zetten en naar 160 km/h te accelereren en vervolgens snelheid af te laten nemen. De vario
aanwijzing zal nu, indien de statische poort goed is, positief aan moeten gaan wijzen. Indien
de naald eerst meer dalen aan gaat wijzen voor hij stijgen aan gaat geven is de statische
poort niet geschikt voor een goede elektrische TE compensatie.
3.1.12.1.2 SC switch
De LX 8000 heeft een externe schakelaar voor vario‐speed command. Indien SC switch op
ON geselecteerd wordt zal speed command setting geselecteerd worden, OFF zal vario
selecteren. SC INPUT op TASTER zal elke keer schakelen bij een druk op de knop (enkel te
gebruike
n bij een druk knop, b.v. de LX Remote).
Een andere invoer is de VARIO PRIORITY. Wanneer deze draad met een aarde (‐)
verbonden word zal het instrument altijd naar vario schakelen.
3.1.12.1.3 Temperature Offset
De LX 8000 heeft een externe buitentemperatuur sensor. Met de offset setting het mogelijk
om een correctie op deze temperatuur aan te brengen.
3.1.12.1.4 Altitude source
De LX 8000 heeft twee druk hoogte sensoren. Eén is ingebouwd in het hoofdinstrument en
wordt gebruikt voor de IGC recorder, de tweede is ingebouwd in de vario unit en verbonden
met het statische systeem van het vliegtuig. Veranderen van de hoogte bron definieert
welke sensor gebruikt wordt.
3.1.12.2 Indicator 1 – indicator 4*
De LCD vario indicator is onderdeel van de LX 8000 vario unit. Een onbeperkt aantal
secundaire vario indicatoren kan gekoppeld worden door gebruik te maken van de RS485
verbinding. Het is mogelijk om van vier verschillende indicatoren de weergave in te stellen.
Elke volg
ende indicator herhaalt enkel het vorige instrument.
Indicator 1 is altijd de indicator in de LX vario unit.
Een LCD vario indicator bevat:
• Een naald
• Twee numerieke weergaves
• Labels
De volgende functies kunnen worden ingesteld:
Gebruikershandleiding LX 8000 versie 2.3
39