ONDERHOUD
ELEKTRISCHE MOTOREN
Controleer de borstelaandrijfmotoren en de
machine--aandrijfmotor na elke achthonderd
bedrijfsuren.
AANDRIJFRIEMEN EN KETTINGEN
RIEM VAN DE VACUÜMVENTILATOR
Controleer de spanning van de riem en kijk of de
riem geen slijtage vertoont. Beide handelingen
moeten telkens na vijftig bedrijfsuren uitgevoerd
worden. De riem heeft de juiste spanning als deze
12.7 mm uitwijkt wanneer er een kracht van 15 kg
op het middelste punt van de langste spanwijdte
wordt uitgeoefend.
RIEM VAN DE HOOFDBORSTEL
Controleer telkens na tweehonderd bedrijfsuren de
riem van de hoofdborstel op slijtage. De
veerspanrol zorgt voor spanning op de riem. U
kunt de spanning met de hand instellen.
AANDRIJFKETTING (Voor machines met
serienummer 6100530 xxx of lager)
Het voorwiel waarop de machine rijdt draait door
middel van een kettingaandrijving/ondersteuning.
Controleer het aandrijfsysteem en de
kettingspanning telkens na honderd bedrijfsuren.
De ketting is juist gespannen als deze 3 mm
uitwijkt wanneer er lichte druk wordt uitgeoefend
op het middelpunt van de langste spanwijdte.
Smeer de aandrijfketting telkens na honderd
bedrijfsuren met SAE 30 motorolie.
46
6100E 330265 (3- -04)