Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren
Het algehele geluid regelen, zodat het bij de
gebruiksomgeving past (Global)
De GT-10B beschikt over een functie, waarmee u de algehele klank van alle Patches kunt veranderen. Dit heet de 'Global functie'.
Met de Global functie kunt u uw instellingen veranderen, zodat ze passen bij die van uw apparatuur en de bedieningsomgeving,
terwijl de instellingen in de Patches onveranderd blijven.
De algehele klank regelen (Global EQ)
Hiermee regelt u de klank van de OUTPUT, ongeacht de aan/uit-instellingen van de equalizer van afzonderlijke Patches.
SYSTEM
Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
1.
Selecteer INPUT/OUTPUT.
2.
Het INPUT/OUTPUT scherm verschijnt.
3.
Selecteer het GLOBAL EQ scherm (pag. 2).
4.
Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen.
5.
Regel de parameter.
6.
Parameter
Low Gain
Mid Gain (Middle Gain)
Mid Freq (Middle Frequency)
Mid Q (Middle Q)
High Gain
64
Uitleg
Regelt de klank van het laagfrequente bereik.
Regelt de klank van het middenfrequente bereik.
Geeft het midden aan van het frequentiebereik, dat door de Mid Gain wordt geregeld.
Regelt de breedte van het bereik, dat wordt beïnvloed door de EQ die op de Mid Freq
gecentreerd is.
Hogere waarden versmallen het bereik.
Regelt de klank van het hoogfrequente bereik.
Zie 'GLOBAL EQ' op pag. 134 voor informatie
over de parameters.