Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen, zonder daarbij de minste verplichting op te lopen.
Pagina 3
De volgende codes in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-motorfiets. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type VFR800X II ED.
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op deze motorfiets is een belangrijke verantwoordelijkheid. U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL Om u te helpen goed geïnformeerde veilig- OPLOPEN als u de instructies niet heidsbeslissingen te nemen, hebben wij be- opvolgt.
Veiligheid bij het motorrijden Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw motorfiets. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Labels............... BLZ. 11 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 16 Accessoires &...
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen goedgekeurde motorfietshelm en beschermende kleding dragen. Draag duopassagiers op om zich aan de handgrepen of aan uw middel vast te Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: houden, met u mee te leunen tijdens het Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier 's avonds, door heldere reflecterende kleding dat u de motorfiets goed onderhoudt.
Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de WAARSCHUWING contactschakelaar in de stand (Off) en Het laten draaien van de motor van uw controleer de staat van uw motorfiets. Inspecteer motorfiets in een afgesloten of zelfs in op vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan...
Pagina 10
Labels Labels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. Lees de instructies in de werkplaatshandleiding Andere verstrekken belangrijke veiligheidsin- aandachtig door.
Pagina 11
Labels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 12
Labels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 108 kPa.
Pagina 13
Labels Uitsluitend type ll ED WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van deze motorfiets kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. • Lees de instructies in de gebruikers- en montagehandleiding aandachtig door voordat u een accessoire monteert.
Pagina 14
Labels LABEL BANDENINFORMATIE & AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 30 - 40 mm VEILIGHEIDSLABEL Type U...
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming. Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de voetsteunen. Het niet dragen van een helm verhoogt Passagiers moeten zich aan de handgrepen of ●...
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Remmen voor het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● terugschakelen. Inrijperiode Plotseling remmen kan de stabiliteit van de Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om motorfiets verminderen. de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Ga waar mogelijk langzamer rijden voor uw motorfiets te waarborgen.
Pagina 17
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden snelheid te minderen wanneer u lange, steile Antiblokkeersysteem (ABS) hellingen afrijdt. Dit model is uitgerust met een antiblokkeerremsys- teem (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat Natte of regenachtige omstandigheden de remmen blokkeren tijdens abrupt remmen. Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en De remweg wordt niet verminderd door het ●...
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren Parkeren op de zijstandaard of de middenbok Parkeer op een stevige, horizontale ondergrond. ● Zet de motor uit. Als u op een lichte helling of onverhard terrein ● De zijstandaard gebruiken moet parkeren, parkeer de motorfiets dan Klap de zijstandaard omlaag.
Torque Control tijdelijk uit te Honda Selectable Torque Control schakelen. Wanneer de Honda Selectable Torque Control Het tijdelijk uitschakelen van Torque Control kan wielspin van het achterwiel detecteert tijdens ook helpen om de controle en het evenwicht te acceleratie, wordt het koppel naar het achterwiel bewaren wanneer u op terrein rijdt.
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt te installeren die niet specifiek door Honda voor oplopen. uw motorfiets zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw motorfiets Volg alle aanwijzingen in dit instructie- aan te brengen.
Pagina 21
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw motorfiets. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Instrumenten Toerenteller LET OP Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden. Rode zone toerenteller (te hoog motortoerentalbereik) -toets -toets Displaycontrole Wanneer de contactschakelaar op aan wordt gezet, worden alle modus- en digitale segmenten weergegeven.
Pagina 25
Brandstofniveaumeter De reservebrandstof wanneer alleen Snelheidsmeter het 1e segment (E) gaat knipperen: ongeveer 3,5 L Als het controlelampje van de brandstofniveaumeter knippert of uitgaat: (BLZ.114) Statuspictogram stuurgreepverwarming Het statuspictogram van de stuurgreepverwar- ming wordt getoond wanneer de stuurgreepver- warming aan staat. Klok (12-uur weergave)/Rittijd/Niveau stuurgreepverwarming (BLZ.29)
Instrumenten (Vervolg) Torque Control-niveau (BLZ.44) Koelvloeistoftemperatuurmeter ( Boven 122 ºC: ● Het controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt Het 6e segment (H) knippert Zelfs wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur laag is, kan de koelventilator aanslaan als u gas geeft. Dit is normaal. Schakelstandindicator (BLZ.24) Brandstofverbruiksmeter/gemiddelde snelheid (BLZ.25) Luchttemperatuurmeter (...
Kilometerteller [TOTAL] en Ritteller [TRIP Kilometerteller A/B] en Aftelling van afgelegde afstand Totale afgelegde afstand. Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar uw dealer voor onderhoud. Ritteller Afstand gereden na het terugstellen van de Kilometerteller [TOTAL] en Ritteller [TRIP ritteller. Als "----.-" wordt weergegeven, ga dan A/B] en Aftelling van afgelegde afstand naar uw dealer voor onderhoud.
Pagina 28
Instrumenten (Vervolg) Als een andere aanduiding dan de aftelling van Schakelstandindicator afgelegde afstand wordt weergegeven, schakelt Toont de stand van 1e tot 6e versnelling. de aanduiding automatisch over naar de Wanneer de contactschakelaar op aan wordt aftelling van afgelegde afstand en knippert "0.0" gezet met de transmissie in de 3e versnelling of km of mijl.
Brandstofverbruiksmeter en gemiddelde Huidig brandstofverbruik snelheid Toont het huidige of momentele brandstofverbruik. Weergavebereik: 0.1 tot 99.9 km/L (L/100km, mile/L of mile/gal) • Wanneer uw snelheid lager is dan 7 km/h (5 mph): "--.-" wordt weergegeven. Brandstofverbruiksmeter en gemiddelde • Minder dan 0,1 km/l (l/100km, mile/l of mile/ snelheid gal) of meer dan 99,9 km/l (l/100km, mile/l of mile/gal): "--.-"...
Pagina 30
Instrumenten (Vervolg) Als "--.-" wordt weergegeven in een ander dan Gemiddeld brandstofverbruik het bovenvermelde geval, ga dan naar uw Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds dealer voor onderhoud. het terugstellen van de geselecteerde ritteller. Het gemiddelde brandstofverbruik Het gemiddelde brandstofverbruik wordt terugstellen: berekend op basis van de waarde weergegeven (BLZ.28)
Gemiddelde snelheid Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugstellen van de geselecteerde ritteller. De gemiddelde snelheid wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op de geselecteerde ritteller (A of B). De gemiddelde snelheid voor ritteller A wordt ook weergegeven wanneer de kilometerteller of de aftelling van afgelegde afstand is geselecteerd.
Pagina 32
Instrumenten (Vervolg) Om ritteller B, het gemiddelde brandstofver- De ritteller, het gemiddelde bruik en de gemiddelde snelheid (die zijn geba- brandstofverbruik en de gemiddelde seerd op ritteller B) tegelijk terug te stellen, snelheid terugstellen houdt u de -toets ingedrukt terwijl ritteller B Om ritteller A, het gemiddelde brandstofver- wordt weergegeven.
Pagina 33
Klok (12-uur weergave), rittijd en niveau Klok van stuurgreepverwarming Klok instellen: (BLZ.31) Rittijd Toont de verstreken tijd sinds het starten van de motor. Weergavebereik: 0:00 tot 19:59 (uren:minuten) De weergave keert terug naar 0:00 wanneer de Klok (12-uur weergave), Rittijd en verstreken tijd meer is dan 19:59.
Instrumenten (Vervolg) Display instellen Normale weergave Sequentieel wijzigen van de volgende items. • Instelling van klok Instelling van klok • Helderheid achtergrondverlichting instellen • HISS-controlelampje instellen Helderheid achtergrondverlichting instellen • Eenheid van snelheid en afgelegde afstand HISS-controlelampje instellen wijzigen • Eenheid van de brandstofverbruikmeter Eenhei d van snel h ei d en afgel e gde afstand wi j z i g en wijzigen •...
Pagina 35
Als de contactschakelaar op uit wordt gezet, er 1 Klok instellen: ongeveer 30 seconden niet op de toets wordt Zet de contactschakelaar in de stand (On). gedrukt of het niveau van de stuurgreepverwar- Houd de toetsen ingedrukt, het ming wordt gewijzigd, wordt de bediening au- uur begint te knipperen.
Instrumenten (Vervolg) 2 Helderheid achtergrondverlichting Druk op de -toets totdat de gewenste instellen: minuten worden weergegeven. U kunt een van de vijf helderheidsniveaus instellen. Houd de -toets ingedrukt om de Druk op de -toets. De helderheid wordt minuten versneld vooruit te laten gaan. omgeschakeld.
Pagina 37
3 Instelling van HISS-controlelampje: 4 Eenheid van snelheid en afgelegde U kunt de knipperfunctie van het HISS- afstand wijzigen: controlelampje aan- of uitzetten. Druk op de -toets om "km/h" en "km" of "mph" en "mile" te selecteren. Druk op de -toets om "...
Pagina 38
Instrumenten (Vervolg) 5 Eenheid van brandstofverbruikmeter 6 Aftelling van afgelegde afstand wijzigen: instellen: Druk op de -toets voor de selectie van "L/ Het vooraf ingestelde getal wordt 100km" of "km/L". weergegeven en het derde cijfer knippert. Om het derde cijfer in te stellen, drukt u op de -toets tot het gewenste getal verschijnt.
Pagina 39
Druk op de -toets. De afstand van de rit is ingesteld en de weergave keert terug naar de gebruikelijke weergave. De ritafstand wordt niet teruggesteld wanneer u de instelling van de aftelling van afgelegde afstand voltooit door alleen te drukken op de -toets of wanneer u de ritafstand instelt op dezelfde afstand als de huidige afstand.
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan controleren op problemen. Richtingaanwijzer links Oliedrukcontrolelampje Gaat branden als de contactschakelaar op aan wordt gezet. Gaat uit na het starten van de motor. Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.111)
Pagina 41
Torque Control-controlelampje HISS-controlelampje (BLZ.33) (BLZ.130) • Gaat branden als de contactschakelaar op aan • Gaat kort branden wanneer de contactscha- wordt gezet. Gaat uit wanneer uw motorfiets een kelaar op aan wordt gezet met de motor- snelheid van ongeveer 10 km/h bereikt om aan te stopschakelaar in de stand (draaien).
Schakelaars Torque Control-schakelaar Instelling van Torque Control-niveau en Torque Control aan/uit. (BLZ.44) Passeerlichtschakelaar Knippert met het grootlicht. Dimlichtschakelaar • : Grootlicht • : Dimlicht Schakelaar stuurgreepverwarming (BLZ.41) Richtingaanwijzerschakelaar • De richtingaanwijzer stopt automatisch wanneer u de bocht hebt genomen. • Bij veranderen van rijstrook stopt de richtingaanwijzer automatisch na 7 seconden of nadat u 120 m hebt gereden.
Pagina 43
(On) Contactschakelaar Schakelt het elektrische systeem Schakelt het elektrische systeem in/uit, vergrendelt het stuur. in voor het starten/rijden. De sleutel kan in de stand (Off) of (Lock) worden verwijderd. (Off) Schakelt de motor uit. Motorstopschakelaar (Lock) Moet normaal in de stand (draaien) blijven staan.
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links of rechts. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel naar beneden en zet de Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars contactschakelaar in de stand (Lock).
Pagina 45
Stuurgreepverwarming Controlelampje stuurgreepverwarming: Deze motorfiets is uitgerust met een stuur- Brandt wanneer de stuurgreepverwarming aan staat. greepverwarming die uw handen verwarmt tij- Het geselecteerde verwarmingsniveau wordt aan- dens het rijden. gegeven door het aantal keer dat het controle- Draag handschoenen om uw handen te lampje knippert wanneer de verwarming wordt in- beschermen tegen de verwarmde stuurgrepen.
Pagina 46
Stuurgreepverwarming (Vervolg) De stuurgreepverwarming inschakelen De stuurgreepverwarming uitschakelen Druk op de schakelaar van de stuurgreepver- Start de motor. BLZ. 46 warming of houd de schakelaar ingedrukt tot Druk op de schakelaar van de stuurgreepver- het controlelampje stuurgreepverwarming uit- warming. De stuurgreepverwarming staat aan. gaat.
Pagina 47
Het geselecteerde niveau wordt gehandhaafd wanneer de contactschakelaar in de stand (Off) wordt gezet. Het verwarmingsniveau wordt niet gewijzigd als de contactschakelaar in de stand (Off) wordt gezet binnen 5 seconden nadat het verwarmingsniveau is gewijzigd.
Honda Selectable Torque Control Het Torque Control-niveau (regeling van Instelling van Torque Control-niveau motorvermogen) kan worden geselecteerd of U kunt het niveau selecteren door op de Torque het systeem kan worden in-/uitgeschakeld. Control-schakelaar te drukken. Bedien de schakelaar koppelregeling niet Niveau 2 is het hoogste Torque Control-niveau tijdens het rijden.
Pagina 49
Niveau 2 Niveau 1 Torque Control- Torque Control- niveau: maximum niveau: minimum Druk op de Torque Control-schakelaar Houd de Torque Control-schakelaar ingedrukt Geen Torque Control...
Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de ongeacht of de motor koud of warm is. stand (draaien) staat. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Zet de versnellingsbak in de neutraalstand ( controlelampje gaat branden).
Schakelen De versnellingsbak van uw motorfiets is uitgerust met 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon van één terugschakelen, vijf opschakelen. Als u de motorfiets in de versnelling zet met een omlaag geklapte zijstandaard, wordt de motor uitgeschakeld.
Pagina 52
Tanken Brandstofvuldop openen Contactsleutel Afdekkap Open de afdekkap van het slot, steek de contactsleutel erin van slot en draai deze naar rechts om de dop te openen. Niveauplaatje Brandstofvuldop sluiten Sluit de brandstofvuldop na het tanken en draai deze totdat de dop vastklikt. Verwijder de sleutel en sluit de afdekkap van het slot.
Pagina 53
(of leegloopt). Het gebruik van accessoires is op eigen risico. Zet de koplamp op dimlicht terwijl u het Honda kan in geen geval aansprakelijk worden stopcontact gebruikt. De accu kan leeglopen of gesteld voor beschadiging van uw accessoire het stopcontact beschadigen.
Opberguitrusting Helmhouder Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het parkeren. De helmhouder bevindt zich in het opbergcom- partiment onder het duozadel. De helmbevesti- Duozadel verwijderen (BLZ.76) gingskabel is opgeborgen in de gereedschaps- set. BLZ. 51 WAARSCHUWING Het rijden met een helm die aan de houder is bevestigd, kan invloed hebben op het achterwiel of de vering en een botsing veroorzaken waarbij u...
Gereedschapsset/Documentzakje Documentzakje Rubberen band A De gereedschapsset bevindt zich onder het duozadel. Maak de gereedschapsset vast met de rubberen band A (grote diameter) zoals getoond in de afbeelding. Het documentzakje bevindt zich onder het bestuurderszadel. Gereedschapsset Duozadel verwijderen (BLZ.76) Vervolg...
Opberguitrusting (Vervolg) U-vormig slot Plaats de gereedschapsset op het U-vormige Een U-vormig slot wordt boven het slot en zet vervolgens de gereedschapsset en achterspatbord op zijn plaats gehouden. het U-vormige slot vast door de rubberen Verwijder de rubberen band A (grote diameter) band A vast te haken bij de twee punten zoals en gereedschapsset van het achterspatbord.
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw motorfiets is Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de absoluut essentieel voor uw veiligheid en het benodigde gereedschappen, onderdelen en beschermen van uw investering, optimale vakkundigheid beschikt.
Pagina 59
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de nor- Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met men en specificaties van Honda door ge- uw motorfiets te laten maken na het uitvoeren van schoolde en bevoegde monteurs. Uw dealer het periodieke onderhoud.
Pagina 60
Smeren De procedures zijn vermeld in een officiële Vervangen werkplaatshandleiding van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om de motorfiets voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 61
Onderhoudsschema Frequentie Inspectie Perio- voor het Jaarlijkse diek Items × 1000 km rijden controle vervan- pagina BLZ. 58 × 1000 mijl Elke 1.000 km: Aandrijfketting Geleider aandrijfketting Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte Lichten/Claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Koppelingsvloeistof 2 jaar Zijstandaard Vering...
Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Vóór en achter: remvloeistofniveau en Met het oog op de veiligheid bent u verantwoor- remblokslijtage controleren. BLZ. 87, delijk om een controle voor het rijden uit te voeren BLZ. 88 en alle vastgestelde problemen te corrigeren. Een Lichten en claxon - Controleer de lichten, ●...
Pagina 63
Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Kleurlabel Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. Het kleurlabel bevindt zich op het achterspatbord onder het duozadel.
Pagina 64
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Accu Uw motorfiets is uitgerust met een onderhoudsvrije Uit de accu komt tijdens normaal accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet gebruik explosief waterstofgas vrij. te controleren en geen gedistilleerd water toe te voegen. Reinig de accupolen als ze vuil zijn Een vonk of vlam kan het exploderen geworden of verroest zijn.
Vervang de accu altijd door een andere onderhoudsvrije accu van hetzelfde type. LET OP Het installeren van elektrische accessoires van andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische LET OP systeem overbelasten, de accu doen ontladen en Als u de zekering vervangt door een zekering met mogelijk het systeem beschadigen.
"Energiebesparend" of "Hulpbron- Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. besparend" op het ronde API-servicesymbool. BLZ. 143 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MA ●...
Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken dealer vervangen als de tanden hiervan versleten beschadigen. of beschadigd zijn. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig Normaal Versleten Beschadigd Aandrijfketting (GOED) (VERVANGEN) (VERVANGEN) De aandrijfketting moet regelmatig worden gecontroleerd en gesmeerd.
Standaardonderhoud Reiniging en smering Gebruik geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, staalborstel, vluchtig oplosmiddel zoals benzine en Reinig de ketting en kettingwielen na het inspecte- benzeen, schurend reinigingsmiddel, kettingreini- ren van de speling terwijl u het achterwiel draait. ger of smeermiddel dat NIET speciaal ontworpen is Gebruik een droog doekje met een kettingreiniger voor O-ringkettingen aangezien deze de rubberen die speciaal is ontworpen voor O-ringkettingen of...
één keer per maand Aanbevolen koelvloeistof te meten of wanneer u constateert dat de banden- Pro Honda HP Coolant is een voorgemengde spanning laag is. Controleer de bandenspanning oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd altijd wanneer uw banden koud zijn.
Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Controleer de banden de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar op sneden, scheuren of worden. barsten die de Om veilig te kunnen rijden moet u de banden koordlaag van de band vervangen wanneer de minimale profieldiepte is zichtbaar maken of bereikt.
Pagina 71
Laat het wiel, na installatie van de band, balan- ● ceren met originele wielbalanceergewichten Het rijden op banden die overmatig zijn van Honda of gelijkwaardig. Monteer geen binnenband in een tubeless versleten of verkeerd zijn opgepompt, ● buitenband op deze motorfiets. De...
Standaardonderhoud Luchtfilter Deze motorfiets is uitgerust met een viskeus luchtfilterelement. Persluchtreiniging of andere reiniging kan de prestatie van het viskeuze filterelement verslechteren en het binnendringen van stof veroorzaken. Voer geen onderhoud uit. Onderhoud moet worden uitgevoerd door uw dealer.
Pagina 73
Gereedschapsset De gereedschapsset wordt onder het duozadel opgeborgen. BLZ. 76 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het gereedschap in de set. Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ● 14 × 17 mm steeksleutel ● Helmbevestigingskabel ●...
Demontage en montage van onderdelen Accu Haak de rubberen band los. Koppel de minpool - los van de accu. Pluspool Koppel de pluspool + los van de accu. Rubberen band Haal de accu eruit en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen.
Pagina 75
Demontage en montage van onderdelen Accudeksel Accudeksel Clips Accudeksel Clip Demontage Bij het instellen van de hoge zadelstand: Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 74 Verwijder de clips. BLZ. 73 Verwijder het accudeksel. Stelplaatjes Vervolg...
Pagina 76
Demontage en montage van onderdelen Accudeksel Druk tegelijkertijd het accudeksel Bij het instellen van de lage zadelstand: Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 74 linksachter omlaag (b), trek het Verwijder de clips. BLZ. 73 rechterdeel omhoog en trek het Beweeg de rechter rib van het accudeksel naar accudeksel naar rechts (c).
Pagina 77
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Clip Demontage Druk op de centreerstift om de vergrendeling los te maken. Trek de clip uit de uitsparing. Centreerstift Montage Duw tegen de onderkant van de centreerstift. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de clip te vergrendelen.
Pagina 78
Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bestuurderszadel Montage Bij het instellen van de hoge zadelstand: Montagebouten Monteer het bestuurderszadel door de uitsparingen uit te lijnen met de voorste zijsteunen en de bevestigingspen in de voorste middensteun te plaatsen. Hoge stand: Bevestigingspen Uitsparing Kragen...
Pagina 79
Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bij het instellen van de lage zadelstand: Montagebouten Monteer het bestuurderszadel door de uitsparingen uit te lijnen met de voorste zijsteunen en de bevestigingspen met de voorste middensteun. Lage stand: Bevestigingspen Uitsparing Kragen Uitsparing Bestuurderszadel Voorste zijsteun Monteer het duozadel.
