Afspelen
Naast bestanden die werden opgenomen met de voicerecorder, kunt u ook bestanden afspelen
in WAV- en MP3-indeling die vanaf een computer werden overgezet.
Basis weergaveprocedure
3
Selecteer het af te spelen
1
bestand in de map waarin het
bestand staat (☞ Blz. 22).
TIP
• Bestanden worden opgeslagen in
de hierna aangegeven locaties.
Bestanden die zijn opgenomen
met de ingebouwde microfoon:
[Recorder]-mappen (mappen
& tot *)
Muziekbestanden die zijn
overgezet van een computer:
[Muziek]-map
Druk op de knop `OK om het
2
afspelen te starten.
a Bestandsnaam/mapindicatie
b Verstreken afspeeltijd/
bestandslengte
c Indicator weergavepositie
NL
34
Afspelen
Druk op de knop + of – om
3
het volume in te stellen op het
gewenste niveau.
• Het volume kan worden aangepast
tussen [00] en [30]. Hoe hoger de
waarde, hoe luider het volume.
• Als het volume te luid is ingesteld,
kan een waarschuwing verschijnen.
Druk op de knop STOP ( 4) om
4
de weergave te stoppen.
• De weergave van het bestand wordt
a
direct onderbroken. De positie waar
de weergave is gestopt, wordt door
de functie Hervatten opgeslagen
b
in het geheugen. De positie blijft
c
bewaard wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld. Wanneer het apparaat
opnieuw wordt ingeschakeld, kan
de weergave worden hervat vanaf
de positie die is opgeslagen in het
geheugen.