Pagina 1
Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS GT-10B. Lees voordat u dit apparaat gaat gebruiken de hoofdstukken ‘HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN’ (pag. 2-3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pag. 4-5) zorgvuldig door. Deze hoofdstukken verschaffen belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over de symbolen Over VOORZICHTIG opmerkingen WAARSCHUWING en symbool wijst de gebruiker op belangrijke Wordt gebruikt bij instructies, waarbij instructies of waarschuwingen.
Pagina 3
WAARSCHUWING VOORZICHTIG 012b 101b • Schakel onmiddellijk de spanning uit, haal de • Plaats dit apparaat en de adapter zodanig, dat adapter uit het stopcontact en neem contact op hun locatie of positie een goede ventilatie niet in met uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland de weg staat.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Stroomvoorziening • Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of oplosmiddelen, aangezien deze middelen verkleuring en/of vervorming • Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact waarop een kunnen veroorzaken. apparaat is aangesloten dat door een frequentieregelaar wordt aangestuurd (zoals een koelkast, wasmachine, Reparaties en data magnetron of airco) of dat een motor bevat.
Pagina 5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Afspraken en iconen in deze • Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (Roland handleiding EV-5, BOSS FV-500L/500H met een verbindingskabel (met stereo koptelefoonaansluiting, separaat aan te schaffen. Wanneer u een ander fabricaat expressiepedaal Tekst of nummers binnen Geeft knoppen aan...
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ....2 BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............4 Belangrijkste eigenschappen ..............10 Namen en functies ................11 Voorpaneel ..............................11 Achterpaneel ............................. 13 Inhoud van de verpakking controleren ..................13 Korte rondleiding ..................14 Voorbereiding ............................14 Geluiden spelen ............................16 Bewerking..............................
Pagina 7
Wat kunt u doen met MIDI? ........................83 Bediening vanaf de GT-10B ......................83 De GT-10B op afstand bedienen met een extern MIDI apparaat ........... 83 De instellingen voor MIDI functies realiseren ..................84 Het MIDI ontvangstkanaal instellen ..................84 De MIDI Omni modus instellen....................
Pagina 8
De Direct Monitor instelling vanaf een computer regelen............98 De output van de GT-10B met een computer opnemen ..............98 Effecten van de GT-10B op de afgespeelde audio van een computer toepassen ......99 Hoofdstuk 8 Parametergids ...............100 COMPRESSOR/LIMITER........................100 OD/DS (Overdrive/Distortion)......................
De COSM effecten van BOSS zijn met precisie gestemd om alle subtiele nuances van de vingerzetting die zo typerend zijn voor de basgitaar ten volle tot uitdrukking te laten komen. We kunnen dan ook met volle overtuiging zeggen dat dit de meest complete multi-effect processor voor de basgitaar is.
Gebruik deze knoppen om effecten aan of uit te 3. OUTPUT SELECT knop schakelen of om de instellingen ervan te veranderen Regelt de eigenschappen van de output van de GT-10B, (pag. 34). Wanneer een effect is ingeschakeld, gaat het zodat deze past bij het aangesloten type apparatuur lampje van de knop branden.
Pagina 12
Hiermee kunt u de manier veranderen, waarop dingen Wanneer er in de display bij een parameter ‘EXP1’ wordt aangegeven, wordt het EXP pedaal van de GT-10B bedoeld. in de display worden weergegeven (pag. 25). 20. EXP PEDAL SW (EXP Pedal Switch) 11.
Sluit de bijgeleverde adapter hierop aan. Normaalgesproken staat dit op GND ingesteld. * Gebruik geen andere adapter dan degene die bij de GT-10B 3. INPUT jack meegeleverd is om schade aan de GT-10B te voorkomen.
Controleer voor het inschakelen van de aan. spanning het volgende: • Zijn alle externe apparaten goed aangesloten? • Is het volume van de GT-10B, uw versterker en alle andere aangesloten apparatuur op het laagste volume gezet? Basversterker Zet het volume van de versterker pas hoger, nadat u de spanning van alle aangesloten apparaten heeft Zie ‘Apparatuur aansluiten’...
INPUT Voorbeeld 2: gebruik van Send en Return op de basversterker PHRASE LOOP ON / OFF Hierdoor kunt u schakelen tussen gebruik van de GT-10B en de voorversterker van de basversterker. Basversterker Stem de basgitaar SEND RETURN INPUT Telkens wanneer u de TUNER/BYPASS knop indrukt, wordt de Tuner (stem) functie in of uitgeschakeld.
Korte rondleiding Geluiden spelen Wanneer u klaar bent met de voorbereidingen, probeer dan eens geluiden te spelen, terwijl u de GT-10B bedient. De weergave van bank en nummer Een patch uit de huidige bank kiezen De display aan de linkerkant geeft de bank...
Korte rondleiding Wissel van Patch met de draaischijf Wanneer u in het Playscherm bent (pag. 24), kunt u aan de draaischijf draaien om van Patch te wisselen. Pedalen gebruiken bij de effecten Het EXP pedaal en de pedalen CTL 1 en 2 kunnen worden ingesteld voor het in en uitschakelen van effecten voor afzonderlijke Patches, gebruik als volumepedaal en andere dergelijke handelingen.
Korte rondleiding Bewerking Basisbediening Dit beschrijft de basishandelingen bij het bewerken van instellingen. Het instellingen- Ga naar het System Menu Kies het onderwerp van het menu. scherm voor het scherm. onderwerp verschijnt. * In dit voorbeeld wordt “PATCH EDIT” geselecteerd. Knoppen en draaiknoppen die u gebruikt ·...
Korte rondleiding Verander de parameter Verlaat de Kies het onderwerp van het menu. instellingen. instellingen. • Voorbeeld 1 (Ga terug naar het vorige scherm.) Bij elke druk op * Afhankelijk van het in stap 2 gekozen onderwerp verschijnt dit scherm wellicht niet. deze knop wordt er gewisseld tussen Knob...
Korte rondleiding Op eenvoudige wijze geluiden creëren (EZ TONE) Door de EZ Tone functie (pag. 33) te gebruiken, kunt u snel de instellingen vinden, die dicht bij het muzikale genre en het gevoel liggen van de song die u wilt creëren. Hierdoor kunt u het geluid op eenvoudige wijze creëren.
Korte rondleiding De vervorming/compressie regelen Regel de vervorming of compressie met behulp van Tone Grid(de geluidsbalk), totdat u het gewenste geluid krijgt. Klank: Edge (scherp) Cursorbeweging Vervorming/compressie: Vervorming/compressie: Soft (zacht) Hard Klank: Horizontaal Verticaal Smooth (vloeiend) Cursorbeweging Indien u van Patch wisselt, gaan alle gemaakte instellingen verloren. Om de klank die u heeft gecreëerd op te slaan, voert u de Write procedure uit (pag.
Directe aansluiting op een opnamemengpaneel of een PA mengpaneel (XLR-gebalanceerde output) De GT-10B beschikt over gebalanceerde outputs, die gebruik maken van SUB OUTPUT jacks (XLR aansluitingen). Hoewel er in concertzalen en opnamestudio’s over het algemeen direct boxes worden gebruikt om de outputs van de basgitaar(effectenprocessors) op mengpanelen aan te sluiten, kunt u de GT-10B direct op het mengpaneel aansluiten, waardoor u vermindering van de geluidskwaliteit voorkomt.
Pagina 23
Zet het volume altijd laag en schakel de spanning van alle apparaten uit, • Wanneer u een BOSS FS-6 voetpedaal (optioneel) op de EXP PEDAL 2/CTL 3,4 voordat u de apparatuur gaat aansluiten om storing en/of schade aan jack aansluit, stel de MODE schakelaar en de POLARITY schakelaar dan in als luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen.
• Zijn alle externe apparaten op de juiste manier aangesloten? • Is het volume van de GT-10B, de versterker en alle andere aangesloten apparaten op het minimum gezet? Wanneer de apparaten zijn aangesloten dient u de spanning van de verschillende apparaten in de aangegeven volgorde in te schakelen. Door de apparaten in de verkeerde volgorde in te schakelen riskeert u storing en/of schade aan luidsprekers en andere apparatuur.
Hoofdstuk 1 Geluiden produceren Van Playscherm wisselen De GT-10B heeft een scala aan Playscherm variaties. U kunt van informatie, die in het Playscherm getoond wordt, wisselen door te drukken. • U kunt de PARAMETER draaiknoppen 1 t/m 4 gebruiken om met de waarden van de parameters te werken die onder aan het Playscherm staan. Ook kunt u voor elke parameter de corresponderende toekenning veranderen in het SYS KNOB ASSIGN scherm (pag.
Hoofdstuk 1 Geluiden produceren Instellingen realiseren voor een aangesloten apparaat (Output Select) Selecteer het type apparaat, dat op de OUTPUT jack is aangesloten. • Om de GR-10B optimaal te laten presteren, dient u te zorgen dat u de juiste instelling ingeeft voor de OUTPUT SELECT, dus degene die het best bij uw opstelling past.
De display tijdens het stemmen Bij de interne tuner van de GT-10B zijn de naam van de noot en de Tuning Guide (stemhulp) in de display te zien, waardoor het verschil tussen de inputklank en de klank in de display aangegeven wordt.
Hoofdstuk 1 Geluiden produceren Hoe u kunt stemmen 1. Speel één enkele De naam van de noot die het dichtst bij de open noot op de snaar ligt die werd aangeslagen, verschijnt Speel maar één enkele noot op de snaar die u wilt stemmen. in de display.
• OUTPUT wordt bij het verlaten van de fabriek op ‘Bypass’ ingesteld. Waarde Uitleg Geluid dat als input in de GT-10B binnenkomt wor- Bypass den via de bypass geleid (gaat niet door de processor) en is als directe output (zoals het geluid is) te horen.
Wat is een Patch? Een combinatie (of een set) van effecten samen met een groep parameter instellingen wordt een ‘Patch’ genoemd. De GT-10B kan 400 verschillende Patches in het geheugen opslaan, gesorteerd op bank (groep) en nummer, zoals hieronder aangegeven.
Het pedaal gebruiken om de Patch te selecteren Er wordt van Patch gewisseld door een ‘bank’ (U01-U50, P01-P50) en een ‘nummer’ (1-4) te selecteren. De bank en het nummer verschijnen in de display van de GT-10B, zoals in het volgende figuur te zien is. fig.02-040d...
Patches in groepen scheiden (CATEGORY) De GT-10B beschikt over een functie, waarmee u Patches in een aantal verschillende groepen kunt indelen. Dit wordt de CATEGORY functie genoemd (pag. 40). Wanneer u voor elke Patch de categorie aangeeft, wordt het zoeken naar Patches eenvoudiger.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) Geluiden op een makkelijke manier creëren (EZ TONE) Een klank creëren voor de song, die u in gedachten heeft (Create) Indien u al een helder idee heeft over het soort geluid dat u wilt creëren, kunt u zichzelf veel moeite besparen door uit te gaan van een Patch, die aardig lijkt op wat u in gedachten heeft, waarna u de instellingen daarvan bijschaaft tot wat u wilt.
Een effect in en uitschakelen De ingebouwde effecten van de GT-10B worden in en uitgeschakeld door bediening via knoppen. Wanneer er een effect wordt ingeschakeld, gaat het lampje van de knop branden. Het lampje gaat uit wanneer het effect wordt uitgeschakeld.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) De effecten op eenvoudige wijze instellen (Quick Setting) Elk effect bevat voorbereide sample instellingen, die ‘Quick Settings’ genoemd worden. U kunt op eenvoudige wijze nieuwe effectgeluiden creëren door simpelweg deze Quick Settings te selecteren en te combineren. Het instellingsscherm voor de effecten verschijnt.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) De parameters regelen Elk effect bevat meerdere verschillende parameters. U kunt de gewenste geluiden nauwkeuriger creëren door elk van deze parameters afzonderlijk te bewerken. Het instellingenscherm voor de effecten verschijnt. • Bij FX-1 en FX-2 worden de instellingen voor het op dat moment geselecteerde effect getoond.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) De EQ (Equalizer) regelen GRAPHIC EQ voor FX-1/2 regelen In het EQ scherm kunt u door [DISPLAY MODE] te In het GRAPHIC EQ scherm voor FX-1 of FX-2 kunt u gebruiken om van scherm te wisselen de huidige status door [DISPLAY MODE] te gebruiken om van scherm te van de instellingen controleren door middel van een wisselen de huidige status van de instellingen...
Om het output volume van een effect te controleren verplaatst u de cursor naar het gewenste effect. U kunt het volume van signalen die in de INPUT jack worden ingevoerd controleren door te selecteren. Wanneer u selecteert, kunt u het volume van signalen die als output uit de GT-10B komen controleren.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) Twee verschillende types effecten gebruiken (Channel Select) De effector van de GT-10B heeft twee routes (EFFECT CHANNEL). U kunt ze gebruiken door naar eigen wens van route te wisselen of routes te mengen voor toepassingen.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) Patches groeperen in categorieën (CATEGORY) U kunt categorieën aan Patches toekennen en ze dienovereenkomstig groeperen. Selecteer de Patch, die u aan een categorie wilt toevoegen. Het MST/PDL FX scherm verschijnt. Selecteer NAME. Het Patch NAME scherm verschijnt. Selecteer een categorie.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) Gebruikerscategorieën een naam geven (CATEGORY NAME) De CATEGORY functie heeft ook tien gebruikerscategorieën (USER 1-10) die u kunt noemen zoals u wilt. Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. SYSTEM Selecteer CATEGORY NAME. Het CATEGORY NAME scherm verschijnt. Selecteer de naam van de categorie die u wilt bewerken.
Hoofdstuk 2 Geluiden creëren (Patch Edit) Een Patch een naam geven (Patch NAME) Aan elke Patch kan een naam gegeven worden (Patch NAME) die uit maximaal 16 tekens bestaat. U kunt deze functie ten volle benutten door namen toe te kennen die een idee geven van het geluid dat de Patch geeft of de song waarin het gebruikt wordt. Selecteer de Patch waarvan u de naam wilt bewerken.
Indien u de Patch een naam wilt geven of de naam De GT-10B slaat de veranderingen in de instelling op onder de Patch ervan wilt bewerken, ga dan voordat u opslaat van bestemming.
Hoofdstuk 3 Een klank opslaan Patches uitwisselen (Patch EXCHANGE) Bij de GT-10B kunt u de posities van twee User Patches verwisselen of uitwisselen. Hier volgt de uitleg daarover. ‘Een klank selecteren (Patch Change)’ op pag. 30 Selecteer de Patch voor uitwisseling.
Hoofdstuk 3 Een klank opslaan Instellingen op effect bewaren (User Quick Settings) Behalve instellingen opslaan in de vorm van Patches, kunt u ook instellingen opslaan voor afzonderlijke effecten. Omdat u dergelijke opgeslagen instellingen in andere Patches kunt gebruiken, net als bij de Preset Quick Settings (pag. 35), is het van te voren als User Quick Settings opslaan van effectinstellingen die u mooi vindt een handige manier om nieuwe Patches te creëren.
Hoofdstuk 3 Een klank opslaan Effectinstellingen uitwisselen tussen kanalen U kunt de instellingen voor de twee effectkanalen uitwisselen. Wanneer er bewerkingen zijn gedaan aan de op Het Patch COPY scherm verschijnt. dat moment geselecteerde Patch, komt het Patch WRITE scherm in beeld. Het CH A/B UTILITY scherm verschijnt.
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen De functies van de draaiknoppen van het Playscherm instellen U kunt de functies van de PARAMETER draaiknoppen veranderen. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. Selecteer CONTROL. Het CONTROLLER scherm verschijnt. Selecteer het SYS KNOB SETTING scherm (pagina 1). Selecteer de parameter draaiknop (draaiknop P1-P4) waarvan u de toekenning wilt veranderen.
Pedalen gebruiken om de parameters te regelen Het CTL/EXP pedaal gebruiken met altijd dezelfde toegekende functies (Pedal Function) Hierdoor worden de functies van het CTL pedaal, EXP pedaal en EXP PEDA: SW op de gehele GT-10B toegepast. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
Max: CTL/EXP functies afzonderlijk in elke Patch instellen (PEDAL FX) Met deze procedure stelt u de functies voor de regelaars van de GT-10B (CTL/EXP pedaal, EXP PEDAL SW) voor afzonderlijke Patches in. * Stel de Prefernc parameter van de instellingen van het CTL/EXP pedaal en de EXP PEDAL SW (pag. 137) op ‘Patch’ in.
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Quick Settings voor de EXP pedaal functie Wanneer u deze voorbereide sample instellingen (Quick Settings) selecteert, kunt u snel optimale waarden kiezen voor de gerelateerde parameters. Hierdoor kunt u de instellingen simpel en gemakkelijk voltooien zonder dat u elke parameter afzonderlijk hoeft in te stellen.
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Regelfuncties instellen voor afzonderlijke Patches (Assign) U kunt het CTL/EXP pedaal, de EXP PEDAL SW en externe regelaars (voetschakelaar en expressiepedaal) die op de EXP PEDAL 2/CTL 3,4 jacks op het achterpaneel zijn aangesloten voor elke afzonderlijke Patch instellen. U kunt tot acht separate instellingen per Patch opslaan (waarbij u Assign nummers 1 t/m 8 gebruikt), die bepalen welke parameters door welke regelaars worden geregeld.
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Handmatige instellingen Hier kunt u afzonderlijk bepalen welke regelaar welke parameter moet regelen. Het MST/PDL FX scherm verschijnt. Selecteer ASSIGN. Het ASSIGN scherm verschijnt. Alleen de TARGET (doel) en de SOURCE (bron) worden in Icon View getoond. Indien u al de parameters wilt laten verschijnen, schakel dan over naar List View.
Pagina 53
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Parameters die in List View kunnen worden ingesteld Hieronder worden de parameters beschreven, die kunnen worden ingesteld wanneer u in het ASSIGN scherm naar List View schakelt. Wanneer u op [DISPLAY MODE] drukt, schakelt de display tussen Knob View (draaiknoppen in beeld) en List View (een lijst). * In het scherm dat u hier ziet wordt ASSIGN No.
De waarde van de als doel geselecteerde parameter verandert binnen het bereik, dat wordt aangegeven door ‘Min’ en ‘Max’, zoals op de GT-10B is ingesteld. Wanneer u een externe voetschakelaar gebruikt of een andere regelaar die als aan/uit- schakelaar functioneert, wordt ‘Min’ geselecteerd met Off (CLOSED = gesloten) en ‘Max’ met On (OPEN).
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Voorbeeld van Assign instellingen Wanneer u de parameters instelt zoals hieronder vermeld, kunt u het EXP pedaal van de GT-10B als UNI-V Rate parameter gebruiken. Target: FX1:UV:Rate Src Mode: Moment Min: ActRngLo: Max: ActRngHi: Source: EXP1 PEDAL...
De effecten met de BANK/nummer pedalen in en uitschakelen (Manual Mode) De GT-10B beschikt over een Manual Mode (handmatige modus), waarin de pedalen worden gebruikt om aangegeven effecten in en uit te schakelen. In de Manual modus kunt u effecten in en uitschakelen zonder het patchnummer te veranderen.
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Effect in/uitschakeling aan een pedaal toekennen SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. U kunt ook vanuit het Playscherm naar het MANUAL SETTING scherm gaan (pag. 56). Selecteer MANUAL SETTING. Het MANUAL SETTING scherm verschijnt. Selecteer het pedaal, waarvan u de toekenning wilt verande- ren.
Tussen instellingen schakelen met de nummerpedalen De GT-10B beschikt over een functie, waarmee u de tuner in en uit kunt schakelen, tussen effectkanalen kunt schakelen en andere taken kunt uitvoeren door het pedaal met hetzelfde nummer als de op dat moment geselecteerde Patch in te drukken.
Het is ook een ideale manier om geluidssoorten te beluisteren, omdat u de effectparameters in real time kunt regelen, terwijl er een frase wordt afgespeeld. Opgenomen frasen worden verwijderd, wanneer Phrase Loop wordt uitgeschakeld of wanneer de GT-10B wordt uitgezet. De Phrase Loop gebruiken...
(‘mute’) bij het afspelen. (Het PLAY lampje knippert.) Er wordt geen geluid geproduceerd, maar het herhaaldelijk De frase wordt verwijderd afspelen gaat binnen in de GT-10B door. en het apparaat komt stand- by te staan voor opname. Wanneer u op [BANK ▼] drukt, terwijl het apparaat op ‘mute’ staat, wordt er weer hoorbaar herhaaldelijk afgespeeld.
Wanneer u [BANK ▲] indrukt, terwijl de Phrase Loop functie aan is, worden de opgenomen data gewist en schakelt Clear Only de GT-10B vervolgens over naar de STANDBY modus. Wanneer u [BANK ▲] indrukt, terwijl de Phrase Loop functie aan is, wordt het geluid van de uitvoering van de op- genomen frase gedempt (de opgenomen data worden niet gewist).
Hoofdstuk 4 Geluiden afspelen Overzicht van de werking van Phrase Loop Wanneer de PHRASE Loop functie en de Pdl Mode parameter beide op ‘on’ zijn ingesteld, werkt de phrase Loop schakeling als hieronder aangegeven. Wanneer de Clear Pdl parameter ‘Clear Only’ is CLEAR STANDBY PLAY...
(Input Select) De GT-10B beschikt over een functie voor het aanpassen van de geluidssoort, zodat deze past bij willekeurig welke basgitaar u heeft aangesloten. Hierdoor kunt u instellingen realiseren voor drie typen basgitaar (Bass 1-3). Dit is handig wanneer u een andere basgitaar aansluit dan degene die gebruikt werd toen de Patch gecreëerd werd.
(Global) De GT-10B beschikt over een functie, waarmee u de algehele klank van alle Patches kunt veranderen. Dit heet de ‘Global functie’. Met de Global functie kunt u uw instellingen veranderen, zodat ze passen bij die van uw apparatuur en de bedieningsomgeving, terwijl de instellingen in de Patches onveranderd blijven.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het algehele effect van de ruisonderdrukker regelen (Total Noise Suppressor) Hiermee regelt u de algehele drempelwaarde voor de instellingen van de ruisonderdrukker in de afzonderlijke Patches. Dit is een handig middel, wanneer er tijdens uitvoeringen van basgitaar wordt gewisseld en wanneer er in respons op het bromvolume op de plaats van uitvoering aanpassingen gedaan worden.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het algehele Reverb volume regelen (Total REVERB) Hiermee regelt u de algehele Reverb volume instellingen in de afzonderlijke Patches. Dat is handig om het geluid aan te passen aan de akoestiek van de plaats van uitvoering. Deze instelling heeft geen effect op de instellingen van de afzonderlijke Patches.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het referentievolume van de output regelen, zodat dit bij de aangesloten apparatuur past (Main Out Level) Hiermee stelt u het referentievolume van de output in, zodat dit past bij de apparatuur die op de OUTPUT jack is aangesloten. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het outputvolume van de DIGITAL OUT jack regelen U kunt het volume van de audiosignalen die uit de DIGITAL OUT jack komen regelen. Er komen digitale signalen uit de DIGITAL OUT jack op het achterpaneel. U kunt deze direct aansluiten op de ingaande digitale ‘in’...
Stel L/R in wanneer u in stereo opneemt of stereosignalen naar een PA verzendt. Output uit de SUB OUTPUT L jack is de stereo output van de GT-10B die naar mono gemengd is, output uit de SUB OUTPUT R jack is het directe geluid voordat er een effect op is toegepast (mono).
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het volume van de SUB OUTPUT jacks regelen U kunt het volume van de audiosignalen die uit de SUB OUTPUT (XLR) jacks komen regelen. Het volume van de SUB OUTPUT kan niet geregeld worden met de OUTPUT LEVEL draaiknop. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het contrast van de display regelen (LCD Contrast) Afhankelijk van waar de GT-10B is geplaatst kan de display (aan de rechterkant) moeilijk leesbaar worden. Indien dit zich voordoet, regel dan het contrast van de display.
(Patch Change Mode) De GT-10B beschikt over een modus die gebruikt kan worden wanneer er ruimtelijke effecten (zoals Reverb en Dalay) gebruikt worden, waarbij het effectgeluid van de ene Patch blijft spelen, zelfs nadat u naar de volgende Patch heeft geschakeld. Indien er aan de volgende voorwaarden betreffende de effects chain en parameter instellingen van het effect is voldaan, kunt u het wegsterven van Reverb, Dalay en soortgelijke effecten laten doorgaan in de volgende Patch nadat u van Patch heeft gewisseld.
De identieke Preamp (voorversterker) instellingen in alle Patches gebruiken (Preamp Mode) Bij de GT-10B kunt u een preamp (voorversterker) instellen voor algemeen gebruik in alle Patches, waardoor u instellingen kunt realiseren voor drie preamp typen. Dit zorgt voor een effect dat u altijd het geluid van dezelfde basversterker geeft, ongeacht de Patches die u instelt.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren De huidige preamp instelling opslaan als de preamp instelling van het systeem U kunt de huidige preamp instelling opslaan als een preamp instelling voor het systeem (System 1 t/m System 3). Wanneer er bewerkingen zijn gedaan aan de op Het Patch COPY scherm verschijnt.
Het aantal banken waartussen kan worden geschakeld beperken (Bank Extent) Door een limiet te stellen aan het bereik van de banken waartussen kan worden geschakeld, kunt u de GT-10B zodanig instellen dat alleen de Patches die u nodig heeft geselecteerd kunnen worden.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren De timing instellen die gebruikt wordt bij het van Patch wisselen (Bank Change Mode) Hiermee stelt u de timing in, waarmee de GT-10B naar de volgende Patch schakelt, wanneer er met de pedalen van bank wordt gewisseld. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
Indien er van Patch wordt gewisseld, terwijl het volume met een EXP pedaal wordt geregeld, wordt het volume van de volgende Patch aangepast aan de waarde die in die Patch is ingesteld. Indien het EXP pedaal bediend wordt en die informatie naar de GT-10B verzonden wordt, zal het volume veran- deren overeenkomstig de beweging van het pedaal.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren De verlichting van de pedaallampjes regelen (Pedal Indicate) U kunt alle onverlichte pedaallampjes ook gedimd laten knipperen. Daardoor kunt u de pedalen op een podium en op andere donkere locaties eenvoudiger vinden. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. Selecteer PLAY OPTION.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren De draaischijf functie instellen (Dial Function) Deze instelling bepaalt of er met het draaien aan de draaischijf wel of niet van Patch gewisseld wordt. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. Selecteer PLAY OPTION. Het PLAY OPTION scherm verschijnt. Verplaats de cursor naar Dial Func.
Het herstellen van de instellingen van de GT-10B zoals ze in de fabriek zijn gerealiseerd wordt een ‘Factory Reset’ genoemd. Het is niet alleen mogelijk om alle instellingen van de waarden die in werking waren toen de GT-10B de fabriek verliet te laten terugkomen, u kunt ook het bereik van de instellingen die u terug wilt halen aangeven.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Het EXP pedaal instellen (Pedal Calibration) Hoewel het EXP pedaal van de GT-10B in de fabriek is ingesteld voor optimale bediening, kunnen een lange periode van gebruik en de gebruiksomgeving ervoor zorgen dat het pedaal bijgesteld dient te worden.
Pagina 82
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren Druk de teen van het EXP pedaal stevig in. Herhaal de stappen 8 en 9 om de Thres parameter zodanig in te stellen, dat het EXP PEDAL SW lampje bij de juiste drukkracht aan en uit gaat.
MIDI boodschappen tussen de computer en de GT-10B uitwisselen Indien de Driver Mode parameter op Advanced (pag. 95) is ingesteld en u de GT-10B met een USB kabel op uw PC/Mac aansluit, kunt u MIDI boodschappen heen en weer sturen via de USB.
Hoofdstuk 6 De GT-10B gebruiken met externe MIDI apparaten De instellingen voor MIDI functies realiseren Hier volgt een beschrijving van de MIDI functies van de GT-10B. Stel ze in voor zover het bedoelde gebruik dit vereist. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
Hoofdstuk 6 De GT-10B gebruiken met externe MIDI apparaten De MIDI Omni modus instellen Hiermee realiseert u de instellingen voor de kanalen, die voor MIDI informatie gebruikt worden. 1. Volg de procedure van ‘De instellingen voor MIDI functies realiseren’ (pag. 84) om de cursor op ‘Omni Mode’...
Hoofdstuk 6 De GT-10B gebruiken met externe MIDI apparaten Program Change boodschappen verzenden Deze instelling bepaalt of er wel of geen Program Change boodschappen worden verzonden wanneer er op de GT-10B van Patch wordt gewisseld. 1. Volg de procedure van “De instellingen voor MIDI functies realiseren” (pag. 84) om de cursor op “PC Out”...
Hoofdstuk 6 De GT-10B gebruiken met externe MIDI apparaten Stel de gewenste Er worden geen Control Change boodschappen ver- zonden. waarde in. Hiermee stelt u het nummer van de regelaar in wan- CC#1–CC#31, neer er data over de bediening van het externe EXP CC#64–CC#95...
Wanneer u van Patch wisselt met behulp van Program Change boodschappen, die door een extern MIDI apparaat verzonden worden, kunt u de overeenstemming tussen Program Change boodschappen die door de GT-10B ontvangen worden en de Patches die gewisseld dienen te worden naar believen instellen in de ‘Program Change Map’.
Vanaf de GT-10B patchnummers veranderen op een extern MIDI apparaat Wanneer er op de GT-10B een Patch wordt geselecteerd, corresponderen de bank select boodschap en de program change bood- schap die vanaf de GT-10B worden gezonden als met elkaar als hieronder vermeld.
Op de GT-10B van Patch vanaf een extern MIDI apparaat veranderen Wanneer u de MIDI Map Select parameter op Fix heeft ingesteld om op de GT-10B van patchnummer te veranderen met behulp van bank select boodschappen die vanaf een extern MIDI apparaat worden verzonden, kunt u hieronder zien hoe de externe bank select boodschappen en program change boodschappen overeenkomen met de patchnummers op de GT-10B.
Data naar een extern MIDI apparaat verzenden (Bulk Dump) Bij de GT-10B kunt u Exclusive boodschappen gebruiken om een andere GT-10B van dezelfde instellingen te voorzien of om effectgeluid instellingen op MIDI sequencers en andere dergelijke apparaten op te slaan. Deze verzending van data wordt bulk dump genoemd.
Hoofdstuk 6 De GT-10B gebruiken met externe MIDI apparaten Verzenden SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. Selecteer MIDI. Het MIDI MENU scherm verschijnt. Selecteer B.DUMP. Het BULK DUMP scherm verschijnt. Selecteer het begin en het einde van de te verzenden data.
Wanneer er data worden ontvangen, dat op een MIDI sequencer zijn opgeslagen Sluit de apparatuur aan zoals hieronder te zien is. Stel het Device ID van de GT-10B in op hetzelfde nummer als dat wat werd gebruikt toen de data naar de MIDI sequencer werd verzonden.
De USB Driver installeren en instellen Simpelweg door de GT-10B via een USB kabel op uw PC/Mac aan te sluiten, kunt u via USB audiosignalen heen en weer sturen. Wanneer de Driver Mode parameter (pag. 95) op Standard is ingesteld, gebruikt uw PC/Mac een standaard driver die u kunt vin- den op het bedieningssysteem.
