2.8 Doorvoerpijpen installeren en vervangen
Het draadaanvoermechanisme omvat drie doorvoerpijpen. Vervang deze wanneer de diameter of het materiaal van de
lasdraad verandert. Kies de draad doorvoerpijpjes volgens het overzicht in "Slijtonderdelen draadaanvoerunit" op
pagina 94.
Wanneer u de uitgaande doorvoerpijp vervangt, moet het laspistool zijn ontkoppeld.
a.
Ingang doorvoerpijp
b.
Midden-doorvoerpijp
c.
Uitgang doorvoerpijp
Om de doorvoerpijpen te vervangen:
1.
Geef de drukarmen vrij en verwijder het toevoegmateriaal uit het systeem.
2.
Trek de ingangsbuis (a) naar buiten en breng een nieuwe in.
3.
Draai de vergrendelclip opzij om het midden van de doorvoerpijp (b) vrij te maken voor vervanging.
4.
Steek een nieuwe middelste doorvoerpijp in de sleuf en druk deze naar behoren op zijn plaats. Zorg ervoor dat de
markeringspijl in de richting van de draadaanvoer loopt.
5.
Draai de vergrendelclip terug om het nieuwe middelste buisje te vergrendelen.
6.
Vervang de uitgangsbuis (c) door te drukken op de oude uitgangsbuis ongeacht vanuit welke richting.
© Kemppi
23
Master M 358
Gebruiksaanwijzing - NL
1921980 / 2320