Normaal zullen op een opdrachtformulier de sectoren worden gespecificeerd zoals ze ook in
de LX 8000 ingevoerd kunnen worden. Een voorbeeld van een opdrachtformulier is
weergegeven op de vorige pagina.
Alleen wanneer er een sector gespecificeerd staat met enkel twee radialen en 2 radiussen
zal er wat gerekend moeten worden. Zie voorbeeld hier onder:
‐Sector staat gespecificeerd als:
Radiaal 1: 30°, radiaal 2: 70°, min. radius: 50km, max. radius: 200km.
Om deze beschrijving om te vormen naar in te voeren waardes moet het volgende
gebeuren:
• Richting moet op VAST gezet worden
• Hoek12= (radiaal2‐radiaal1)/2+180°=230°. Let op bij noordelijke richtingen!
• Hoek1=(radiaal2‐radiaal1)/2=20°
• Radius1=Max. radius= 200km.
• Radius2=Min. radius= 50km.
4.2 Een opdracht vliegen
Na de start zal het instrument naar de vliegende mode schakelen. Dit is merkbaar doordat
de statistieken pagina verandert van logboek naar vlucht statistieken.
4.2.1 Starten van een opdracht
Voor het starten van de opdracht zal in het opdracht navigatie scherm het karakter "S"
weergegeven worden in het final glide symbool. Dit geeft aan dat de opdracht nog niet
gestart is. Het getal er onder geeft weer hoe hoog je gaat starten. Geavanceerde
startmogelijkheden als maximum snelheid/ hoogte staan verder omschreven in de volledige
handleiding. Indien het vliegtuig de startsector binnenvliegt zal het bericht "Binnen start
sector" weergegeven worden.
Indien de startsector vervolgens verlaten wordt zal het bericht: "Opdracht gestart"
weergegeven worden.
Gebruikershandleiding LX 8000 versie 2.3
74