• Lees in de Readme die in het gedownloade bestand staat meer over de door de GT-10B ondersteunde bedieningssystemen. • Indien u de speciale driver nog niet op de PC/Mac geïnstalleerd heeft, dient u dit te doen voordat u de GT-10B op een PC/ Mac aansluit.
Realiseer deze instellingen al naar gelang de manier waarop u de GT-10B wilt gebruiken. De input en output van het digitale audiosignaal instellen Hiermee kunt u het volume van de digitale audiosignalen van de GT-10B regelen, maar ook de hoeveelheid digitale audio die van de USB (computer) meegemengd moet worden.
Hoofdstuk 7 Gebruik van de via USB op een computer aangesloten GT-10B De Direct Monitor instellen Schakelt de output van het geluid van de GT-10B naar de OUTPUT en PHONES jacks. SYSTEM Het SYSTEM MENU scherm verschijnt. Selecteer USB. Het USB scherm verschijnt.
Stel de gewenste waarde in. Parameter/ Uitleg Range Het Direct Monitor commando is gedeactiveerd, waardoor de door de GT-10B is ingestelde Direct Monitor modus Disable gehandhaafd wordt. Het Direct Monitor commando is geactiveerd, waardoor de Direct Monitor modus vanaf een computer veranderd Enable kan worden.
Stel de audio output poort in de computer applicatie op de GT-10B in. U kunt de GT-10B gebruiken om effecten toe te passen op de audiodata, die door de computer afgespeeld worden, en vervolgens de data weer met de computer opnemen.
Hoofdstuk 8 Parametergids In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide omschrijvingen van elk van de effecten van de GT-10B en de parameters die gebruikt worden om ze af te stellen. • Het formaat, dat voor parameternamen gebruikt wordt, is gebaseerd op hoe de namen in beeld komen als het scherm op List View staat.
0–100 Regelt het volume. alleen gebruikt wordt. Dit is een overdrive geluid dat een natuurlijk aan- Instelling beschikbaar bij Type ingesteld op BOSS Comp of Natural doende vervorming geeft. D-Comp. Dit komt overeen met de TECH21 SANSAMP...
Hoofdstuk 8 Parametergids Preamp instellingen PREAMP MONO Parameter/ Uitleg COSM technologie simuleert verschillende preamp (voorver- Bereik sterker) karakteristieken, luidsprekerformaten en kastvormen. Type Hiermee stelt u het type basgitaar preamp in. U kunt voor kanaal A en kanaal B aparte instellingen realiseren. SUPER FLAT Een amp met vlakke respons.
Pagina 103
Hoofdstuk 8 Parametergids Type=CONCERT 810 Type=GTR Clean, GTR Crunch Parameter/ Uitleg Parameter/ Uitleg Bereik Bereik Mid Freq (Middle Frequency) Presence 220Hz, 800Hz, Geeft het midden aan van het frequentiebereik 0–100 Regelt de klank voor het ultrahoog frequente bereik. 3.0kHz dat door de Mid Freq wordt geregeld. Bright Bright Schakelt de bright instelling in/uit.
Hoofdstuk 8 Parametergids EQ (Equalizer) FX-1/FX-2 STEREO STEREO Dit regelt de klank als een equalizer. Er is een parametrisch Bij FX-1 en FX-2 kunt u het gewenste effect selecteren van de type gekozen voor het hoog-midden- en laag-middenbereik. volgende lijst. U kunt voor FX-1 en FX-2 hetzelfde effect selecteren.
Hoofdstuk 8 Parametergids T.WAH (Touch Wah) AUTO WAH (Auto Wah) U kunt een Wah effect produceren, waarbij het filter verandert Dit verandert het filteren over een periodieke cyclus, waardoor in respons op het basvolume. er een automatisch Wah effect ontstaat. Parameter/ Uitleg Parameter/...
Selecteert het compressortype. CRY WAH pedaal dat in de jaren ’70 populair was. BOSS Comp Dit lijkt op een BOSS CS-3. VO WAH Dit lijkt op het geluid van de VOX V846. Dit is een compressor die een nog sterker effect...
Selecteert het type limiter. Hiermee stelt u de frequentie in, waarbij het low Flat, cut filter effect krijgt. Wanneer ‘Flat’ wordt gese- BOSS Limitr Hiermee selecteert u een stereo limiter. 55Hz–800Hz lecteerd, heeft het low cut filter geen effect. Rack 160D Dit lijkt op een dbx 160X.
Hoofdstuk 8 Parametergids Enhancer BASS SIM. (Bass Simulator) Dit is een effect dat de vorm van het inputgeluid duidelijk Simulatie van de karakteristieken van bepaalde maakt door de attack van het geluid te benadrukken, die volgt bascomponenten, zoals elementen en verschillende basbody’s, op veranderingen in het inputvolume.
Hoofdstuk 8 Parametergids SLOW GEAR BASS SYNTH Dit produceert een effect van een aanzwelling in volume Dit is een synth geluid dat het ingangssignaal van de basgitaar (‘viool-achtig’ geluid). verwerkt. Parameter/ Uitleg • Omdat het nodig is om de toonhoogte te analyseren, kunnen er geen Bereik akkoorden (twee of meer geluiden die tegelijk gespeeld worden) worden Sens (Sensitivity)
Hoofdstuk 8 Parametergids OCTAVE PITCH SHIFTER Dit voegt een noot van één octaaf lager toe, waardoor er een Dit effect verandert de toonhoogte van het oorspronkelijke rijkere klank ontstaat. geluid (omhoog of omlaag) binnen een bereik van twee octaven. Omdat het nodig is om de toonhoogte te analyseren, kunnen er geen Parameter/ Uitleg akkoorden (twee of meer geluiden die tegelijk gespeeld worden) worden...
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg HARMONIST Bereik De toonhoogte instelling correspondeert als volgt met de toonhoogte Harmonist is een effect waar de hoeveelheid toonhoogte van de song (#, b): verandering wordt geregeld volgens een analyse van de basgitaar input, waardoor u harmonieën kunt creëren, die zijn Majeur gebaseerd op diatonische toonladders.
