Inhoudsopgave
Advertenties
De sensoren en kaarten die zijn aangesloten op de controller worden afgebeeld. Zie
Afbeelding
20.
Afbeelding 20 Pagina met details van de controller
5.3.4 Een sensor toevoegen
Controleer of de controller geactiveerd en verbonden is met de HACH-server.
1. Controleer of de controller Online is in de apparatenlijst.
2. Sluit de sensor fysiek aan op de controller.
Wacht 30 seconden en ververs daarna de browser. De sensor is Online in de apparatenlijst en
de pagina met apparaatdetails. Raadpleeg
apparaat/PC
op pagina 25.
3. Controleer of het juiste serienummer, de afbeelding en de juiste meetparameters van het
apparaat worden weergegeven.
Na 30 seconden worden de meetwaarden bijgewerkt voor alle apparaten. Raadpleeg
Gebruikersinterface en navigatie—Mobiel apparaat/PC
5.3.5 Een mA-uitgangskaart configureren
Controleer of de controller geactiveerd en verbonden is met de HACH-server.
1. Selecteer de mA-uitgangskaart op de pagina met controllerdetails.
2. Druk op MENU om toegang te krijgen tot de instellingen van de mA-uitgangskaart. De mA-
uitgangskaart wordt vergrendeld. Raadpleeg
3. Druk op Systeeminstellingen om een lijst met uitgangen weer te geven.
4. Selecteer een uitgang en druk op Source (bron).
5. Selecteer een sensor in de lijst. Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
6. Selecteer een parameter in de lijst. Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
5.3.6 Een Profibus-kaart configureren
Controleer of de controller geactiveerd en verbonden is met de HACH-server.
36 Nederlands
Gebruikersinterface en navigatie—Mobiel
op pagina 25.
Regelingsfunctie voor apparaten
op pagina 27.
Advertenties
Inhoudsopgave
