Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van De Bewaking Van De Afdichtingsruimte; Instelling Van De Motorbeveiliging - Wilo EMU TR 14-40 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

6.5.4.4
Bewaking afdichtingsruimte (ex-
terne elektrode)
6.5.5

Instelling van de motorbeveiliging

6.5.5.1
Directe inschakeling
6.5.5.2
Sterdriehoekstart
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU TR 14-40
Installatie en elektrische aansluiting
Aderbenaming bimetaalsensor
Temperatuurbegrenzing
20, 21 Aansluiting bimetaalsensor
Temperatuurregeling en -begrenzing
Aansluiting hoge temperatuur
21
Middenaansluiting
20
Aansluiting lage temperatuur
22
Met PTC-sensor
Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "CM-MSS" aanbevolen.
De drempelwaarde is vooraf ingesteld.
Aderbenaming PTC-sensor
Temperatuurbegrenzing
10, 11 Aansluiting PTC-sensor
Temperatuurregeling en -begrenzing
Aansluiting hoge temperatuur
11
Middenaansluiting
10
Aansluiting lage temperatuur
12
Activeringstoestand bij temperatuurregeling en -begrenzing
Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet het bereiken van
de drempelwaarde tot de volgende activeringstoestand leiden:
ƒ
Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit):
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling plaatsvinden.
ƒ
Temperatuurregeling en -begrenzing (2 temperatuurcircuits):
Bij het bereiken van de drempelwaarde voor de lage temperatuur kan een uitschake-
ling met automatische herinschakeling plaatsvinden. Bij het bereiken van de drem-
pelwaarde voor de hoge temperatuur moet een uitschakeling met handmatige her-
inschakeling plaatsvinden.
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
Sluit de externe elektrode aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "NIV 101/A" aan-
bevolen. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een waarschuwing of uitschakeling
plaatsvinden.
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
VOORZICHTIG

Aansluiting van de bewaking van de afdichtingsruimte

Als er bij het bereiken van de drempelwaarde alleen een waarschuwing wordt geacti-
veerd, kan het roerwerk door het binnendringende water onherstelbaar worden be-
schadigd. Aanbevolen wordt om in dergelijke gevallen altijd voor uitschakeling van
het roerwerk te zorgen!
De motorbeveiliging moet afhankelijk van het geselecteerde inschakeltype worden in-
gesteld.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belasting in op de nominale
stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf wordt aanbevolen om de motorbeveiligings-
schakelaar 5 % boven de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen.
De instelling van de motorbeveiliging is afhankelijk van de installatie:
ƒ
Motorbeveiliging geïnstalleerd in de leiding van de motor: Stel de motorbeveiliging
in op 0,58 x ontwerpstroom.
nl
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave