6.4.1
Instructies voor dubbelpompbe-
drijf
Fig. 3: Minimumafstanden
6.4.2
Onderhoudswerkzaamheden
6.4.2.1
Waaier draaien
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor FK 17.1, FK 202, FK 34, FK 42 + EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Installatie en elektrische aansluiting
teren in ontoelaatbare bedrijfsomstandigheden. Luchtinsluitingen moeten via ont-
luchtingsvoorzieningen worden afgevoerd!
ƒ
Het droog laten lopen van de pomp is verboden! Voorkom luchtinsluitingen in het
hydraulische huis of in het leidingsysteem. Onderschrijd nooit het minimale waterni-
veau. De installatie van een droogloopbeveiliging wordt aanbevolen!
Als er in een bedrijfsruimte meerdere pompen worden opgesteld, moeten minimumaf-
standen tussen de pompen en tot de wand worden aangehouden. De minimumafstan-
den zijn afhankelijk van het type installatie: wisselbedrijf of parallel bedrijf.
d
Diameter hydraulisch huis
Minimale afstand tot de wand:
A
- Wisselbedrijf: min. 0,3 × d
1
- Parallel bedrijf: min. 1 × d
Afstand persleidingen
A
- Wisselbedrijf: min. 1,5 x d
2
- Parallel bedrijf: min. 2 x d
Na een opslagtijd van meer dan 6 maanden moeten voorafgaand aan de installatie de
volgende onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd:
ƒ
De waaier moet worden gedraaid.
ƒ
Controleer de olie in de motorruimte.
ƒ
De olie in de afdichtingsruimte moet worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING
Scherpe randen op waaier en zuigaansluiting!
Op de waaier en de zuigaansluiting kunnen scherpe randen ontstaan. Er bestaat ge-
vaar voor amputatie van ledematen! Het is verplicht om veiligheidshandschoenen te
dragen om snijwonden te voorkomen.
‡
De pomp is niet aangesloten op het elektriciteitsnet!
‡
De beschermingsuitrusting wordt gebruikt!
1. Pomp verticaal op een vaste ondergrond neerzetten. WAARSCHUWING! Beknel-
lingsgevaar voor handen. Zorg ervoor dat de pomp niet kan omvallen of weg-
glijden!
2. Grijp voorzichtig en langzaam via het drukstuk in de hydraulische huis en draai de
waaier.
nl
19