Hoofdstuk 8 Parametergids Harmonist toonladders creëren (User SOUND HOLD Scale) Wanneer Harm op een willekeurige waarde tussen -2oct tot U kunt geluid dat op de basgitaar gespeeld wordt continu +2oct wordt ingesteld en de harmonie niet klinkt zoals u laten aanhouden. Dit effect maakt het mogelijk om de melodie bedoelt, gebruik dan een User toonladder.
Hoofdstuk 8 Parametergids PHASER FLANGER Door trapsgewijs delen aan het directe geluid toe te voegen, Het flanging effect geeft een draaiend, straaljager-achtig geeft het Phaser effect een draaiend, suizend karakter aan het karakter aan de klank. geluid. Parameter/ Uitleg Bereik Parameter/ Uitleg Bereik...
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg TREMOLO Bereik Depth Tremolo is een effect dat voor een cyclische verandering in volume zorgt. Deze parameter regelt de hoeveelheid diepte 0–100 in het rotary effect. Parameter/ Uitleg Bereik UNI-V WaveShape Regelt veranderingen in het volume. Een Dit effect klinkt als een Uni-Vibe.
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg VIBRATO Bereik Wanneer dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde van elke parameter Dit effect geeft Vibrato door de toonhoogte licht te moduleren. ingesteld volgens de waarde van de ‘Master BPM’(pag. 122) die voor elke Patch is aangegeven.
Hoofdstuk 8 Parametergids RING MOD. (Ring Modulator) HUMANIZER Hiermee creëert u een bel-achtig geluid door op het basgeluid Hiermee creëert u geluiden die op de menselijke klinkers ring modulation toe te passen met het signaal van de lijken. ingebouwde oscillator. Het geluid kan onmuzikaal klinken en Parameter/ Uitleg uitgesproken toonhoogten kunnen ontbreken.
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg 2X2 CHORUS Bereik Regelt de vertraging van het effectgeluid in Er wordt frequentieband verdeling toegepast om twee het hoogfrequente bereik. verschillende chorussen te produceren, één voor lage 0.0ms–40.0ms Verlenging van de pre-Dalay geeft een frequenties en één voor hogere frequenties, voor zowel het indruk van meerdere geluiden (verdubbe- lingseffect).
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg Bereik DELAY STEREO Deze instelling geeft het karakteristieke golvende geluid van de tape echo. De vertragingstijd kan Dit effect voegt vertraagd geluid aan het directe geluid toe, Tape worden ingesteld binnen een bereik van 1 tot wat het geluid meer ‘body’...
Hoofdstuk 8 Parametergids Warp Parameter/ Uitleg Parameter/ Uitleg Bereik Bereik Tap Time Warp Sw Regelt de vertragingstijd van de Dalay van Schakelt het Warp effect in/uit. het linker kanaal. Deze instelling regelt de Off, On 0–100% vertragingstijd van het L-kanaal in verhou- Deze parameter wordt toegekend aan de CTL1, CTL2 ding tot die van het R-kanaal (als 100% gere- of CTL3/4 jack.
Hoofdstuk 8 Parametergids CHORUS REVERB STEREO STEREO Bij dit effect wordt er een licht dissonant geluid aan het Dit effect voegt galm aan het geluid toe. originele geluid toegevoegd om er diepte en ruimtelijkheid aan Parameter/ Uitleg toe te voegen. Bereik REVERB ON/OFF Parameter/...
Bedient de Start/Stop van externe MIDI appara- MIDI Start ten (zoals sequencers). Wanneer u een extern MIDI apparaat op de GT-10B aangesloten heeft, wordt de Master BPM gesynchroniseerd met het tempo van het externe Bedient de Play/Stop van externe MIDI appara-...
Pagina 123
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg MONO Bereik EXP1 Func (EXP Pedal Function) U kunt het Wah effect in realtime bedienen door het EXP pedaal of het expressiepedaal dat op de EXP PEDAL 2 jack is De functie is niet aan de regelaar toegekend. aangesloten te gebruiken.
Pagina 124
Hoofdstuk 8 Parametergids Pedal Bend/PB Parameter/ Uitleg MONO Bereik Hiermee kunt u het pedaal gebruiken om een pitch bend effect Custom te krijgen. Instelling beschikbaar wanneer Type op Custom wordt ingesteld. Omdat het nodig is om de toonhoogte te analyseren, kunnen er geen Type akkoorden (twee of meer geluiden die tegelijk gespeeld worden) worden Hiermee selecteert u het basisgeluid wanneer de TYPE parameter op...
Pagina 125
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameters die u kunt instellen met FootVolume/FV STEREO PDL:CTL/EXP Dit is een effect dat het volume regelt. De parameter namen die bij Icon View in beeld komen (of bij Normaalgesproken wordt dit geregeld met het EXP pedaal of het Playscherm 4;...
TARGET PARAMETER toegekend wordt. Wordt geactiveerd wanneer de EXP pedaalscha- EXP PEDAL SW Source kelaar van de GT-10B wordt ingeschakeld. Hiermee selecteert u de regelaar waaraan de functie wordt toegekend. Wordt geactiveerd wanneer het expressiepedaal EXP2 PEDAL...
Pagina 127
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg Parameter in beeld (Echte naam) Bereik Effect Level Waveform (Wave Pedal Form) Direct Level Hiermee selecteert u één van de drie typen die bepalen hoe het gesimu- Bottom Level leerde expressiepedaal verandert. *2 PREAMP SINE TRIANGLE Parameter in beeld (Echte naam)
Hoofdstuk 8 Parametergids FX1, FX2: (Effects) Parameter in beeld (Echte naam) Low Cut Parameter in beeld (Echte naam) Low Gain On/Off Lo-Mid Freq (Low-Middle Frequency) Selecteer Lo-Mid Q (Low-Middle Q) Mode Lo-Mid Gain (Low-Middle Gain) Polarity Hi-Mid Freq (High-Middle Frequency) Sens (Sensitivity) Hi-Mid Q...
Pagina 129
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter in beeld (Echte naam) Parameter in beeld (Echte naam) Voice Pattern PS1/2 Mode Rate PS1/2 Pitch Trigger Sens (Trigger Sensitivity) PS1/2 Fine Rate PS1/2Pre Dly (PS1/2 Pre Delay) Depth PS1 Feedback Trigger PS1/2 Level RiseTime Direct Level Mode Voice Frequency...
Pagina 130
Hoofdstuk 8 Parametergids DELAY MASTER Parameter in beeld (Echte naam) Parameter in beeld (Echte naam) On/Off Patch Level Type Master Low Delay Time Master Mid f (Master Middle Frequency) Tap Time Master Mid Q (Master Middle Q) Feedback Master Mid G (Master Middle Gain) High Cut Master High...