Pagina 80
Demontage en montage van onderdelen Duozadel Duozadel Demontage Steek de contactsleutel in het zadelslot. Bevestigingspennen Draai de sleutel naar rechts en trek het Duozadel duozadel omhoog en naar achteren. Zadelslot Montage Steek de bevestigingspennen in de achtersteunen op het frame. Duw het achterste gedeelte van het duozadel omlaag.
Pagina 81
Demontage en montage van onderdelen Onderpaneel Onderpaneel Montage Monteer de onderdelen in de omgekeerde Kragen Onderpaneel Rechterzijde volgorde van de demontage. Bouten Demontage Verwijder de bouten en bussen aan beide kanten. Verwijder de onderpanelen rechts en links.
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair Oliekijkglas draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand Bovenste niveau (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Type II ED Plaats uw motorfiets rechtop op een stevige en vlakke ondergrond.
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Niet hoger dan het bovenste merkstreepje vullen. Zorg ervoor dat er geen vreemde Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij voorwerpen in de olievulopening het onderste merkstreepje bevindt, moet u terechtkomen. de aanbevolen motorolie bijvullen. BLZ.
Pagina 84
Gebruik een nieuw origineel oliefilter van Type II U Honda of gelijkwaardig dat voor uw model is Zet uw motorfiets op de middenbok op voorgeschreven. een stevige, vlakke ondergrond. Plaats een opvangbak onder de...
Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Verwijder de olievuldop, de aftapbout en Verwijder de onderste steun van het de afdichtring om de olie af te tappen. onderpaneel. Afdichtring Radiateurgrille Bout B Bouten A Aftapbout Steun onderpaneel Type ll ED Type ll ED Verwijder de bouten A.
Pagina 86
Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Type ll ED Draai het oliefilter los met een filtersleutel Rubberafdichting vanaf de linkerzijde. Type ll ED Verwijder het oliefilter tussen de Oliefilter uitlaatpijpen en laat de resterende olie weglopen. Controleer of de oude afdichting niet aan de motor kleeft.
Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Monteer het nieuwe oliefilter en draai vast. Type II U Verwijder het oliefilter met een filtersleutel Aanhaalmoment: 26 N·m (2,7 kgf·m) en tap de resterende olie af. Controleer of de oude afdichting niet aan de motor Monteer een nieuwe afdichtring op de kleeft.
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren UPPER-niveau Controleer het koelvloeistofniveau in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. Plaats uw motorfiets op een stevige en vlakke ondergrond. Houd uw motorfiets rechtop. Controleer of het koelvloeistofniveau zich tussen het UPPER- en LOWER- LOWER-niveau merkstreepje in het expansiereservoir bevindt.
Pagina 89
Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Koelvloeistof toevoegen WAARSCHUWING Als de radiateurdop wordt verwijderd Vul bij met de aanbevolen koelvloeistof als terwijl de motor heet is, kan er het koelvloeistofniveau onder het LOWER- koelvloeistof uit spuiten waardoor merkstreepje staat ( BLZ. 65) totdat het mogelijk brandwonden worden niveau het UPPER-merkstreepje bereikt.
Koelvloeistof Koelvloeistof verversen Koelvloeistof verversen Laat uw dealer de koelvloeistof verversen tenzij u over het juiste gereedschap en mechanische vakkundigheid beschikt.
Remmen Remvloeistof controleren zich tussen de LOWER- en UPPER-merks- treepjes bevindt. Inspecteer de remblokken op slijtage als het Plaats uw motorfiets rechtop op een remvloeistofniveau in een reservoir zich stevige en vlakke ondergrond. onder het LOWER-merkstreepje bevindt of Controleer of de dop van het Voor de speling van de remhendel en het remvloeistofreservoir horizontaal staat en...
Pagina 92
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Controleer de staat van de remblokslijtage- Inspecteer altijd zowel de linker- als indicatoren. rechterremklauw. De remblokken moeten worden vervangen Inspecteer de remblokken vanaf Achter als een remblok tot aan de onderkant van de de linker en rechter achterkant van de indicator versleten is.
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Remlichtschakelaar Stelmoer...
Zijstandaard Zijstandaard controleren Start de motor, trek de koppelingshendel in en zet de versnellingsbak in de versnelling. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstandaard omlaag klapt. Laat uw motorfiets inspecteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting Controleer de speling in de onderste helft van de aandrijfketting halverwege tussen inspecteren de kettingwielen. Controleer de speling van de aandrijfketting Speling van aandrijfketting: op verschillende punten langs de ketting. Als 30 - 40 mm de speling niet gelijk is op alle punten, Rijd niet met uw motorfiets als de kunnen sommige schakels vervormd zijn en speling groter is dan 50 mm.
Pagina 96
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Type II ED Rol de motorfiets naar voren en controleer of de ketting soepel beweegt. Type II U Draai het achterwiel en controleer of de ketting soepel beweegt. Inspecteer de kettingwielen. BLZ. 63 Reinig en smeer de aandrijfketting. BLZ.
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting afstellen Speling van aandrijfketting afstellen Zet de klembout van de lagerhouder vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. Het afstellen van de ketting vereist speciaal Aanhaalmoment: 74 N·m (7,5 kgf·m) gereedschap. Laat de speling van de aandrijfketting Controleer de speling van de afstellen door uw dealer.
Aandrijfketting Geleider van aandrijfketting controleren Geleider van aandrijfketting Slijtage van aandrijfketting controleren Controleer het kettingslijtagelabel bij het afstellen controleren van de aandrijfketting. Als de punt van de tand van het aangedreven kettingwiel in de rode zone Controleer de staat van de geleider van de op het label staat nadat de ketting is afgesteld op aandrijfketting.
Koppeling Koppelingsvloeistof Als het vloeistofniveau laag is of als u vloeistoflekkage ontdekt, of slijtage of controleren scheuren in de slangen en fittingen, laat het onderhoud van het koppelingssysteem dan Koppelingsvloei- over aan uw dealer. stofreservoir LOWER-merkstreepje Plaats uw motorfiets rechtop op een stevige en vlakke ondergrond.
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat de motorfiets door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
Andere afstellingen Koplamphoogte afstellen U kunt de verticale hoogte van de koplamp afstellen voor een juiste uitlijning. Draai de knop naar binnen of buiten indien nodig. Houd u aan de lokale wetten en voorschriften. Verhogen Verlagen Verhogen Verlagen Knop Knop...
Pagina 102
Andere afstellingen Koppelings- en remhendel afstellen Koppelings- en remhendel Afstelmethode afstellen Draai de stelmoer tot de getallen zijn uitgelijnd met het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand duwt. U kunt de afstand tussen het uiteinde van de koppelingshendel en de stuurgreep afstellen, Controleer na het afstellen of de hendels alsmede de afstand tussen het uiteinde van...
Andere afstellingen Voorvering afstellen Voorvering afstellen Vorkbout Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai de stelmoer met de sleutel voor de 2e groef voorspanning in de gereedschapsset. Stelbouten BLZ.
Andere afstellingen Voorvering afstellen Uitgaande demping Referentie- merkteken U kunt de uitgaande demping afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai naar rechts om de uitgaande demping te verhogen (hard) of draai naar links om de uitgaande demping te verlagen (zacht).
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen LET OP De stelbout niet verder dan de limiet doordraaien. Veervoorspanning LET OP U kunt de veervoorspanning afstellen met Het dempingsysteem van de achterschokdemper behulp van de verstelknop afhankelijk van de bevat stikstofgas onder hoge druk. Probeer niet om belading of het wegoppervlak.
Pagina 106
Andere afstellingen Achtervering afstellen Uitgaande demping LET OP De stelbout niet verder dan de limiet doordraaien. U kunt de uitgaande demping afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de LET OP belading of het wegoppervlak. Draai naar Het dempingsysteem van de achterschokdemper rechts om de uitgaande demping te verho- bevat stikstofgas onder hoge druk.
Pagina 107
Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen Windschermhoogte afstellen linker blokkeerhendel iets omhoog of omlaag te bewegen. Er zijn 5 standen voor de windschermhoogte. Windscherm Rechter blokkeerhendel De windschermhoogte-indicator toont de Linker blokkeer- windschermhoogte. Indicator hendel windscherm- De standaardstand is 1. hoogte Verstel het windscherm niet tijdens het Schuif rijden.
Pagina 108
Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen Als het windscherm niet soepel beweegt nadat u de schuiven hebt gereinigd, dient u uw motorfiets door uw dealer te laten inspecteren.
Pagina 109
Andere afstellingen De hoogte van het bestuurderszadel wijzigen De hoogte van het Als de hoogte van het bestuurderszadel wordt gewijzigd van de hoge naar de bestuurderszadel wijzigen lage stand, verwijder dan de inbusbouten B/stelkragen A en inbusbout C/stelkraag B Het bestuurderszadel kan naar wens worden van de zadelrail en de voorsteun.
Pagina 110
Andere afstellingen De hoogte van het bestuurderszadel wijzigen Bij het instellen van de hoge zadelstand: Inbusbouten B/ Inbusbout C/ stelkragen A stelkraag B Monteer het bestuurderszadel door de uitsparingen uit te lijnen met de voor- Hoge stand: ste zijsteunen en de bevestigingspen in de voorste middensteun te plaatsen.
Pagina 111
Andere afstellingen De hoogte van het bestuurderszadel wijzigen Zorg ervoor dat de montagepunten voor de Bij het instellen van de lage zadelstand: Monteer het bestuurderszadel door de bevestigingspen van het bestuurderszadel en uitsparingen uit te lijnen met de de stelplaatjes op dezelfde zadelstand staan. voorste zijsteunen en de Hoge stand: Stelplaatje...
De motor start niet (het HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of er geen metalen afdichtingen of stickers op de sleutel motor start niet aanwezig zijn. Laat uw motorfiets door uw dealer in- Controleer het volgende: specteren als het HISS-controlelampje Controleer de juiste startvolgorde van de blijft branden.
Oververhitting (controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt) De motor is oververhit wanneer zich het Als de koelluchtventilator niet werkt: volgende voordoet: Ga uit van een defect. Start de motor niet. Controlelampje hoge koelvloeistoftempe- Breng uw motorfiets naar uw dealer. ● ratuur gaat branden. Als de ventilator werkt: De acceleratie wordt traag.
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op een lekkage of ander serieus probleem met uw motorfiets. Laat uw Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, motorfiets door uw dealer inspecteren. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
Waarschuwingslampjes branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeerremsysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een standaardsys- (antiblokkeerremsysteem) teem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als het controlelampje op een van de Het ABS-controlelampje kan gaan knipperen volgende manieren werkt, is er mogelijk een wanneer u het achterwiel draait terwijl uw ernstig defect in het ABS.
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Torque Control-controlelampje Torque Control-controlelampje Zelfs wanneer het Torque Control- controlelampje brandt, is het rijvermogen van uw motorfiets normaal maar zonder de Als het controlelampje op een van de Torque Control-functie. volgende manieren werkt, is er mogelijk een Als het controlelampje gaat branden ernstig defect in het Torque Control-systeem.
Andere waarschuwingsaanduidingen Controlelampjes Storingsaanduiding brandstofniveaumeter stuurgreepverwarming In geval van een defect van het brandstofsys- Als er een defect is in het stuurgreepverwar- teem zien de controlelampjes van de brand- mingssysteem, knippert het statuspictogram stofniveaumeter eruit zoals getoond in de af- van de stuurgreepverwarming.
Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op een motorfiets met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
Pagina 120
Lekke band Wielen demonteren Wielen demonteren Remklauw Tape of doek Bouten Volg deze procedures als u een wiel moet demonteren om een lekke band te repareren. Pas op dat u de wieltoerentalsensor en de impulsring niet beschadigt tijdens het demonteren en monteren van het wiel. Voorwiel Montagebouten Wieltoerentalsensor...
Pagina 121
Lekke band Wielen demonteren Verwijder de montagebouten en de Verwijder de bout van de vooras. remklauw aan de linkerzijde. Draai de rechterklembouten van de as los. Ondersteun de remklauw zodanig dat Ondersteun uw motorfiets goed met deze niet aan de remslang hangt. steunblokken en til het voorwiel van de Zorg dat de remslang niet wordt grond met behulp van een...
Lekke band Wielen demonteren Draai de linkerklembouten van de as los. Montage Verwijder de vooras aan de linkerzijde en Monteer de afstandsbussen op het wiel. verwijder de zijafstandsbussen en het wiel. Plaats het wiel aan de linkerzijde tussen de vorkpoten en duw de licht gesmeerde Klembouten van as vooras er volledig in door de linker vorkpoot en de wielnaaf.
Pagina 123
Lekke band Wielen demonteren Draai de linkerklembouten van de as vast Monteer de linkerremklauw en draai de om de as vast te zetten. nieuwe montagebouten vast. Draai de asbout vast. Aanhaalmoment: 45 N·m (4,6 kgf·m). Aanhaalmoment: 59 N·m (6,0 kgf·m). Pas op dat de remklauw geen krassen Draai de linkerklembouten van de as los.
Pagina 124
Lekke band Wielen demonteren Laat het voorwiel op de grond zakken. Als u geen momentsleutel hebt gebruikt voor Bedien de remhendel enkele keren. Pomp de montage, ga dan zo snel mogelijk naar daarna de vork enkele keren. uw dealer om de juiste montage te Draai de linkerklembouten van de as controleren.
Pagina 125
Lekke band Wielen demonteren Achterwiel Moer Demontage Type II ED Zet uw motorfiets met steunblokken vast en til het achterwiel van de grond met behulp van een onderhoudsbok of takelinrichting. Type II U Ondersteun uw motorfiets goed en til het achterwiel van de grond met behulp van Bouten van klem de middenbok of takelinrichting.
Pagina 126
Lekke band Wielen demonteren Verplaats de geluiddemper naar buiten. Montage Voer de demontageprocedure in de Verwijder de moeren van het achterwiel omgekeerde volgorde uit om het en het achterwiel. achterwiel te monteren. Moeren van achterwiel Geluiddemper Draai de moeren van het achterwiel gelijkmatig vast.
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Volg de onderstaande procedure om een motorfietsen. doorgebrande lamp te vervangen. Haal de accu uit de motorfiets voor het Zet de contactschakelaar op (Off) of opladen.
Pagina 128
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Koplamp Remlicht/Achterlicht Remlicht/Achterlicht Koplamp Het rem- en achterlicht gebruikt meerdere LED's. De koplamp gebruikt meerdere LED's. Als een LED niet oplicht, neem dan contact Als een LED niet oplicht, neem dan contact op met uw dealer voor onderhoud. op met uw dealer voor onderhoud.
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Richtingaanwijzer voor/achter Lamp van kentekenplaatverlichting Verwijder de schroeven. Verwijder de afdekkap van de kenteken- plaatverlichting en de pakking van de af- dekkap van de kentekenplaatverlichting. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien. Pakking Schroeven Richtingaanwijzer De richtingaanwijzers voor en achter gebruiken meerdere LED's.
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Verwijder het accudeksel. BLZ. 71 Open de afdekkappen van de zekeringkast. Zie "Controleren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de Trek de zekeringen uit met behulp van de zekeringen. BLZ. 61 zekeringtrekker in de gereedschapsset en controleer op doorgebrande zekeringen.
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering en FI-zekering Trek de hoofdzekering en FI-zekering uit met behulp van de zekeringtrekker in de Afdekkap magnetische schakelaar startmotor gereedschapsset en controleer op doorgebrande zekeringen. Vervang een doorgebrande zekering altijd door een reservezekering met dezelfde stroomsterkte.
Informatie BLZ. 129 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningshendels en andere BLZ. 130 functies ............. BLZ. 132 Onderhoud van uw motorfiets..... BLZ. 136 Stallen van motorfiets ........BLZ. 137 Vervoer van uw motorfiets......BLZ. 137 U en het milieu ..........BLZ. 139 Serienummers...........
