningsorganen
Telefooninstellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding bij het
Infotainmentsysteem
Auto-instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid: Veran‐
dert de aanjagerregeling. De gewij‐
zigde instelling wordt actief nadat
het contact uit- en vervolgens weer
ingeschakeld wordt.
Klimaatregelingsmodus: Activeert
of deactiveert de koeling iedere
keer dat het contact wordt inge‐
schakeld of hanteert de laatst ge‐
kozen instelling.
Automatische ontwaseming: on‐
dersteunt het ontvochtigen van de
voorruit door het automatisch se‐
lecteren van de vereiste instellin‐
gen en de automatische aircomo‐
dus.
Autom. achterruitverwarming: Acti‐
veert de automatische achterruit‐
verwarming.
■ Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal: Wijzigt het
volume van geluidssignalen.
97