Draai aan het stelwiel om het ban‐
denspanningscontrolesysteem te se‐
lecteren.
De systeemstatus en geringe span‐
ningsverschillen herkent u aan een
waarschuwingstekst waarbij de des‐
betreffende band knippert op het Dri‐
ver Information Centre.
Grotere spanningsverschillen tussen
de banden op één as herkent u verder
aan een waarschuwingstekst op het
Driver Information Centre.
Extreme drukverschillen worden bo‐
vendien ook nog aangeduid door de
controlelamp w.
Controlelamp w 3 81.
Boordinformatie 3 89.
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning moet worden ver‐
hoogd of verlaagd.
Wanneer een complete set wielen
zonder sensoren is gemonteerd (bijv.
vier winterbanden), dan ziet u een be‐
richt op het Driver Information Centre.
Het bandenspanningscontrolesys‐
teem werkt dan niet. Sensoren kun‐
nen naderhand gemonteerd worden.
Een reservewiel of tijdelijk reserve‐
wiel heeft geen druksensor. Het ban‐
denspanningscontrolesysteem werkt
niet op deze wielen. Controlelamp w
brandt. Voor de overige drie wielen
blijft het systeem in werking.
Gebruik van in de handel verkrijgbare
vloeibare bandenreparatiesets kan
de werking van het systeem nadelig
beïnvloeden. Gebruik uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde reparatie‐
sets.
Externe zendinstallaties met een
hoog vermogen kunnen storingen in
het bandenspanningscontrolesys‐
teem tot gevolg hebben.
De ventielen en afdichtringen van het
bandenspanningscontrolesysteem
moeten bij elke nieuwe band worden
vervangen.
Adaptieve drempelwaarde
Het bandenspanningscontrolesys‐
teem herkent automatisch of de auto
de juiste bandenspanning heeft voor
max. 3 personen of voor een maxi‐
male belading.
Verzorging van de auto
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning moet worden ver‐
laagd.
Automatisch inleren
Nadat de wielen zijn vervangen moet
de auto ca. 20 minuten blijven stil‐
staan alvorens het systeem een her‐
berekening uitvoert. Het daaropvol‐
gende inleerproces duurt 10 minuten
bij een minimale rijsnelheid van
20 km/u. In dit geval kan $ verschij‐
nen of u ziet wisselende spannings‐
waarden op het Driver Information
Centre.
Wanneer tijdens het inleren proble‐
men optreden, ziet u een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Centre.
Temperatuurcompensatie
Koude banden hebben een lagere
bandenspanning en warme banden
een hogere. Het bandenspannings‐
controlesysteem houdt in zijn waar‐
schuwingen rekening met dit effect.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Centre ziet, is
de daadwerkelijke bandenspanning.
185