Problemen oplossen
Probleem
Het scherm is leeg.
Kan de voicerecorder
niet bedienen
Kan niet opnemen
Afspelen is onhoorbaar.
De opname is te stil.
Het geluidsbestand
klinkt vervormd.
Mogelijke oorzaak
De batterij is niet correct geplaatst.
Het resterend batterijvermogen
is laag.
Het toestel is uitgeschakeld.
Het resterend batterijvermogen
is laag.
Het toestel is uitgeschakeld.
De voicerecorder staat in HOLD-
modus.
Er is geen geheugen meer
beschikbaar.
Het maximale aantal opneembare
bestanden is bereikt.
De oortelefoon is aangesloten op
de oortelefoon-aansluiting.
[Uit] is geselecteerd voor
[Luidspreker].
Het volume is ingesteld op [00].
Er is een laag opnameniveau
ingesteld.
Het uitgangsniveau van het
aangesloten externe toestel kan
te laag zijn.
Het opnameniveau is niet
aangepast.
Het opnameniveau is niet
aangepast.
Het opnameniveau van de
voicerecorder of het uitgangsniveau
van het aangesloten externe toestel
kan te hoog zijn.
Oplossing
Controleer of de positieve en negatieve
polen van de batterij correct geplaatst zijn
(☞ Blz. 9).
Vervang de batterij of laad deze op
(☞ Blz. 9, Blz. 12).
Schakel het toestel in (☞ Blz. 10).
Vervang de batterij of laad deze op
(☞ Blz. 9, Blz. 12).
Schakel het toestel in (☞ Blz. 10).
Hef de HOLD-modus op (☞ Blz. 19).
Verwijder onnodige bestanden (☞ Blz. 47).
Selecteer een andere map (☞ Blz. 22).
Om weer te geven via de ingebouwde
luidspreker, koppelt u de oortelefoon los.
Om weer te geven via de ingebouwde
luidspreker, selecteert u [Aan] voor
[Luidspreker] (☞ Blz. 66).
Pas het volume aan (☞ Blz. 34).
Maak de opname opnieuw nadat u het
opnameniveau hebt ingesteld op [Hoog] of
[Medium] (☞ Blz. 54).
Pas het uitgangsniveau van het externe
toestel aan.
Maak de opname opnieuw nadat u het
opnameniveau hebt aangepast (☞ Blz. 54).
Maak de opname opnieuw nadat u het
opnameniveau heeft aangepast (☞ Blz. 54).
Als het probleem niet verholpen is na het
aanpassen van het opnameniveau van
de voicerecorder (☞ Blz. 54), past u het
uitgangsniveau van het externe toestel aan.
6
NL
99