Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde af‐
stand vanaf een bepaalde reset weer.
Actieradius
De actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het mo‐
mentane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐
radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Instrumenten en bedieningsorganen
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er bij auto's met een
Uplevel- of Uplevel-Combi-display
een bericht.
Wanneer de tank onmiddellijk moet
worden bijgevuld, verschijnt er een
waarschuwingscode of waarschu‐
wingsbericht bij auto's met een Mid‐
level-, Uplevel- en Uplevel-Combi-
display.
Bovendien gaat de controlelamp i
in de brandstofmeter branden of knip‐
peren 3 82.
Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan altijd opnieuw
worden ingesteld en begint met een
standaardwaarde.
Voor het resetten drukt u de toets
SET/CLR enkele seconden in.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Voor het resetten drukt u de toets
SET/CLR enkele seconden in.
Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige
snelheid.
Verkeersbordherkenning
Toont waargenomen verkeersborden
tijdens het huidige traject 3 148.
ECO Drive Assist
Een pijl geeft de aanbevolen hogere
versnelling aan voor brandstofbespa‐
ring.
Bovendien geeft een balk aan hoe
zuinig de actuele rijstijl is. Een volle‐
dig ingekleurde balk geeft optimale
zuinigheid aan.
95