Veiligheidsverlichting en -voorzieningen
gebruiken
Voorkom aanrijdingen met andere verkeersdeelnemers.
Met name op de openbare weg kunnen langzaam rijdende
tractoren met werktuigen of getrokken materieel en
zelfrijdende machines gevaarlijk zijn. Let voortdurend op
achteropkomend verkeer, vooral bij het veranderen van
de rijrichting. Zorg voor veilige verkeersomstandigheden
door richtingaanwijzers te gebruiken.
Gebruik koplampen, waarschuwingsverlichting,
richtingaanwijzers en andere veiligheidsvoorzieningen
volgens de lokale voorschriften. Houd de
veiligheidsvoorzieningen in goede conditie. Vervang
ontbrekende of beschadigde delen.
Bestuur de opraper op veilige wijze
Personen kunnen ernstig of zelfs dodelijk gewond raken
als zij in de machine worden getrokken terwijl deze in
bedrijf is:
Probeer NOOIT met de hand materiaal in de machine in
te voeren of verstoppingen te verwijderen ZOLANG DE
Uit de buurt van de draaiende
aandrijfleidingen blijven
Verstrikt raken in draaiende aandrijfassen kan leiden tot
letsel of de dood.
Wijzig geen posities van beschermingen. Controleer of
draaiende beschermingen vrij draaien.
Draag nauwsluitende kleding. Stop de motoren en
controleer of alle draaiende delen een aandrijflijnen
worden stilgezet alvorens instellingen, verbindingen of
onderhoud aan motor of door machine aangedreven
uitrusting uit te voeren.
Veiligheid
MACHINE DRAAIT. De machine trekt het gewas sneller
naar binnen dan dat men het los kan laten laten.
Schakel de aandrijving uit en zet de motor van de
hakselaar uit.
Houd u nooit op in de gevarenzone van de draaiende
opraper.
05-4
KM00321,00008FD -18-02APR19-1/1
CC,630PU 002665 -18-11APR95-1/1
DX,ROTATING -18-18AUG09-1/1
030520
PN=13