Sleutels Sleutels Laat onmiddellijk een andere reservesleutel maken zodra u een sleutel bent verloren. Contactsleutel Om een reservesleutel te laten maken en deze in Deze motorfiets heeft twee contactsleutels en een uw HISS-systeem te registreren, moet u de sleutelplaatje met een sleutelnummer en een reservesleutel, het sleutelplaatje en de motorfiets streepjescode.
9,999.9. HISS Contactschakelaar Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat blokkeert het ontstekingssysteem van de motor als staan terwijl de motor is uitgeschakeld, zal de accu een verkeerd gecodeerde sleutel wordt gebruikt leeglopen.
Pagina 135
Instrumenten, bedieningshendels en andere functies Het HISS-controlelampje knippert elke 2 seconden Alleen Zuid-Afrika Alleen Singapore gedurende 24 uur nadat de contactschakelaar in de stand (Off) is gezet. U kunt deze functie in- of uitschakelen. BLZ. 33 EC-richtlijn Alleen Marokko Dit startblokkeringssysteem voldoet aan de R & TTE-richtlijn (Radio- en telecommunicatie- eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit).
Het instructieboekje, het registratiebewijs en het verzekeringsbewijs kunnen in het plastic Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om documentzakje onder het bestuurderszadel de lange levensduur van uw Honda-motorfiets te worden opgeborgen. garanderen. Potentiële problemen zijn gemakkelijker Ontstekingsblokkeringssysteem vast te stellen op een schone motorfiets.
Pagina 137
Onderhoud van uw motorfiets Richt geen waterstraal op het luchtfilter, de Als uw motorfiets matglanzend gelakte geluiddemper en elektrische onderdelen. onderdelen heeft, breng dan geen waslaag Spoel uw motorfiets met veel schoon water en op het matglanzend gelakte oppervlak aan. droog deze vervolgens met een zachte, droge Voorzorgsmaatregelen voor het wassen doek.
Onderhoud van uw motorfiets Richt geen waterstraal onder het zadel: Aluminium componenten ● Water in het opbergcompartiment onder Aluminium wordt aangetast door corrosie na het zadel kan uw documenten en andere contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig bezittingen beschadigen. aluminium onderdelen regelmatig en volg deze Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ●...
Onderhoud van uw motorfiets op het windscherm en de windschermranden Windscherm terechtkomen. De kunststof raakt dan beschadigd. Gebruik veel water en reinig het windscherm met een zachte doek of spons. (Gebruik geen reini- Uitlaatpijp en geluiddemper gingsmiddelen of chemische reinigingsmiddelen De uitlaatpijp en uitlaatdemper zijn van roestvrij op het windscherm.) Wrijf droog met een zachte, staal, maar kunnen door modder of stof bevlekt...
Stallen van motorfiets Stallen van motorfiets Verwijder de accu ( BLZ. 70) om ontlading te ● voorkomen. Laad de accu op in een donkere, goed geventileerde ruimte. Als u uw motorfiets buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige motorfietshoes. Koppel de minpool - los als u de accu op Volg deze richtlijnen als u van plan bent om zijn plaats laat om leegraken van de accu te...
Vervoer van uw motorfiets Vervoer van uw U en het milieu motorfiets Het bezitten van en rijden op een motorfiets kan aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren Als uw motorfiets moet worden vervoerd, dient dit aan de bescherming van het milieu. te geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een dieplader of aanhangwagen met een laadvloer Kies geschikte reinigingsmiddelen...
U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Deponeer olie en ander giftig afval in goedgekeurde containers en breng ze naar een recyclingcentrum. Neem contact op met uw plaatselijke of nationale dienst publieke werken of milieudiensten om een recyclingcentrum in uw buurt te vinden en vraag instructies voor het verantwoord afvoeren van niet-recyclebaar afval.
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw motorfiets en zijn vereist om uw motorfiets te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 145
Stop met rijden en zet de motor uit. Een defecte katalysator draagt bij aan luchtveront- reiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel wor- den gebruikt.
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 782 cm Totale lengte 2.190 mm Boring x slag 72,0 x 48,0 mm Totale breedte 870 mm Compressieverhouding 11.8 : 1 Totale hoogte 1.385 mm Loodvrije benzine Brandstof Wielbasis 1.475 mm Aanbevolen: 91 RON of hoger Minimale bodemspeling 165 mm Alcoholhoudende ETHANOL tot 10 volumeprocent...
Specificaties Servicegegevens ■ Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen API-serviceclassificatie SG of hoger, Voor 120/70ZR17M/C (58W) Bandenmaat Aanbevolen met uitzondering van olie die wordt Achter 180/55ZR17M/C (73W) motorolie aangeduid als "Energiebesparend" of Bandensoort Radiaal, tubeless "Hulpbronbesparend", SAE 10W-30, BRIDGESTONE BATTLAX JASO T 903-norm MA...
Specificaties Specificaties aanhaalmoment ■ Smeermiddel voor aandrijfketting speciaal Aanbevolen ontworpen voor O-ringkettingen. Indien Aftapbout voor motorolie 30 N·m (3,1 kgf·m) smeermiddel voor niet beschikbaar, gebruik dan SAE 80 of Oliefilter 26 N·m (2,7 kgf·m) aandrijfketting 90 versnellingsbakolie. Klembout van lagerhouder 74 N·m (7,5 kgf·m) Speling van Inbusbout A van plaat...