Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoogte Invoervijzel Instellen; Instelling Van De Invoervijzelveren - Kemper Opraper C3003 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoogte invoervijzel instellen

Stel de veren van de invoervijzel in. (Zie "Veren
invoervijzel instellen" in dit hoofdstuk.)
Als de arm (E) van de invoervijzel op de rubberen aanslag
(D) rust, moet de afstand (G) tussen de vijzelwinding
(A) van de invoervijzel en de bodemplaat (F) binnen de
opgegeven specificatie vallen.
Specificatie
Tussen vijzelwinding
invoervijzel en
bodemplaat—Afstand.............................................................. 20 ± 5 mm
Is dit niet het geval, ga dan als volgt te werk:
1. Ontspan aan beide zijden de veer (B) van de
invoervijzel.
2. Breng de invoervijzel met een hijswerktuig omhoog.
3. Om de gewenste afstand te verkrijgen, moeten
tussen de rubberen aanslag (D) en de steun (C)
afstandsstukken worden toegevoegd of verwijderd.
OPMERKING: De benodigde afstandsstukken kunnen
worden verwijderd uit de onderste rubberen aanslag.

Instelling van de invoervijzelveren

Stel de correcte lengte van de veer van de invoervijzel
(C) in.
Draai hiertoe stelmoer (B) vast of los om een
schroefdraadlengte (A) van 35—39 mm (1.4 in.—1.5 in.)
te verkrijgen.
Herhaal deze procedure aan de andere kant.
OPMERKING: De hierboven beschreven methode
voor het instellen van de losvijzelveer is een
basisinstelling. Instellen overeenkomstig de
veldomstandigheden (veerspanning verkleinen
voor hoge opbrengst).
Opraper bedienen
(0.8 ± 0.2 in.)
A—Vijzelwinding
B—Veer
C—Steun
D—Rubberen aanslag
4. Stel de veren (B) van de invoervijzel in. (Zie "Veren
invoervijzel instellen" in dit hoofdstuk.)
A—Draadlengte
B—Instelmoer
45-9
E—Arm invoervijzel
F— Bodemplaat
G—20 ± 5 mm (0.8 ± 0.2 in.)
KM00321,00000F5 -18-23JAN09-1/1
C—Veer
KM00321,000029F -18-06FEB14-1/1
PN=47
030520

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Kemper Opraper C3003

Inhoudsopgave