8
Uitbedrijfname/demontage
8.1
Personeelskwalificatie
8.2
Plichten van de gebruiker
8.3
Uitbedrijfname
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU TR 14-40
Uitbedrijfname/demontage
Bewaking van de mediumtemperatuur
De mediumtemperatuur mag niet lager worden dan 3 °C. Wanneer de mediumtempera-
tuur lager is dan 3 °C wordt het medium dikker en kan breuken op de propeller veroor-
zaken. Zorg voor een automatische temperatuurmeting met waarschuwing vooraf en
uitschakeling als de mediumtemperatuur lager kan worden dan 3 °C.
Bewaking minimale wateronderdompeling
Tijdens het bedrijf mag de propeller niet boven het medium uitkomen. De specificaties
met betrekking tot de minimale wateronderdompeling moeten absoluut worden ge-
volgd! Monteer een niveaubewaking als de niveaus erg schommelen. Schakel het roer-
werk uit als de minimale wateronderdompeling niet wordt gehaald.
ƒ
Bediening/besturing: Het bedienend personeel moet geïnstrueerd zijn over de wer-
king van de volledige installatie.
ƒ
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: werkzaamheden aan de elektrische
installatie moeten door een elektromonteur worden uitgevoerd.
ƒ
Installatie-/demontagewerkzaamheden: De vakman moet een opleiding hebben ge-
volgd voor de omgang met de noodzakelijke gereedschappen en bevestigingsmate-
rialen voor de betreffende opstelplaats.
ƒ
Hefwerkzaamheden: het vakkundig personeel is opgeleid voor het bedienen van op-
voerinrichtingen. Aantoonbaar conform BGV D8 (Duitse voorschriften beroepsvere-
niging) of lokale voorschriften.
ƒ
Lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de be-
roepsverenigingen.
ƒ
Voorschriften voor het werken met zware lasten en onder gehesen lasten.
ƒ
Stel de vereiste beschermingsuitrusting ter beschikking en zorg ervoor dat deze door
het personeel wordt gedragen.
ƒ
Zorg in afgesloten ruimten voor voldoende ventilatie.
ƒ
Neem direct tegenmaatregelen wanneer zich giftige of verstikkende gassen verza-
melen!
Bij een uitbedrijfname wordt het roerwerk uitgeschakeld, maar hoeft niet te worden ge-
demonteerd. Hierdoor is het roerwerk altijd bedrijfsklaar.
‡
Dompel het roerwerk altijd geheel in het transportmedium onder om het te be-
schermen tegen vorst en ijs.
‡
De mediumtemperatuur moet altijd hoger zijn dan +3 °C (+37 °F).
1. Schakel het roerwerk op het bedieningspaneel uit.
2. Beveilig het bedieningspaneel tegen onbevoegd opnieuw inschakelen (bijv. door de
hoofdschakelaar te blokkeren).
▶ Het roerwerk is buiten bedrijf en kan nu worden gedemonteerd.
Als het roerwerk na de uitbedrijfname gemonteerd blijft, moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
ƒ
Zorg ervoor dat de hierboven genoemde voorwaarden voor de volledige periode van
de uitbedrijfname in stand worden gehouden. Als deze voorwaarden niet kunnen
worden gegarandeerd, moet het roerwerk na de uitbedrijfname worden gedemon-
teerd!
ƒ
Voer bij een langere periode van uitbedrijfname regelmatig (maandelijks tot drie-
maandelijks) een testloop van 5 minuten uit. VOORZICHTIG! Een testloop mag al-
leen onder de geldige bedrijfsomstandigheden plaatsvinden. Een droogloop is
niet toegestaan! Het negeren van deze aanwijzingen kan leiden tot onherstelbare
schade!
nl
31