Delay Tap *1 naar het circuit na de SEND RETURN uit. Start/Stop *1 *2 Gebruik dit wanneer u de effectgeluiden van de GT-10B samen met het geluid wilt Direct Mix MMCPlay/Stop *1 *2 mengen, met het externe effectenapparaat erop toegepast.
Door de kanaalwissel schakelaar van de basversterker op de Dit effect beperkt de ruis en het gebrom die door basgitaar elementen AMP CONTROL jack van de GT-10B aan te sluiten, kunt u de worden opgevangen. Omdat het de ruis in synchronisatie met het totale...
De schakeling van kanaal A en B is afhanke- lijk van het inputvolume van de basgitaar. De GT-10B schakelt naar kanaal B wanneer de snaren met grotere kracht gepickt wor- den. Dit zorgt voor dynamische klankver- anderingen in respons op de pluk dyna- miek.
Met deze functie kunt u klankinstellingen realiseren die zijn Wordt gebruikt om instellingen te realiseren, die aan de gebaseerd op de apparatuur die u gebruikt en het klankbeeld gebruiksomgeving van de GT-10B gerelateerd zijn. dat u wilt creëren. TUNER STEP1: TONE...
Hiermee stelt u de signalen in, die als output uit de SUB OUTPUT Play Lev (Play Level) (XLR) jacks moeten komen. De stereo output van de GT-10B wordt als output uit- 0–120 Stelt het afspeelvolume van de frase in. gevoerd zoals die is, zonder verandering. Stel dit op...
Deze instelling bepaalt of het wegsterven van Reverb, Dalay en soort- Delay Schakelt de DELAY in en uit. gelijke effecten al dan niet doorgaat wanneer er op de GT-10B van Patch Chorus Schakelt de CHORUS in en uit. gewisseld wordt.
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg CONTROLLER Bereik De operationele status van Assign wordt overgedra- Parameter/ Uitleg gen. Bereik (Voorbeeld) Indien er van Patch wordt gewisseld, terwijl het SYS KNOB SETTING (System Knob Setting) volume met het EXP pedaal wordt geregeld, neemt COMP:CS:Sus, COMP:CS:Atk, het volume van de volgende Patch de waarde aan die COMP:LM:Thres, COMP:LM:Rel,...
Pagina 138
Hoofdstuk 8 Parametergids Parameter/ Uitleg Parameter/ Uitleg Bereik Bereik EXP PEDAL SW SETTNG (Expression Pedal Switch Hiermee stelt u de waarde in voor wanneer Off, On de schakelaar On is. Setting) CTL1–4 PEDAL SETTING (CTL1–4 Pedal Setting) Src Mode (Source Mode) Prefernc (Preference) Stelt het gedrag van de waarde in, telkens wanneer de schakelaar wordt bediend.
• Wanneer u een extern MIDI apparaat op de GT-10B aangesloten heeft, wordt de Master BPM gesynchroniseerd met het tempo van het externe MIDI apparaat, waardoor het instellen van de Master BPM onmogelijk wordt.
Program Change boodschappen die Dir.Monitor (Direct Monitor) door de GT-10B ontvangen worden en de Patches die gewisseld moeten Stel dit op Off in indien u audiodata intern via een worden naar believen instellen in de ‘PROGRAM MAP’.
• Zorg er voor dat u de juiste instelling realiseert voor OUTPUT SELECT, nl. de instelling die het best bij uw opstelling past, om de GT-10B maximaal te laten presteren. • De OUTPUT SELECT functie beïnvloedt het geluid van de OUTPUT jacks.
132 x 64 punts grafische LCD (met achtergrondverlichting) AF methode (Adaptive Focus methode) 7 segmenten, 3 karakters LED Dit is een methode die eigendom is van Roland & BOSS, en die de signaal/ruis (S/N) verhouding van de A/D- Aansluitingen en D/A omvormers aanzienlijk verbetert.
→ Probeert u een nieuwe se τ κ abels te gebruiken. Volgt eerst de in de melding aangegeven instructies om de ❏ Is de GT-10B op de juiste wijze op de andere apparaten fout op te lossen. aangesloten? → Controleer de verbindingen met de andere apparaten ‘MIDI BUFFER FULL’...
Patch wisseling (pag. 48) is gerealiseerd voorrang. Om de instelling die ❏ Is de GT-10B in de Preamp modus (pag. 73) op ‘System voor de Patch is gerealiseerd mogelijk te maken, dient u 1-3’ ingesteld? voor de Pedal Function de preference (voorkeur) voor de →...
Index Numeriek Effect Aan en uit ..............34 2X2CHORUS............105, 118 Volume................38 Effect Chain ..............37 Aansluiting..............14, 22 EFFECTS SELECT ............11 Adapter................23 Enhancer ..............105, 109 Amp (versterker) ............23-24 EQ ..................105 AMP CONTROL .............23, 132 EQ knop ................11 AMP CONTROL jack .............13 Equalizer.................105 Assign ................51 EXIT knop.................11 ASSIGN 1-8 ..............126...
Pagina 148
Patch NAME ..............42 PEAK ................106 KEY (toonhoogte)............122 Pedaal................48 Knob View................35 Pedal Bend..............124 Kopiëren ................43 Pedal Function ..............48 PEDAL FX ..............49, 122 LCD Contrast ............71, 139 Pedal Indicate..............78 LINE/PHONES...............26 PHASER..............105, 114 List View................35 PHONES jack (koptelefoon) ..........13 Luidspreker..............23 Frase ..................Dubben................59 Opnemen ..............59 Main Out Level..............67 Verwijderen..............60...
Pagina 149
Total REVERB ..............66 Touch Wah ............. 105-106 TREMOLO..............105, 115 Tuner .................27 TUNER..............27, 134 TUNER/BYPASS knop ..........12 T.WAH..............105-106 TYPE................102, 119 UNI-V..............105, 115 USB ..................94 USB aansluiting ...............13 USB driver ................94 User Bank .................30 User Patch..............30, 44 User Quick Setting ............45 User Scale ...............113 Versterker ..............
Pagina 155
* Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. * Windows ® staat officieel bekend als: ‘Microsoft ® Windows ® bedieningssysteem’ * Apple en Macintosh zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. * Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc. * Alle productnamen die in die document genoemd worden, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.