Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rookafvoer; Rookafvoer Voor Apparaten Van Het Type "A1"; Aansluitingen; Gasapparaten - Electrolux Professional +7BRGHMNF0 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.

ROOKAFVOER

4.1.

ROOKAFVOER VOOR APPARATEN VAN HET TYPE "A1"

Plaats apparaten van het type "A1" onder de afzuigkap, om er
zeker van te zijn dat tijdens het koken veroorzaakte dampen
en rook worden geëlimineerd.
5.

AANSLUITINGEN

Stel aan de hand van de gegevens op het plaatje vast welk
apparaat u heeft aangeschaft. Controleer op de installatie-
schema's de plaats van de ingang van de nutsvoorzieningen
die nodig zijn voor het apparaat:
-
GAS (ø1/2" UNI EN 10226-1)
-
ELEKTRICITEIT
-
WATERTOEVOER
5.1.

GASAPPARATEN

WAARSCHUWING! Dit apparaat is geschikt en goedgekeurd
om te werken met gas G20 20mbar; om het aan te passen aan
een andere gassoort moeten de instructies uit de paragraaf
5.1.6. in dit hoofdstuk worden opgevolgd.
5.1.1. VOOR DE AANSLUITING
Verzeker u ervan dat het apparaat geschikt is voor de gassoort
waarmee het zal worden gevoed. Volg anders de aanwijzingen
uit hoofdstuk: "Aanpassing / afstelling gasapparaten".
Breng vóór elk apparaat een gasafsluitkraan/-ventiel
met snelkoppeling aan. Plaats de kraan/ventiel op een
gemakkelijk te bereiken plaats.
Verwijder stof, vuil en vreemde voorwerpen die de toevoer
zouden kunnen verstoppen uit de aansluitleidingen.
De gastoevoerlijn moet de hoeveelheid gas verzekeren die
nodig is om alle apparaten die erop zijn aangesloten volledig
te laten functioneren. Een toevoerlijn die onvoldoende gas
levert brengt de goede werking van de apparaten die hierop
zijn aangesloten in gevaar.
Let op! Als het apparaat niet waterpas staat kan dit van
invloed zijn op de verbranding en leiden tot een slechte
werking van het apparaat zelf.
5.1.2. AANSLUITING
Alvorens de gasleiding aan te sluiten moet de kunststof
bescherming van de gasaansluiting van het apparaat
worden verwijderd.
Het apparaat dient aan de onderkant rechts te worden
aangesloten; voor de top-apparaten kan de gasaansluiting
aan de achterkant worden gerealiseerd, nadat de metalen
afsluitdop is losgehaald en deze stevig is vastgedraaid op
de aansluiting aan de voorkant.
Controleer met zeepsop, na de installatie, of er geen
lekken zijn op de verbindingspunten.
114
5.1.3. CONTROLE VAN DE AANSLUITDRUK (fi g. 2A)
Controleer of het apparaat geschikt is voor het aanwezige
type gas, aan de hand van de gegevens op het typeplaatje
(als deze niet overeenkomen, volg dan de instructie op uit
par. "Aanpassing aan een andere gassoort"). De aansluitdruk
wordt gemeten terwijl het apparaat in werking is, door gebruik
te maken van een manometer (min. 0,1 mbar).
Verwijder het onderste paneel.
Verwijder de afdichtingsschroef "A" van de drukaansluiting
los en sluit de manometer "O" aan.
Vergelijk de waarde die wordt gemeten door de manome-
ter met de gegevens in tabel B (zie Bijlage handleiding).
Als de manometer een druk meet die buiten het waar-
denbereik van tab.A ligt, mag het apparaat niet worden
ingeschakeld en dient u contact op te nemen met uw
gasbedrijf.
5.1.4. GASDRUKREGELAAR
De gastoevoerlijn moet een voldoende grote doorsnede hebben
en de hoeveelheid gas verzekeren die nodig is om alle appa-
raten die erop zijn aangesloten volledig te laten functioneren.
Als de gasdruk hoger is dan de voorgeschreven waarde of moeilijk
te regelen is (onstabiel), moet er een gasdrukregelaar (artikelnr.
927225) vóór het apparaat op een gemakkelijk te bereiken plaats
worden gemonteerd. De drukregelaar moet bij voorkeur horizontaal
worden gemonteerd, om een goede druk aan de uitgang te verzekeren:
"1" zijde gasaansluiting van het net;
"2" drukregelaar;
"3" zijde gasaansluiting naar het apparaat.
De pijl op de regelaar (
het gas stroomt.
2
LET OP! Deze modellen zijn ontworpen en gecertifi ceerd voor
het gebruik met methaan- of propaangas. Voor methaangas is
de drukregelaar op het spruitstuk ingesteld op 8" Wk. (20 mbar).
5.1.5. CONTROLE VAN DE PRIMAIRE LUCHT (fi g. 3A)
De primaire lucht is nauwkeurig afgesteld wanneer de vlam
niet loslaat wanneer de brander koud is, en er geen vlaminslag
is als de brander warm is.
Draai de schroef "A" los en plaats de beluchter "E" op de
afstand "H" aangegeven in tabel B; draai de schroef "A"
weer vast en sluit hem hermetisch af met de lak.
) geeft aan in welke richting
3
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

+7brghdnf0+7brghsnf0+7brehmnfx+7brehdnfx

Inhoudsopgave