Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kabelbuis Of Een Netspanningssnoer Aansluiten - Hach SC4200c Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Installeer het apparaat op een locatie en in een positie waardoor eenvoudige toegang wordt
verkregen om het apparaat en de werking ervan uit te schakelen.
Sluit de voeding op het instrument aan via een kabelbuis of een stroomkabel. Zorg dat er een
stroomonderbreker met voldoende stroomcapaciteit in het netspanningssnoer is geïnstalleerd. De
grootte van de stroomonderbreker is afhankelijk van de draadgrootte die is gebruikt voor de
installatie.
Voor installaties met kabelbuis:
• Installeer een lokale scheidingsschakelaar voor het instrument op minder dan 3 m (10 ft) van het
instrument. Plak een label op de scheidingsschakelaar die deze identificeert als de
hoofdscheidingsschakelaar voor het instrument.
• Berekend is op ten minste 90 °C (194 °F) en geschikt is voor de installatieomgeving
• Gebruik voor permanente aansluitingen uitsluitend massieve draden. Gebruik kabels met
afmetingen tussen 0,75 tot 1.5 mm
een krimpfitting of pinaansluiting aan het uiteinde.
• Sluit apparatuur aan in overeenstemming met lokale, staats- of nationale elektrische regelgeving.
• Sluit de kabelbuis aan door een geleidingshub die de voedingskabel stevig vastzet en de
behuizing afdicht wanneer hij is bevestigd.
• Als een metalen buis wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de geleidingshub is vastgezet zodat de
hub de metalen buis verbindt met de veiligheidsaarde.
Voor installatie met een voedingskabel, controleren of de voedingskabel:
• Korter is dan 3 m (10 ft)
• De juiste classificatie heeft voor de voedingsspanning en stroom.
• Berekend is op ten minste 90 °C (194 °F) en geschikt is voor de installatieomgeving
• Niet minder dan 0,75 mm
coderingsvereisten. Flexibele draden moeten beschikken over een krimpfitting of pinaansluiting
aan het uiteinde.
• Een voedingskabel is met een driepolige stekker (met aardingsverbinding) die geschikt is voor de
voedingsaansluiting
• Aangesloten is door middel van een kabelwartel (trekontlasting) die de voedingskabel stevig
vastzet en de behuizing afdicht wanneer hij is aangehaald
• Geen vergrendeling op de stekker heeft

3.3.3.4 Kabelbuis of een netspanningssnoer aansluiten

De fabrikant raadt het gebruik aan van door de fabrikant geleverde elektrische componenten, zoals
netsnoeren, connectoren en trekontlastingsfittingen.
Zorg dat de kabelmantel door de binnenzijde van de behuizing loopt om de
milieuclassificatie van de behuizing te behouden.
De controller kan op de netvoeding worden aangesloten door middel van een vaste bedrading in een
kabelbuis of door middel van een netsnoer. Onafhankelijk van de gebruikte bedrading wordt de
bedrading met dezelfde aansluitklemmen verbonden.
De controller wordt met de stekker van de voedingskabel aangesloten op voeding. Voor installatie in
een kabelbuis wordt de aangebrachte lokale stekker gebruikt om de voeding op de controller aan te
sluiten.
L E T O P
2
(18 tot 16 AWG). Flexibele draden moeten beschikken over
2
(18 AWG) met relevante isolatiekleuren volgens de lokale
L E T O P
L E T O P
Nederlands 17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave