Als de knoppen tegelijkertijd worden ingedrukt, worden de lasdata opnieuw weergegeven en
worden de draadaanvoersnelheid, de lasspanning en actuele lasstroom die werden gebruikt op het
moment dat het lassen werd onderbroken, op de display weergegeven.
3.3.5 Timer
Intermitterend lassen
Hechtlassen
De hechttijd wordt onmiddellijk na het indrukken van de schakelknop ingesteld op de display SPt.
De pauze wordt afhankelijk hiervan ingesteld, op de PSE-display. De tijd wordt ingesteld met de
instelknop.
3.3.6 Lasdynamiek instellen
Als MIG/MAG-lasdynamiek wordt ingesteld, wordt de instelwaarde dyn -9...0...9 weergegeven. De
lasstabiliteit en het spatten worden beïnvloed door de ingestelde lasdynamiek. De stand 0 is het
aanbevolen referentiebereik. De waarden -9...-1 geven een gelijkmatigere boog en minder spatten,
terwijl de waarden 1...9 voor een minder gelijkmatige boog en meer stabiliteit zorgen als bij het
lassen van staal wordt gewerkt met 100% CO
3.3.7 Afstandsbediening
NL
Bediening van de lasspanning of de lengte van de lasboog kan worden gewijzigd met de
potentiometer op het paneel.
Paneelbediening, instellingen met de potentiometer op het paneel.
3.3.8 MIG extra functies
Kratervulling, 1-MIG en puls-MIG:
Kratervulling vermindert lasfouten die worden veroorzaakt door eindkraters. Door de 4T-trekker
aan het einde van de las ingedrukt te houden, neemt de lasstroom af waardoor eindkraters
gereguleerd worden gevuld. De afnametijd wordt constant gehouden met de functie 2T, de
lasstroom en het eindniveau kunnen worden gewijzigd met de functie SETUP.
14
Kempact Pulse 3000, KempactCool 10
₂
beschermgas.