Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Controlelampjes

Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan controleren op problemen.
Richtingaanwijzer links
Controlelampje laag brandstofpeil
• Gaat kort branden wanneer de
contactschakelaar op aan wordt gezet.
• Gaat branden wanneer er alleen nog re-
servebrandstof in de tank aanwezig is.
Reservebrandstof wanneer het controle-
lampje laag brandstofniveau gaat bran-
den: 3,5 L
36
Oliedrukcontrolelampje
Gaat branden als de contactschakelaar op aan wordt gezet.
Gaat uit na het starten van de motor.
Als het controlelampje gaat branden terwijl de
motor draait:
(BLZ.111)
Controlelampje neutraalstand
Gaat branden wanneer de versnellingsbak in de
neutraalstand staat.
Controlelampje grootlicht
PGM-FI-storingslampje (elektronisch
geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
Gaat kort branden wanneer de contactschakelaar
op aan wordt gezet met de motorstopschakelaar
in de stand
Gaat branden wanneer de contactschakelaar op
aan wordt gezet met de motorstopschakelaar in
de stand
(uit).
Als het controlelampje gaat branden
terwijl de motor draait:
(draaien).
(BLZ.111)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave