3.1.12.4 Compass*
Indien er een kompas verbonden is met de LX 8000 is het cruciaal om dit instrument goed te
kalibreren.
3.1.12.5 Rear seat device
In de tweezitter configuratie van een LX 8000 is het mogelijk om data over te brengen van
het eerste naar het tweede instrument. Gebruik dit menu om te selecteren welke data
automatisch overgebracht moet worden.
De data is opgedeeld in twee groepen; vlucht parameters en navigatie data. Indien een item
aangevinkt is zal het automatisch overgebracht worden naar het andere instrument.
Indien Waypoint aangevinkt is zal het keerpunt waarheen gevlogen wordt automatisch
aangepast worden indien dit gebeurt op het andere instrument. Het bericht "Waypoint
target received" zal dan worden weergegeven. Het is niet nodig om het juiste
keerpuntenbestand ook actief te hebben omdat de gehele informatie van het keerpunt
verstuurd wordt. Indien deze optie niet is aangezet zal het nog steeds mogelijk zijn om een
keerpunt te versturen naar het andere instrument door gebruik te maken van SEND in de
waypoint mode. Hetzelfde geld voor de Airport mode.
Indien er een AAT opdracht gevlogen wordt kan het nuttig zijn om de optie van het
synchroniseren van de opdracht niet aan te zetten. Dit maakt het mogelijk om voor
de andere vlieger de "wat als..." opties te bekijken. Indien een juiste optie is
geselecteerd kan de opdracht met SEND overgebracht worden.
Gebruikershandleiding LX 8000 versie 2.3
42