12
Meten van laagohmige weerstanden tot 200 ohm
(aardleidingen en potentiaalvereffeningsleidingen)
De meting van laagohmige weerstanden van aardleidingen, aard-
geleiders of potentiaalvereffeningsleidingen moet volgens de
voorschriften worden verricht met (automatische) ompoling van
de meetspanning of met stroomloop in de ene (+ Pol naar PE) en
in de andere richting (– Pol naar PE).
!
Let op!
Laagohmige weerstanden mogen alleen op spannings-
vrije objecten worden gemeten.
Meetfunctie kiezen
R
LO
Aansluiting
alleen met een 2-polige
adapter!
Parameter instellen
ROFFSET: ON OFF
Polariteit:
+/– ten opzichte van PE
Polariteit: +/– ten opzichte van PE
met hellingverloop
Limiet /
grenswaarde:
R
> Limiet / grenswaarde
LO
R
U
L
L
GMC-I Messtechnik GmbH
❏ R
/
OFFSET ON
OFF
– In aanmerking nemen van meetleidingen tot 10
Bij het gebruik van meetleidingen of verlengingsleidingen kan hun
ohmse weerstand automatisch worden afgetrokken van het
meetresultaat. Ga hiervoor als volgt te werk:
➭ Zet R
van OFF naar ON. „R
OFFSET
voettekst in beeld gebracht.
➭ Kies een polariteit of kies voor automatische ompoling.
➭ Veroorzaak een kortsluiting met het einde van de verlengde
meetleiding en de tweede meetpen van de tester.
➭ Start de meting van de offsetweersrand met I
Allereerst weerklinkt er een interval waar-
schuwingssignaal en verschijnt er een knippe-
rende instructie in beeld om te voorkomen dat
een reeds opgeslagen offsetwaarde per ver-
gissing wordt gewist.
➭ Start de offsetmeting door nogmaals
op de activeringsknop te drukken of
annuleer ze met een druk op de knop
▼
ON/START
(in dit geval = ESC).
Opmerking
Als de offsetmeting wordt gestopt door een fout-popup
(als Roffset > 10 resp. als het verschil tussen RLO+ en
RLO– groter is dan 10%), dan blijft de voor het laatst
gemeten offsetwaarde behouden. Hiermee is het vrijwel
onmogelijk dat de eenmaal berekende offsetwaarde per
vergissing wordt gewist! In het andere geval wordt tel-
kens de kleinste waarde als offsetwaarde bewaard. De
maximale offset bedraagt 10,0 . Door de offset kunnen
negatieve weerstandswaarden ontstaan.
R
meten
OFFSET
In de voettekst van het display verschijnt nu de melding R
x.xx. Hierbij staat x.xx voor een waarde tussen 0,00 en 10,0 .
Deze waarde wordt nu bij alle volgende R
ken van het eigenlijke meetresultaat, als u de softkeyknop R
ON/OFF op ON heeft geschakeld.
R
moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald:
OFFSET
•
bij het wisselen tussen de polariteiten
•
na het omschakelen van ON naar OFF en terug.
U kunt de offsetwaarde bewust wissen door ROFFSET van OFF
op ON te schakelen.
Opmerking
Gebruik deze functie uitsluitend als u met verlengingslei-
dingen werkt. Bij het gebruik van verschillende verlen-
gingsleidingen, moet de voordien beschreven procedure
in principe worden herhaald.
❏ Type / polariteit
Hier kan de richting van de stroomloop worden ingesteld.
❏ Limieten – Instellen van de grenswaarde
Hier kunt u de grenswaarde van de weerstand instellen Als er
meetwaarden boven deze grenswaarde optreden, dan brandt de
rode LED U
/R
. Er kunnen grenswaarden worden gekozen tus-
L
L
sen 0,10 en 10,0 (editeerbaar). De grenswaarde verschijnt
boven de meetwaarde in beeld.
= 0.00 " wordt in de
OFFSET
.
N
OFFSET
-metingen afgetrok-
LO
OFFSET
47