• Needle: vario naald (Vario, SC, Netto of Relatief.
• SC needle: geeft altijd speed command aan.
• Upper number: bovenste lijn, parameter kan ingesteld worden in vario en SC mode.
• Vario mode indicator: geeft actuele mode (vario of speed command).
• Lower number: onderste lijn, parameter kan ingesteld worden in vario en SC mode.
De labels zullen automatisch weergegeven worden op basis van de actuele functie. De BAT
waarschuwing zal worden weergegeven indien het voltage beneden 11 volt is.
Bovenste lijn
geeft intergrator
Onderste lijn geeft:
TAS/ 60' snelheid
Naald
SC ring
Onderste lijn geeft:
Altitude/ distance/
final glide
Naald geeft Vario
Elke volgende indicator (beschikbaar als optie) heeft een DIP schakelaar op de achterkant
wat het mogelijk maakt om hem te programmeren onder de juiste identificatie. De positie
van de schakelaars met de bijbehorende identificatie is hieronder weergegeven.
Schakelaar 1 aan:
Schakelaar 2 aan:
Schakelaar 3 aan:
Geen schakelaar aan:
Na deze identificatie kunnen de naald en de twee numerieke regels geprogrammeerd
worden op de volgende manier (instellingen moeten worden gedaan voor vario en SC mode
apart):
Needle: Vario, SC, NETTO of RELATIEF (= netto – 0,7m/s).
Upper numeric line: integrator, tijd, vlucht duur, resterende opdracht tijd.
Gebruikershandleiding LX 8000 versie 2.3
Bovenste lijn geeft
tijd/vlucht/opdracht
Naald geeft Relatief
Naald geeft Netto
indicator 1
indicator 2
indicator 3
indicator 4
Bovenste numerieke lijn weergave
Onderste numerieke lijn weergave
Naald geeft Indicated Airspeed (IAS)
(niet gebruikt)
Naald geeft Solfahrt
SC mode
Vario mode
GPS status indicator:
OFF= geen gps
knippert= slechte ontvangst
Lege batterij indicator
40