Hoofdstuk 8 Parametergids
Parameter/
Uitleg
Bereik
EXP1/EXP Sw/CTL1/CTL2/EXP2/CTL3/CTL4 Out
(Transmit Control Change)
Hiermee stelt u het controller nummer in wanneer de data van de
bedieningshandelingen als Control Change boodschappen worden uit-
gezonden.
Off, CC#1–
CC#31, CC#64 –
Selecteert de regelaar.
CC#95
Map Select
Deze instelling bepaalt of er van Patch wordt gewisseld volgens de
instellingen van de Program Change Map of volgens de standaard
instellingen.
Schakelt naar de Patches volgens de standaard
Fix
instellingen.
Schakelt naar de Patches volgens de Program
Prog
Change Map.
PROGRAM MAP
Wanneer er van Patch wordt gewisseld met gebruik van door een
extern MIDI apparaat verzonden Program Change boodschappen,
kunt u de overeenkomst tussen Program Change boodschappen die
door de GT-10B ontvangen worden en de Patches die gewisseld moeten
worden naar believen instellen in de 'PROGRAM MAP'.
Hiermee stelt u het patchnummer (U01-1 t/m
Bank 0–3 /
P50-4) voor het daarmee corresponderende Pro-
PC#1 –PC#128
gram Change nummer in.
BULK DUMP
Bij de GT-10B kunt u Exclusive boodschappen gebruiken om een
andere GT-10B van dezelfde instellingen te voorzien, en effect instellin-
gen op een MIDI sequencer of ander apparaat opslaan.
System
Systeem parameters
Quick
Instellingen voor User Quick Setting
U01-1–U50-4
Instellingen voor Patchnummer U01-1 t/m U50-4
Instellingen voor de Patch die nu wordt opgeroe-
Temp
pen
140
USB
Parameter/
Uitleg
Bereik
Driver Mode
Deze modus gebruikt de standaard USB driver
van het bedieningssysteem.
Standard
U kunt gen MIDI gebruiken wanneer Standard als de
driver modus wordt gekozen. Indien u MIDI met de
USB aansluiting wilt gebruiken, stel de GT-10B dan
op de Advanced driver modus in.
Advanced
Deze modus gebruikt de speciale driver.
Monitor Cmd (Monitor Command)
Het Direct Monitor commando is uitgeschakeld,
Disable
waardoor de Direct Monitor modus die door de
GT-10B is ingesteld gehandhaafd blijft.
Het direct Monitor commando is ingeschakeld,
Enable
waardoor de Direct Monitor modus vanaf een
computer omgeschakeld kan worden.
Dir.Monitor (Direct Monitor)
Stel dit op Off in indien u audiodata intern via een
computer verzendt (Thru).
Off
Er nu geen geluid te horen, tenzij de instelling
voor de computer Thru is.
Het geluid van de GT-10B wordt als output uitge-
voerd. Stel dit op On in wanneer u de GT-10B als
stand-alone apparaat gebruikt, zonder hem op
On
een computer aan te sluiten (indien dit op Off
wordt ingesteld, wordt er alleen USB inputgeluid
als output uitgevoerd).
• Deze instelling kan niet worden opgeslagen. Hij wordt bij het
inschakelen van de spanning op On ingesteld.
• Indien u de speciale driver gebruikt, kunt u de Dir.Monitor On/Off
vanaf de ASIO 2.0-compatible applicatie bedienen.