Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Flumen OPTI-TR 20-1, 22, 28-1, 30-1, 40-1, Wilo-Flumen EXCEL-TRE 20, 30, 40
Storingen, oorzaken en oplossingen
⇒ Controleer of de propeller soepel draait, reinig indien nodig de propeller en de
mechanische afdichting.
3. De bewaking van de afdichtingsruimte (optioneel) heeft de stroomkring onderbro-
ken (afhankelijk van de aansluiting).
⇒ Zie "Storing: lekkage van de mechanische afdichting, bewaking van de voorka-
mer/afdichtingsruimte meldt een storing en schakelt het roerwerk uit"
Storing: Het roerwerk start, na korte tijd treedt de motorbeveiliging in werking
1. De motorbeveiligingsschakelaar is onjuist ingesteld.
⇒ Laat de instelling van de beveiliging door een elektromonteur controleren en
indien van toepassing corrigeren.
2. Verhoogde stroomopname door een hogere spanningsval.
⇒ Laat de spanningswaarden van de afzonderlijke fasen door een elektromon-
teur controleren. Overleg met de energieleverancier.
3. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur controleren en corrigeren.
4. Het spanningsverschil tussen de fasen is te groot.
⇒ Laat de spanningswaarden van de afzonderlijke fasen door een elektromon-
teur controleren. Overleg met de energieleverancier.
5. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corrigeren.
6. Verhoogd stroomverbruik door verstrengeling.
⇒ Reinig de propeller en de mechanische afdichting.
⇒ Controleer de voorreiniging.
7. De dichtheid van het medium is te hoog.
⇒ Controleer de installatieconfiguratie.
⇒ Neem contact op met de servicedienst.
Storing: het roerwerk loopt, de installatieparameters worden niet bereikt
1. Propeller verstrengeld.
⇒ Reinig de propeller.
⇒ Controleer de voorreiniging.
2. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corrigeren.
3. Tekenen van slijtage op de propeller.
⇒ Controleer de propeller en vervang deze indien nodig.
4. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur controleren en corrigeren.
Storing: het roerwerk loopt onrustig en luidruchtig
1. Niet-toegestaan bedrijfspunt.
⇒ Controleer de dichtheid en viscositeit van het medium.
⇒ Controleer de dimensionering van de installatie, neem contact op met de ser-
vicedienst.
2. Propeller verstrengeld.
⇒ Reinig de propeller en de mechanische afdichting.
⇒ Controleer de voorreiniging.
3. Er zijn slechts twee fasen op de aansluiting beschikbaar.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur controleren en corrigeren.
4. Verkeerde draairichting.
⇒ Laat de aansluiting door een elektromonteur corrigeren.
5. Tekenen van slijtage op de propeller.
⇒ Controleer de propeller en vervang deze indien nodig.
nl
41