■ Gebruik de krik alleen om een wiel
te wisselen in geval van banden‐
pech en niet voor de jaarlijkse mon‐
tage van winter- of zomerbanden.
■ Bij een zachte ondergrond, een ste‐
vige plank (max. 1 cm dik) onder de
krik leggen.
■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
■ Opgekrikte auto niet starten.
■ Reinig de wielmoeren en de draad
met een schone doek voordat u het
wiel plaatst.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Wieldop verwijderen met
de haak. Boordgereedschap
3 182.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen.
Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de
lichtmetalen velg aanbrengen.
Verzorging van de auto
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop
los door de trekker 3 182 in de uit‐
sparing van het merkembleem te
plaatsen en te trekken.
191