Afkoppelen van de opraper
BELANGRIJK: Let er vóór het afkoppelen van de
opraper op dat de hydraulische functies van
de opraper zijn losgemaakt.
Ga als volgt te werk:
1. Ontkoppel de hydraulische slangen (A) en kabelboom
(B).
2. Laat de opraper (C) neer tot op de grond.
BELANGRIJK: Zet de opraper neer op een hoogte
die het makkelijk maakt om het werktuig later
weer aan de veldhakselaar te koppelen. Zet de
opraper nooit neer op een te lage hoogte.
3. Zet de motor af, verwijder de sleutel uit het contactslot
en schakel de parkeerrem in.
A—Hydraulische slangen
B—Kabelboom
4. Laat links en rechts de steunpoten (A) zakken en
vergrendel ze op een geschikte hoogte. Trek de pen
met veerdruk (B) uit en laat deze weer terugschieten
wanneer de steunpoot (A) op de juiste hoogte staat.
A—Assteun
Afkoppelen
C—Opraper
B—Veerpen
35-1
Vervolg op volgende pagina
KM00321,00009F4 -18-07FEB20-1/3
KM00321,00009F4 -18-07FEB20-2/3
030520
PN=35