Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controleren Van De Uitschakelvoorwaarden Van Overstroombeveiligingsinrichtingen, Meten Van De Lusimpedantie En Berekenen Van De Kortsluitstroom; L-Pek - Gossen MetraWatt PROFITEST MASTER Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

8
Controleren van de uitschakelvoorwaarden
van overstroombeveiligingsinrichtingen,
Meten van de lusimpedantie en berekenen van
de kortsluitstroom (functie Z
Het testen van overstroombeveiligingen houdt het bekijken en
meten in. Voor het meten gebruikt u de PROFITEST MASTER of
SECULIFE IP.
Meetprocedure
De lusimpedantie Z
wordt gemeten en de kortsluitstroom I
L-PE
wordt bepaald om te controleren of aan de uitschakelvoorwaar-
den van de beveiligingen wordt voldaan.
De lusimpedantie is de weerstand van de stroomlus (EVU-station
– buitenste geleider – aardleiding) bij een gestelsluiting (gelei-
dende verbinding tussen buitenste geleider en aardleiding). De
waarde van de lusimpedantie bepaalt de grootte van de kortsluit-
stroom. De kortsluitstroom I
den die volgens DIN VDE 0100 is vastgelegd, zodat de beveiliging
van een installatie (zekering, installatie-automaat) veilig uitscha-
kelt.
Om deze reden moet de gemeten waarde van de lusimpedantie
kleiner zijn dan de maximaal toegelaten waarde.
Tabellen over de toegelaten weergavewaarden voor de lusimpe-
dantie en de minimum weergavewaarden van kortsluitstroom
voor de nominale stromen van diverse zekeringen en schakelaars
vindt u op de hulppagina's en inhoofdstuk 21 vanaf pagina 88. In
deze tabel is rekening gehouden met de maximale apparaatfout
volgens VDE 0413. Zie ook hoofdstuk 8.2.
Om de lusimpedantie Z
L-PE
gelang de aanwezige netspanning en netfrequentie met een
meetstroom van 3,7 A tot 7 A (60 ... 550 V) en een meetduur van
max. 1200 ms bij 16 Hz.
Als tijdens deze meting een gevaarlijke contactspanning (> 50 V)
optreedt, wordt de beveiligingsuitschakeling in werking gesteld.
Aan de hand van de gemeten lusimpedantie Z
spanning berekent het meet- en testapparaat de kortsluitstroom
I
. Bij netspanningen die binnen de nominale spanningsbereiken
K
voor de nominale netspanningen 120 V, 230 V en 400 V liggen,
wordt de kortsluitstroom gerelateerd aan deze nominale spannin-
gen. Als de netspanning buiten deze nominale spanningsbereiken
ligt, dan berekent het apparaat de kortsluitstroom I
van de aanwezige netspanning en de gemeten lusimpedantie Z
.
PE
Meetprocedures met onderdrukking van de RCD-aanspreking
PROFITEST MXTRA en SECULIFE IP bieden de mogelijkheid om de
lusimpedantie te meten in installaties die uitgerust zijn met RCD-
aardlekschakelaars.
De tester genereert
I
/mA
F
hiervoor een gelijk-
stroom die de mag-
netische kring van
de RCD-schakelaar
in verzadiging
brengt.
Met de tester wordt
dan een meet-
stroom overlapt die
alleen halve golven
van gelijke polariteit
heeft. De RCD-
Onderdrukking van de RCD-aanspreking bij impuls-
schakelaar kan
deze meetstroom
stroomgevoelige RCD-veiligheidsschakelaars
dan niet meer her-
kennen en spreekt tijdens het meten dus niet meer aan.
De meetkabel van het apparaat naar de teststekker is uitgevoerd
in vierdraadstechniek. De weerstanden van het aansluitsnoer en
van de meetadapter worden bij een meting automatisch gecom-
penseerd en worden niet meegerekend in het meetresultaat.
26
en I
)
L-PE
K
mag een waarde niet onderschrij-
K
te meten, meet het apparaat al naar
en de net-
L-PE
aan de hand
K
t1
t2
Meten
Gebruik
RCD buiten werking!
Start
Meetfunctie kiezen
Z
L-PE
Aansluiting contactstop
met randeaarde/3-polige
adapter
K
Aansluiting
2-polige adapter
Opmerking
De lusweerstand moet voor elke stroomkring op de verst
L-
verwijderde plaats worden gemeten om de maximale
lusimpedantie van de installatie te registreren.
Opmerking
Voormagnetisering
Met de 2-polige adapter zijn alleen AC-metingen voor-
zien. Het onderdrukken van de RCD-aanspreking door
middel van een voormagnetisering door gelijkstroom is
alleen mogelijk met het landspecifieke stekkerinzetstuk
bijv. geaarde stekker of de 3-polige adapter (N-geleider
vereist).
t
t3
Opmerking
Houdt u zich aan de nationale voorschriften, bv. de nood-
zakelijkheid om bij de meting RCD-aardlekschakelaars te
overbruggen in Oostenrijk.
Draaistroomaansluitingen
Bij draaistroomaansluitingen moet de meting van de lusimpedan-
tie voor een feilloze controle van de overstroombeveiliging worden
verricht met elke van de drie buitenste geleiders (L1, L2 en L3) ten
opzichte van de aardleiding PE.
GMC-I Messtechnik GmbH

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave